Algemene beweringen versus eigen ervaringen
Beschouwingen van Beatrijs Ritsema
Kijk uit, achter je! Beschouwingen door Beatrijs Ritsema Uitgever: Bert Bakker, 177 p., f 19,90
Lodewijk Brunt
Waarom is het eigenlijk noodzakelijk dat treinen met een noodrem zijn uitgerust? Het schijnt dat zo'n ding vandaag de dag alleen gebruikt wordt door pesterige voetbalsupporters of dienstplichtige soldaten die na een vrij weekend de terugtocht naar de kazerne zo lang mogelijk willen rekken. Misschien zijn er ooit zwaarwegende argumenten geweest om een dergelijke voorziening aan te brengen, maar het zal menig treinreiziger de nodige hoofdbrekens kosten deze te reproduceren. Kan de noodrem niet worden afgeschaft? Beatrijs Ritsema vindt van wel. Ze ziet de noodrem als iets volstrekt overbodigs: ‘Er valt werkelijk geen enkele situatie te bedenken waarin het niet veel verstandiger is om zo snel mogelijk door te rijden naar het volgende station.’
Beatrijs Ritsema is een van de jongste leden van de Nederlandse columnistengemeenschap. Als redacteur van Propria Cures trok ze de aandacht door de toon van haar bijdragen. Die was gematigd en redelijk en dat viel op toen de verloedering bij dat blad de overhand leek te hebben gekregen. Na haar PC-tijd heeft ze een tweewekelijkse rubriek in NRC Handelsblad gekregen en waren er regelmatig stukjes van haar hand te lezen in bladen als Intermagazine. Daaruit is nu een selectie samengesteld: Kijk uit, achter je!
Het pleidooi voor de afschaffing van de noodrem is te vinden in het titelstuk van de bundel. De schrijfster signaleert hier de verregaande bemoeienis van allerhande instanties met het welzijn van individuele burgers, de ongevraagde adviezen en waarschuwingen die te pas en te onpas in het rond worden gestrooid. Deze ‘opdringerigheid’ zou in extreme mate aan de dag worden gelegd door de Nederlandse Spoorwegen. Beatrijs Ritsema ergert zich dood als bij nadering van een station tot tweemaal toe via de intercom passagiers te horen krijgen dat ze vooral hun bagage niet moeten vergeten: ‘Niets wordt er meer aan je eigen verantwoordelijkheid overgelaten,’ moppert ze. ‘Ik maak zelf wel uit of ik mijn bagage in de trein achterlaat of niet.’ De noodrem dient volgens haar slechts om mensen de illusie te geven dat ze in hun eigen situatie kunnen ingrijpen, vandaar dat dit symbool van mondigheid en laatste restje persoonlijk initiatief maar beter helemaal kan worden opgeruimd.
In de bundel komt de inbreuk op het persoonlijke leven herhaaldelijk aan de orde. Ik werd het meest aangesproken door het verhaal, waarin Ritsema vertelt dat ze in het café met een groepje mannen stond te praten. Er komt op een gegeven ogenblik een meisje naar haar toe dat daar een opmerking over denkt te moeten maken. Het komt erop neer dat het eigenlijk niet in de haak is om je als vrouw alleen in zo'n gezelschap te begeven en dat het veel leuker is om met vrouwen om te gaan. ‘Wat zullen we nu krijgen?,’ denkt de aangesprokene bij zichzelf. ‘Ik moet me teweer gaan stellen tegen meningen die op zo'n manier zijn geformuleerd dat ze zelfs als tekst voor een parodie op het feminisme door beginnende cabaretgroepjes als te stereotiep verworpen zouden worden. Zou ze misschien dronken zijn? Erg helder kijkt ze niet uit haar ogen.’ Het is moeilijk om je tegen zulke sociale controle te beschermen. Je zou een straatvechter moeten zijn om dat soort bemoeials van je af te slaan. Maar ‘assertief gedrag’ is niet ieder gegeven. Menigeen zal zich in de gelatenheid kunnen herkennen waarmee Beatrijs Ritsema opmerkt, dat ze te keurig is opgevoed en in het sociale verkeer gehinderd wordt door ‘die verdomde beleefdheid’.