Een huis vol geesten en clichés
Isabel Allendes versie van Honderd jaar eenzaamheid
Het huis met de geesten door Isabel Allende Vertaling: Saskia Otter Uitgever: Wereldbibliotheek, 430 p., f 39,50
Maarten Steenmeijer
Het huis met de geesten van Isabel Allende (Chili; 1942) is een spectaculair debuut. De roman is hard op weg het grootste verkoopsucces van de Latijns-Amerikaanse literatuur te worden sinds Honderd jaar eenzaamheid: in nog geen drie jaar tijd zijn er van de Spaanse editie al bijna een miljoen exemplaren verkocht, in Duitsland is de vertaling een best-seller (ruim tweehonderdduizend stuks tot nu toe), terwijl ook Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten het boek warm onthaald hebben.
Het is niet toevallig dat juist deze roman er voor het eerst in is geslaagd om in de buurt te komen van het enorme commerciële succes van Honderd jaar eenzaamheid, want het is in niet geringe mate schatplichtig aan Garcia Marquez' meesterwerk: Het huis met de geesten is een familie-epos met mythische pretenties, een roman waarin de geschiedenis van een niet met name genoemd land (maar waarin heel duidelijk Chili te herkennen is) samengebald is in een familiegeschiedenis. Bovendien maakt ook in deze roman het wonderbaarlijke deel uit van het dagelijks leven: geesten, telepathie, helderziendheid, vliegende mensen, objecten die uit zichzelf bewegen enzovoort. En het bizarre: een zonderlinge oom die alchemistische experimenten uitvoert, een elegante Franse graaf die er opmerkelijke seksuele gewoontes op nahoudt, een frivole zoon die eerst triomfen viert met zijn pseudo-flamencokunsten, daarna met ballonvluchten en kipsandwiches tevergeefs tracht zijn brood te verdienen, vervolgens jarenlang in India verblijft, om ten slotte in de Verenigde Staten met zijn ‘Unie van het Niets’ als een welvarende goeroe triomfen te vieren. En natuurlijk ontbreken de rampen, plagen, verkrachtingen en ziektes niet. Daarom zal iedereen die in de eerste plaats van de anekdotische kant van Honderd jaar eenzaamheid heeft genoten, in Het huis met de geesten niets te kort komen.
De sterke gelijkenis met het grote werk van Garcia Marquez is niet hinderlijk. Integendeel zelfs, het vormt de aantrekkelijke kant van Het huis met de geesten. Als Allende op ongeveer tweederde van het boek een eigen koers gaat varen, neemt het verhaal echter een merkwaardige wending: wat tot hier een weliswaar niet originele, maar wel knap geschreven, meeslepende familiekroniek is, wordt plotseling een geforceerde poging de recente Chileense geschiedenis in fictie om te zetten.
Het huis met de geesten is de geschiedenis van drie generaties van de familie Trueba. De eerste generatie is die van de opbouw: Esteban Trueba steekt na de plotselinge dood van zijn aanstaande, Rosa de Schone (die met haar goddelijke schoonheid wel erg veel lijkt op Remedios de Schone uit Honderd jaar eenzaamheid), de handen uit de mouwen en brengt het volkomen verwaarloosde familielandgoed ‘De Drie Maria's’ tot grote bloei. Als hij beseft dat de afgedwongen seksuele contacten met de dochters van de landarbeiders hem niet de verlangde rust brengen, besluit hij Clara te huwen, de paranormaal begaafde zuster van Rosa. Is Esteban de motor achter de economische bloei op ‘De Drie Maria's’, in het grote huis in de hoofdstad (‘het huis met de geesten’), waar de familie zich steeds meer terugtrekt, is zij het middelpunt. Het is er een komen en gaan van ‘Rozekruisers, spiritisten, theosofen, acupuncturisten, telepaten, regenmakers, peripatetici, Zevende-Dags-adventisten, noodlijdende en in ongenade gevallen kunstenaars.’
Isabel Allende
Ze krijgen drie kinderen: Blanca en de tweelingbroers Jaime en Nicolas. Geen van drieën treedt in de voetsporen van de hardwerkende, conservatieve vader, tot diens woede en teleurstelling. Er komt bovendien maar één wettig kleinkind: Alba, de dochter van Blanca.
Het verhaal van de familie Trueba wordt doorkruist door de Garcia's, een van de landarbeidersfamilies op ‘De Drie Maria's. Met iedere generatie neemt het verzet tegen de feodale verhoudingen toe: Pedro Segundo Garcia, Estebans rechterhand, haat zijn baas, maar buigt het hoofd. Zijn zoon, Pedro Tercero Garcia, de grote liefde van Blanca en de vader van Alba, weigert te dansen naar het pijpen van de patrón en gaat de strijd aan voor een rechtvaardiger wereld. Esteban Garcia, de kleinzoon van de door Esteban Trueba verkrachte Pancha Garcia (Pedro Segundo's zuster), zoekt op zijn beurt zijn heil in een wraakactie die niets edelmoedigs heeft.