Kousbroek
vervolg van pag. 7
moeten doen van iets dat wij nooit kwijt zijn geweest. Wie dat voor zichzelf wil claimen heeft ieder gevoel voor proportie verloren.’ (NRC 2-5-1980)
Om dat weg te durven laten en er die slappe was over ‘zich herkennen’ in ‘beelden in de Europese literatuur’ voor te substitueren is van een schokkende oneerlijkheid, waarover ik het commentaar van tenminste Hans Vervoort (in de uitvluchten van die Hans Moll ben ik niet geïnteresseerd) met belangstelling tegemoet zie. Temeer daar Moll direct daarop Vervoort laat zeggen: ‘Ik begrijp die felheid van Kousbroek niet...’ Ik heb moeite te geloven dat deze uitspraak van Vervoort in werkelijkheid op de geciteerde passage sloeg, dat moet die Moll zo in elkaar hebben geknutseld. Dat blijkt ook uit wat Vervoort er op laat volgen: ‘Als iemand drie en een half jaar ongevraagd van zijn vrijheid beroofd wordt, dan mag hij of zij daar best een haatgevoel aan overhouden. Enige overdrijving kan ik zo iemand niet kwalijk nemen.’
Daarover namelijk heb ik meermalen, privé en in het openbaar, met Vervoort gedebatteerd. Wat hij daar zegt bestrijd ik niet, ik heb daar vroeger al op geantwoord dat het mij niet ontbreekt aan begrip voor zulke gevoelens, maar dat ik de grens trek bij openlijke manifestaties van rassehaat en geschiedvervalsing.
Het is mogelijk dat ik niet vrij ben van een zekere ‘felheid’ en in het vuur van een discussie ga ik wel eens verder dan ik van plan was, maar voor zover ik mij bewust ben heb ik mij altijd beperkt tot de gevallen waarin de bovenbedoelde grens duidelijk werd overschreden - bijvoorbeeld Wim Kan en de keizer, de boeken van Willem Brandt, Jeroen Brouwers, J.G. Ballard; wat ‘kampboeken’ (waarbij ik steeds heb vermeden zwakke schrijvers of schrijfsters rechtstreeks in de haren te vliegen); Beets, de nationale herdenking, et cetera.
Tegen het artikel van Moll heb ik nog een paar andere bedenkingen, maar ik laat het hier nu maar bij. Wat me alleen nog van het hart moet is dat veel mensen - en zeker onder degenen die na 1945 zijn geboren - geen duidelijk perspectief (meer) hebben op de fundamentele verschillen tussen de oorlog in Europa en de zogenaamde Holocaust, en het lot van de Europeanen in de Pacific-oorlog.
■