Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
Plain Tales from the Raj samengesteld door Charles Allen Uitgever: Macdonald & Co (Futura), f 10,90
| |
NostalgieNostalgie naar Brits-Indië begint in Engeland wel gevaarlijke vormen aan te nemen. Naast de twee goedkope pockets maakte Allen twee prachtwerken - eng duur. Het eerste is de luxe-editie van Plain Tales from the Raj in quasi 1900-look met platen, en fantastische oude foto's en prenten. Net als in Rob Nieuwenhuys' Tempo Doeloe is het de voor blanken positieve zijde die belicht wordt. Het is een boek waaraan je je doodergert, terwijl je het niet zou willen missen als document. Net zo ligt dat bij Lives of the Indian Princes dat twee prijzen verdient: voor het meest exclusieve prenten-met-praatjesboek dat ooit over de inheemse Indiase adel van voor 1947 zal verschijnen, en voor het meest eenzijdige soort geschiedschrijving dat je kunt verzinnen. De foto's en prenten van alle soorten en maten maharadja's en hun gezinnen zijn van een overdaad, een kitscherigheid vaak en een pracht soms die adembenemend zijn. De interviews zijn pure registratie, zonder zichtbaar scherpe vragen, en de samensteller geeft geen blijk van politieke betrokkenheid. Maar juist daarom is zo'n boek uniek: een argeloze registratie, en tegelijk redelijk weerzinwekkend door de ingenomenheid met alles wat voor 1947, koloniaal en pompeus is. Er staan veel paleizen in die je kennelijk kunt bezoeken - het boek werd in ieder geval samen met een hotelketen uitgegeven. In de afdeling Nostalgia moet zeker genoemd worden het boekje Ooty Preserved van Molly Panter-Downes. Ooty was het koosnaampje van Ootacamund, de bergplaats waar de Britse kolonialen zich in het heetst van het jaar terugtrokken om te overzomeren. Gouverneurs trokken met hun hele hofhouding en ambtenarenbestand ‘naar boven’, en mevrouw Molly Panter-Downes heeft in 1967 deze plek opnieuw bezocht. Nou, ze waren er nog, de pittoreske oude dames, de militiare oude heren, de library, de tuinen, the Club - nog altijd één voor Europeanen en één voor Indiërs hoewel beide officieel gemengd zijn sinds ongeveer 1960. Mevrouw Panter schrijft erover alsof Ooty (‘The old girl’) is wat het was: een Brits eiland in India, waar men te midden van Engelse theerozen en golflinks zo comfortabel leefde als in Surrey, behalve dan dat hier de bedienden voor een krats het echte werk deden. Mevrouw Panter vindt het allemaal enig en dierbaar, en in haar onnozelheid geeft ze ongewild een portret van de denkwereld van de Britse koloniaal zoals dat ook uit andere geschriften oprijst: weinig lezen, veel drinken, veel | |
[pagina 16]
| |
jagen, eindeloos veel sport, en met scherpe raciale vooroordelen. Een babbelig boekje, nu herdrukt. | |
ReisgidsEen beetje erg treurig word je van Louise Nicholson, India in luxury, een gids voor een goed leven in India, mooie trips, prettige hotels. Geef niet aan de bedelaars op straat, en wissel je Engelse ponden in hotels aan de balie. Dat kost iets meer maar het is makkelijker. De bureaucratie in India waar de toerist ook mee te maken krijgt is een ‘cover up’ voor de luiheid van de Indiërs, schrijft Nicholson. Misschien zijn ze toch onverbetelijk, Engelsen van zekere leeftijd. Informatief is deze reisgids overigens wel, met alle wetenswaardigheden voor de welgestelde toerist. Een onmisbare introductie in het werkelijke India is het boek van Tariq Ali: The Nehru's and the Ghandi's, an Indian dynasty. Mooi geschreven, evenwichtig opgebouwd, inzichtgevend. Het voorwoord is van Salman Rushdie die wijst op het centralisme waar Indira zich aan schuldig maakte, de fatale invloed van de emergency-periode in de jaren zeventig en het mythische aspect van het Nehru-Gandhi-bewind.
Wie over India een kort historisch overzicht wil lezen, kan uitstekend terecht bij een boekje uit België: India, van de laatmogols tot heden, van W.M. Callewaert en L. de Brabandere. Chronologisch, helder, met veel nadruk op economie en de wijze waarop de Engelse heersers al onder Lord Curzon begonnen moslims en hindoes uit elkaar te drijven en tegen elkaar op te zetten. Opvallend is de kwaliteit van het onderwijssysteem voor de gegoede Indiër - daardoor ontstond er al in de negentiende eeuw een nationalistisch streven. In Nederlands Indië, waar tot vlak voor de oorlog apartheid heerste in de werkgelegenheid, kwam het onderwijs voor inheemsen en dus het nationalisme veel later op gang. Interessant is ook de rol die de Indiase middenklasse speelt in de emancipatie en de onafhankelijkheidsstrijd. Zo'n inheemse middenklasse bestond in Indië eenvoudigweg niet, met name omdat de Nederlanders de voorkeur gaven aan de (geïmmigreerde en dus altijd politiek kwetsbare en gewillige) Chinezen als handelslieden. ■ |
|