Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Dos Passos, a life door Virginia Spencer Carr Uitgever: Doubleday, 624 p. Importeur: Feffer & Simons, f 98,05
| |
EgardsOndanks de existentiële grondtoon in zijn boeken uit die tijd, hadden ze ook een antikapitalistische inslag. Hierdoor, en wegens zijn politieke activiteiten, werd Dos Passos in de jaren twintig en dertig een gevierde held van radicaal links in de Verenigde Staten. Na de Eerste Wereldoorlog waren reeds twee boeken van zijn hand verschenen met antimilitaristische strekking, gebaseerd op zijn ervaringen aan het front. Met Dorothy Parker en anderen speelde hij een vooraanstaande rol in het Sacco-Vanzetti Defense Committee. Hij nam deel aan diverse comités die ageerden tegen gerechtelijke willekeur, of het nu was tegenover stakende mijnwerkers in Harlan County of tegenover zwarten in het zuiden. De communistische partij hoopte de schrijver aan zich te kunnen binden. In 1924 had deze de Sovjetunie al eens bezocht als onopgemerkt particulier. In 1928 werd hij met veel egards ontvangen. Toen hij op het punt stond de terugreis te aanvaarden en hem gevraagd werd: ‘Sta je aan onze kant?’ kwam het echter goed van pas dat de trein al begon te rijden, zodat hij geen antwoord hoefde te geven. Zijn enthousiasme over de revolutionaire kunstvormen die in de Sovjetstaat ontwikkeld werden en over zijn gesprekken met Eisenstein, werd getemperd door de Moskouse student Semyonovitsch die hem vertelde dat hij geen toekomst voor zichzelf zag omdat hij een ‘foute’ klasse-achtergrond bezat. Drie weken later pleegde de student zelfmoord. Later zouden nog vaker schokkende gebeurtenissen in Dos Passos' directe omgeving plaatsvinden die zijn politieke stellingname beïnvloedden. In 1932 kwam de auteur bij een enquête onder Sovjetschrijvers, gehouden door de Literaturnaya Gazeta, uit de bus als de veruit meest gewaardeerde buitenlandse romancier. In hetzelfde jaar tekende hij een oproep om bij de Amerikaanse verkiezingen op de communisten te stemmen, maar eigenlijk hadden de ideeën van de ‘Wobblies’, de Industrial Workers of the World, een syndicalistische en antimilitaristische organisatie hem al steeds meer aangesproken. Hun probleem: ‘Het enige praktische resultaat was dat ze in de gevangenis verdwenen.’ In 1937 werkte hij met Ivens en Hemingway in Spanje aan een film over de burgeroorlog: Spaanse Aarde. Zijn verblijf in Spanje zou niet alleen leiden tot zijn definitieve breuk met radicaal links, maar ook een einde maken aan zijn langdurige vriendschap met Hemingway. José Robles, een Spanjaard waarmee Dos Passos twintig jaar bevriend was, bleek spoorloos verdwenen. Hij was tolk geweest voor Gorjev, een van de in Spanje opererende Russische generaals. Robles bleek om onduidelijke redenen te zijn terechtgesteld, een lot dat Gorjev later zelf ook trof in de Sovjetunie. Hemingway ergerde zich aan het gezeur van Dos Passos over de kwestie. Ivens hoopte dat hij zou gaan inzien ‘wat een man en kameraad te doen heeft in deze moeilijke en ernstige oorlogssituatie’. Dos Passos keerde naar huis terug, waar hij overigens de Republiek bleef steunen. Met het boek The ground we stand on oriënteert hij zich in 1941 op de Amerikaanse revolutie van de achttiende eeuw. Hij neemt het idee van democratisch zelfbestuur van Thomas Jefferson over. Zijn afkeer van het communisme wordt gevoed als in 1943 zijn trotskistische vriend Tresca in New York op straat wordt doodgeschoten. Na de oorlog staat hij aanvankelijk niet onsympathiek tegenover McCarthy's jacht op ‘de roden’, maar later noemt hij hem toch ‘de afschuwelijke senator uit Wisconsin’. In 1964 steunt hij opnieuw een afschuwelijke senator: Barry Goldwater. | |
LiefdeloosheidLudington wijst er terecht op dat Dos Passos geen eenling was in zijn politieke ontwikkeling. Na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, de crisis, de vergane hoop op een humaan alternatief in de Sovjetunie, de nederlaag in Spanje en tenslotte de nieuwe wereldoorlog, waren veel van zijn generatiegenoten gedesillusioneerd. Zijn aversie tegen het communisme, ongetwijfeld versterkt door ingrijpende persoonlijke ervaringen, lijkt hem ertoe te hebben gebracht zich in het uiterste tegendeel vast te bijten: de Amerikaanse traditie op de meest conservatieve wijze uitgelegd. Er is echter ook continuïteit te vinden in zijn politieke visie. Time Magazine noemde hem de ‘Champion of the individual, implacable foe of organized Bigness’, en hierin ligt de overeenkomst tussen USA, de ‘Wobblies’ en zijn steun voor Goldwater, die ageerde tegen bureaucratie en staatsinmenging. Maar probeerde hij in zijn eerdere boeken de liefdeloosheid van de grote wereld tegenover haar slachtoffers onder woorden te brengen, in de acht romans die nog na USA volgen, lijkt de liefdeloosheid van de auteur zelf steeds meer zichtbaar te worden. Van zijn sociale bewogenheid resteert slechts abstract gepreek over de centrale democratie. Hoewel hij zelf niet als racist bekendstaat, had hij blijkbaar geen moeite met Goldwaters pogingen om de rassensegregatie in stand te houden met een beroep op de autonomie van de afzonderlijke staten. Om nog maar te zwijgen van Goldwaters advies Vietnam ‘terug te bombarderen naar het stenen tijdperk’ waarvoor ‘organized bigness’ weer wel goed was. De personages in Dos Passos' boeken worden wezens zonder ziel, die moeten dienen om een theorie te illustreren. We horen er dezelfde belerende toon in waaraan de meeste socialistisch-realistisch produkten lijden, maar dan om een rechtse visie te verkondigen. Toen in 1965 een student van Yale hem vragen wilde stellen over USA werd Dos Passos nijdig en antwoordde: ‘Ik heb daarna nog vele boeken geschreven. Waarom lees je die niet? Ik ben geen schrijver uit het verleden.’ Hij werd oud. ■ |
|