Heinrich Boll
vervolg van pagina 13
heeft afgeluisterd waarin een oud-nazi de toon aangaf. Ze weigert haar man naar een plechtigheid te vergezellen waar ze opnieuw oog in oog zou moeten staan met de oude fascisten en hun meelopers die in de politiek tot op het hoogste niveau de dienst uitmaken. Langzaam maar zeker ontstaat ook bij haar man, op het eerste gezicht een correcte Pruisische staatsdienaar, een kentering. Ze ontwikkelen een verregaande solidariteit met de jongere generatie van weigeraars die zich distantieert van het gehuichel en de onwaarachtigheid in de politiek (en in de katholieke kerk, dat kan niet missen bij Böll).
Aan het eind van het boek is alleen de dochter van een van de bankiers daadwerkelijk naar Nicaragua vertrokken en is het perspectief dat Böll schetst niet eens zo pessimistisch: de meeste jongeren blijven en nemen de uitdaging aan.
werkt door iemand als Böll, niet uitblijven dat er zo nu en dan een al te romantisch verhaal wordt opgedist of dat er een statement doorheen glipt dat misschien wat al te zwaar is om in de mond te nemen (‘Alleen de heren die ons niet regeren maar beheersen, die zullen nooit vallen, nooit onderuitgaan...’), maar wie de oprechtheid van Böll in zijn schildering van dit deel van onze hedendaagse dramatiek accepteert, die zal bij lezing van Frauen vor Flusslandschaft opnieuw beseffen wat we met Böll zijn kwijtgeraakt.
■