Brieven
Roel van Duijn blijkt nu (Boekenbijlage, 31-8-'85) ondubbelzinnig een zéér bewuste keuze gemaakt te hebben voor het kleinerend blijven weergeven van het gevaar van fascistische, antisemitische, racistische enz. trekken in de kringen waarin hij zich als een vis in het water voelt, en geeft daarmee een voedingsbodem áán dat fascisme, antisemitisme, racisme enz.. In de aanhef van de zin waarop ik hier inga heeft Van Duijn het over ‘(.....) de recente herhaling van ondeskundige beschuldigingen zoals “Rudolf Steiner was een racist” (.....)’. Men hoeft voor de beoordeling over de al dan niet aanwezigheid van racisme in de door Rudolf Steiner uitgedragen leer niet eens zo heel deskundig te zijn. Het racisme ligt er voor iemand met een enigszins ontwikkeld fatsoen dik genoeg op. De lezer oordele zelf aan de hand van de volgende citaten: Over negers: ‘Hij heeft een sterk driftleven - zoals dat heet -, een sterk instinctief leven.’ ‘Als u naar afbeeldingen van de oude Indianen kijkt, dan hebt u de neergang van het ras duidelijk voor ogen.’ ‘Wij zullen op aarde ook volkeren vinden die meer hun ontstaan ontlenen aan de achtergebleven Geest van de Persoonlijkheid. Deze Geesten van de Persoonlijkheid dienen niet de vooruitgang. Als u zich het karakter van het volk van Noord-Amerika voor de geest haalt, dan hebt u daar een volk, dat voornamelijk op dat principe berust.’ (Steiner doelt hier op de Indianen en niet op Reagan) ‘Slechts een deel van een groter geheel aan mensheid- en geestelijke ontwikkeling is voor het vijfde na-Atlantische cultuurtijdperk verwezenlijkt, een ander deel moet nog gerealiseerd worden. Tot die realisatie zullen diegenen van alle Noord-Germaanse volkeren samen het meest hebben bij te dragen, die elementaire, frisse volkskrachten in zich hebben.’ (Aan wiens gebral doen deze zinnen toch denken?) Het eerste citaat is uit Rudolf
Steiner's ‘Het leven van mens en aarde’, de overige drie uit ‘De volkszielen’, eveneens van Steiner; het is tekenend dat dit laatste werk nog in 1980 kritiekloos werd heruitgegeven.
Natuurlijk was toen dit geschreven werd er nog geen periode geweest waarin mensen gaskamers werden ingedreven, maar als bijtijds was geluisterd naar de ook in de jaren '20 en '30 doorgaans als overtrokken afgedane waarschuwingen tegen de filosofieën van ook een Steiner, was die periode er wellicht ook nooit gekomen. Als gevaarlijke tendensen niet worden onderkend, en wanneer zij wè! worden onderkend, worden weggehoond door iemand als Roel van Duijn, kan opnieuw een situatie ontstaan waarbij in eerste aanleg best wel sympathiek overkomende mensen uiteindelijk tòch betrokken zijn bij een puur misdadige beweging. In 't Kan Anders (1985 no. 3) staat in een lezenswaardig artikel van Gjalt Zondergeld en Evert van der Tuin dat Steiner's boeken in Nazi-Duitsland in 1935 verboden werden, maar vervolgens vanaf '38 weer mochten verschijnen, wat verder tot het einde van het Hitler-tijdperk zo bleef. Met dit verschijningsverbod koketteert, zeker waar de fascisten Wereldoorlog II verloren hebben, de antroposofie graag, met het zo spoedig weer opheffen van het verbod wordt 'n pietsie minder gepronkt.
Als Roel van Duijn het dan in het tweede deel van de zin waarop ik hier inga, heeft over ‘(....) het in betekenis overdrijven van feitjes (de Centrumpartij was geïnfiltreerd in de Ecologische Beweging, maar zowel de CP als de EB spelen inmiddels amper meer een rol (....)’, dan heb ik daarbij enkele kanttekeningen die wellicht van deze volgens Van Duijn achterhaalde ‘feitjes’ actuele feiten maken. Een voorbeeld: Van Duijn heeft het over de infiltratie van de CP in de EB. In de vrij recentelijk bij de Bossche uitgeverij DNA verschenen brochure ‘De vuile was van de Ekologische Beweging’ wordt duidelijk uit de doeken gedaan dat de CP niet zozeer in de EB infiltreerde, alswel door deze laatste werd uitgenodigd binnen te komen.
Gezien de deskundigheid waarop Van Duijn toch kennelijk meent zichzelf te moeten voorstaan, moet hij deze brochure kennen. Een duidelijk voorbeeld van onjuiste weergave derhalve. Een voorbeeld van het overslaan van een feit: Roel van Duijn noemt wél EB en CP (waarvan overigens nog maar de vraag is òf deze laatste amper meer een rol speelt), maar laat bijv. het ‘feitje’ Mellie Uyldert weg. En dat deze toverkol nog altijd kan bogen op heel wat invloed in Van Duijn's spirituele kringen, kan toch moeilijk door hem worden ontkend. Na haar ontmaskering als nazi-sympathisante publiceert Uyldert sinds enige tijd - onder eigen naam dus tegenwoordig - in het (neo)-naziblad Mjöllnir. Naast vele andere activiteiten houdt zij nog altijd lezingen, in de loop van dit jaar (dus ná aan de kaak gesteld te zijn) zelfs voor de eerste keer ook voor de Soefi's, waarvan de invloedrijke Prof. dr. H.J. Witteveen opperhoofd is. Witteveen (ex-directeur I.M.F., ex-minister van Financiën) is lid van het comité van aanbeveling van de Anti-Vivisectie-Stichting, een club die nog altijd weigert te praten over haar contacten met de Centrum Partij. De voorzitter van deze A.V.S., Mr. P.H. Schim van der Loeff, verzekerde mij nog op jl. 31 augustus op de Haagse infomarkt dat de bandopnamen waaruit onomstotelijk (bij monde van een [inmiddels ex-] directielid van de A.V.S.) blijkt, dat de A.V.S. contacten met de CP niet schuwt, tòch waardeloos zijn omdat deze ‘door de rechtbank toch niet als rechtsgeldig bewijsmateriaal worden erkend’. Deze laatste opmerking nu is er een à la Van Duijn. Met een niet ter zake doende dooddoener wordt al het vorenstaand beschrevene afgedaan, en over het bestaan van een eventueel patroon met wellicht nog verdere uitzaaiingen wordt niet meer gepraat.
Den Haag
Eric Zwitser