[Nummer 39 - 28 september 1985]
Ter zake
Diny Schouten
Een hot issue waar de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond zich deze herfst over zal buigen is die van het instellen van een doordraaipremie voor uitgeversrestanten, zo mogelijk te financieren uit een daartoe op te bouwen collectief fonds. Zelfs wordt gedacht aan de mogelijkheid van overheidssteun om de door verramsjing van overproduktie verziekte markt te saneren. Het idee is ingebracht door Elsevier-directeur Norbert van den Berg, die daarmee een oud plan van G.P.J. Schouten, nu voorzitter van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels opdiepte. Schouten, onlangs geïnterviewd door Boekblad, meldt dat vooral uitgever Rob van Gennep zich destijds buitengewoon afkerig betoonde van boekvernietiging. Van Gennep, nu om commentaar gevraagd, vindt het nog steeds van ‘cynisme ten aanzien van je vak’ getuigen om als uitgever boeken naar de papiermolen te brengen. ‘Een tweede gebruik is altijd mogelijk. Het is, op allerlei niveaus, zonde. Uitgevers die tot zulke rücksichtlose beslissingen komen, moeten de selectiecriteria op grond waarvan ze uitgeven, nog maar eens bestuderen, het gaat om hun eigen overproduktie. Uiteindelijk betekent het een soort dedain tegenover je auteurs.’ Van den Berg noemt de door hem voorgestelde maatregelen pragmatisch en zakelijk, ‘om het vervuilen van de markt tegen te gaan. Je ontneemt iemand de lust om een nieuw boek aan te schaffen, en voor de consument wordt het volstrekt onduidelijk waarom boeken zoveel moeten kosten als het klaarblijkelijk veel goedkoper kan.’ Van den Berg hoopt op resultaten van een door de KNUB te organiseren seminar, ‘dikke structuurrapporten zijn er al genoeg’. Niet alleen Elsevier vernietigde (recent) voorraden, ook De Arbeiderspers en Querido hebben in het verleden
‘mondjesmaat en streng geselecteerd’ boeken van auteurs, die men in het fonds wilde houden, vernietigd. De grote importeurs van buitenlandse pocketseries, Nilsson & Lamm en Van Ditmar, hanteren het systeem al langer voor voorraden die de uitgever niet terug wil nemen, reden waarom - waar de koper van droomt - men geen goedkope Penguin of Pan Books in de Witte Boekenhallen zal aantreffen.
Bij de najaarsaanbiedingen van uitgevers die op 16 september werden gepresenteerd op de boekenvakbeurs Vers voor de Pers viel op dat steeds vaker gekozen kan worden tussen een gebonden uitgave en een tegelijkertijd verschijnende paperback-editie van hetzelfde boek, met in sommige gevallen een prijsverschil van slechts f 10, -. Het aanbod geldt voor titels als Het parfum van Patrick Süskind en Neropolis van Monteilhet (Bert Bakker), Maarten 't Harts De huismeester en Marijke Höwelers Tobias (De Arbeiderspers), Hofstadters Gödel, Escher, Bach (Contact), A.F.Th. van der Heijdens De gevarendriehoek (Querido), Karel van het Reves Geschiedenis van de Russische literatuur (Van Oor- schot), en Forsters Overtocht naar Indië (Athenaeum). Is er sprake van een trend? Hans van Berkel, van boekhandel Scheltema, Holkema en Vermeulen in Amsterdam, ziet, daarnaar gevraagd, in de ontwikkeling geen consequent beleid, ‘het blijven incidentele gevallen. Maar er is vraag naar, ik zou het toejuichen als het meer gebeurde. Zo zouden Eco, of Pirsig, of Kundera, heel goed in een gebonden editie kunnen. Tenslotte staat het leuker in de boekenkast.’ ‘De grotere vraag vind je niet terug in de verkoopcijfers,’ zegt Maj Spijkers van uitgeverij Bert Bakker. ‘Aan de gebonden uitgaven wordt niet méér verdiend,’ bevestigt ook Maarten Asscher van Meulenhoff. Wel verkocht Meulenhoff ‘enige duizenden’ exemplaren van de gebonden Cirkel in het gras, waarvan onmiddellijk een tweede druk verscheen. Asscher wijst op een veel grotere hang naar luxe uitgaven bij de Britten. London Limited Editions adverteert op het ogenblik met uiterst luxueuze uitgaven van de nieuwste boeken
van Fowles, Lessing, Brookner en Murdoch, voor prijzen die twee en een half maal zo hoog zijn als de normale handelsedities. Een speciale attractie aan de uitgaven, die een week eerder verschijnen, zijn de gemarmerde schutbladen, ontwerp Karli Frigge, ‘made in Holland’.
Bestseller-auteur Jeffrey Archer is terug in de politiek. Archer was van 1969 tot 1974 lid van het Lagerhuis, voor het district Louth, maar moest aftreden omdat een Canadese firma, waarin hij veel geld had belegd, failliet ging door een enorme fraude. Archer beschreef het allemaal in het boek Not A Penny More, Not A Penny Less. Zijn schrijverscarrière was succesvol; men schat dat zijn boeken hem vijf miljoen pond hebben opgeleverd. Archer bleef geïnteresseerd in politiek, in interviews praatte hij er graag over (‘Als mevrouw Thatcher mij morgen belt of ik lid van het Hogerhuis wil worden, doe ik het’) en vorig jaar schreef hij er een grote bestseller over: First Among Equals; liefde, ambitie en verdriet in het Lagerhuis. In juli 1984 werd de gevierde auteur door mevrouw Thatcher op een lunch ontvangen en sindsdien werd in de pers al over een rol van Archer in de politiek gespeculeerd. Vorige week werd bekend dat Thatcher hem gevraagd had als adjunct-voorzitter van de Conservatieven, rechterhand van voorzitter Norman Tebbit, met de speciale opdracht om het programma van de Conservatieven over te dragen naar de kiezer. Archers periode van werken voor de Conservatieven loopt ook tot aan die verkiezingen. Verder heeft hij toch niks te doen, want het manuscript van zijn jongste boek heeft hij eind augustus ingeleverd. Archers boeken, in veel landen een enorm succes, hebben het in Nederland nooit erg best gedaan. Uitgeverij Het Spectrum, die de Nederlandse vertalingen Kain en Abel, Het Kennedy-komplot en De verloren dochter uitbracht, zag af van investeringen in First Among Equals. Uitgeverij Bruna nam de auteur over en hoopt met De eerste onder de gelijken, dat volgende week in de winkels ligt, Archers literaire agent tevredener te stemmen.
Twaalf auteurs van naam en faam bejubelen in een grote advertentie van De Arbeiderspers de kwaliteit van de roman Flauberts papegaai van Julian Barnes. ‘Slim, geestig, boeiend, kortom een verrukkelijk boek,’ vindt Mensje van Keulen. ‘Erudiet en vermakelijk tegelijk: zalig,’ oordeelt Ethel Portnoy. ‘Een van de schitterendste boeken die ik in jaren heb gelezen,’ bekent Jeroen Brouwers. ‘Qua vorm het geniaalste dat ik in jaren gelezen heb,’ roept de immer geestdriftige Boudewijn Büch enthousiaster dan ooit. Voorts citeert de advertentie bewonderende woorden van Marijke Höweler, F.B. Hotz, Harry Mulisch, Rudolf Geel, Doeschka Meijsing, Cees Nooteboom, Maarten 't Hart, en Henk Romijn Meijer. Volgens Peter van Gorssel van De Arbeiderspers hebben de geraadpleegde auteurs geen andere beloning voor hun medewerking gekregen dan een gratis exemplaar van Flauberts papegaai. ‘Alle reacties waren lovend, maar als iemand zou hebben laten weten het een waardeloos boek te vinden zouden we dat waarschijnlijk óók in de advertentie hebben opgenomen. Het is een beetje Amerikaanse manier van adverteren, ja. Persoonlijk houd ik daar wel van.’