Dieren
Ze leest niet vaak kinderboeken en vertelt dat ze Selma Lagerlöf heel erg bewondert (Gösta Berling) en er zeker ook door beïnvloed is.
‘Een jeugdliefde. Ik vind niet alles mooi, ze heeft ook troep geschreven, maar het gekke is dat dat ook pakt. Ze schrijft gewoon goed. Ik heb Niels Holgersson indertijd bewerkt en dat heb ik zodoende heel intensief leren kennen. Wat ze met fantasie doet, hoe ze met dieren omgaat, dat is fantastisch. Het zijn helemaal dieren, ze hebben geen jasjes aan, ze roken geen pijp, maar toch praten ze en nemen ze beslissingen en dat is allemaal zo geloofwaardig.’
Ze vertelt dat ze mijn afkeer van dierenboeken, waarover ik in de Blauw Geruite Kiel had geschreven, deelt. De Olifantsberg is voor een groot deel een boek over dieren, maar nadat ik dit kribbig had vastgesteld, moest ik toegeven dat dit boek één van die uitzonderingen is op de regel (mijn regel in ieder geval) dat dierenboeken heel vaak noodoplossingen zijn voor kinderboekenschrijvers.
‘Ik heb geprobeerd dat oubollige van veel dierenboeken te vermijden, De Olifantsberg was een krachttoer. Het is mis als je dieren gebruikt om het makkelijker te maken, het is juist moeilijker. Ik heb het zo geschreven vanwege het kijkdooseffect. Het jongetje aan de ene kant van het dal ziet een heel aparte wereld aan de overkant. Soms ziet hij heel weinig en dan weer heel veel heel scherp. Het gaat in het boek om die fantasie over wat er aan de overkant gebeurt.’
Gedragen de dieren in je boek zich zoals ze in het echt doen? Hebben ze eigenlijk allemaal een eigen aard?
‘Nee, die aard is verklaarbaar uit hoe zulke beesten bewegen. Daar pin je je ideeën over een karakter op vast. Een pad beweegt zich heel langzaam, dus denk je dat hij traag is. Ik zou nooit een vogeltje nemen voor een lui iemand, de dieren krijgen hun karakter uitsluitend door hun bewegingen. Een marter is schuw en vertoont zich vooral's nachts, dan hoef je niet erg lang na te denken over de rol die hij in het verhaal speelt. En een witte kip, wat is er nou dommer dan een witte kip? Misschien valt het nog mee met die domheid, maar ze komen ontzettend stom over. Die bewegingen zijn bepalend, daarom zijn ze ook zo eenduidig, en dat is ook het leuke van een dierenverhaal. Eén duidelijke karaktertrek en de rest vergeet je, terwijl je mensen liefst wat gecompliceerd maakt, ook in een kinderboek.’ ‘Als kind keek ik door het raam,’ vertelt ze, ‘en als ik een mus of een merel zag probeerde ik me ontzettend in te denken hoe het was om zo'n beestje te zijn, om te hippen en wormpjes te vangen en veertjes te hebben en vooral, om zo klein te zijn. Dat probeerde ik dan helemaal te worden. Hoe voelt het om in een nest te wonen? In mijn boek hebben de dieren hele vage huizen, ik beschrijf ze niet. Ieder voor zich moet dat maar invullen.’
Illustraties bij zo'n verhaal zijn dan nogal riskant. Als de plaatjes te expliciet zijn, kan een lezer nauwelijks fantaseren.
‘Ja, dat is griezelig, maar Khing heeft het schitterend gedaan. Hij heeft niet te veel getekend, hij heeft zich echt ingehouden. Natuurlijk heeft hij zijn eigen voorstelling. Hij heeft de marter een broek aangetrokken en de kip kreeg een ketting om. Dat is zijn interpretatie, voor mij hebben ze dat eigenlijk niet. Maar ik vind het best, hoor, dat moet hij weten.’
Wat maakt meer indruk, denk je, tekst of plaatjes?
‘Daar hadden we laatst een gesprek over met kinderen. Een jongetje vertelde dat hij altijd plaatjes zag die hij zelf maakte. De tekeningen hielpen hem daarbij, behalve als ze niet goed waren. Dan dacht hij ze weg, en had genoeg aan z'n eigen plaatje. En dat is zo: als tekeningen goed zijn, gaan ze leven. Als ze niet goed zijn, dan is het vreselijk.’
Kleine Sofie en Lange Wapper was een boek dat geschreven werd om The Tjong Khing te laten tekenen. ‘Het was mijn boek ook eigenlijk niet, we hadden afgesproken dat ik een tekst zou leveren waarbij Khing heel veel kon tekenen. Elke alinea is een plaatje, ik veranderde steeds van scène. En dan nog tekende Khing vaak wat er niet stond, dat had hij tussen de regels door gelezen. Wat hij bijvoorbeeld met die sleutels in de ruggen van de soldaatjes doet, is prachtig. Maar ik had het me niet zo voorgesteld, ik zag toen ik het schreef niet zozeer speelgoed, ik zag mensen. Maar speelgoed was de opdracht, daarover moest het gaan.’
Het resultaat, het boek vond ze eerst ook meer zijn boek dan het hare. ‘Toen het uitkwam dacht ik dat niemand het zou lezen, omdat de tekeningen alle aandacht zouden krijgen. Het verhaal heb ik vrij snel geschreven, maar ik had er een paar jaar over nagedacht, het is wel ingewikkeld. Ja, nu ik ook bekroond ben, vind ik het ook wel mijn boek, dat komt ook door de reacties.’