Hoe men beklemd kan zitten
Verhalen van Vonne van der Meer
Het limonadegevoel & andere verhalen door Vonne van der Meer Uitgever: De Bezige Bij, 118 p., f 24,50
Beatrijs Ritsema
Wat doe je, als je er bij toeval achter komt dat de man met wie je al drie jaar samenwoont, pornoblaadjes in huis verstopt? Voor deze vraag ziet de hoofdpersoon uit Het Limonadegevoel (titelverhaal van de debuutbundel van Vonne van der Meer) zich geplaatst. Een lastig probleem. Hoe ruimdenkend je ook mag zijn, als sommige dingen te dichtbij komen, overheerst de primaire reactie - in dit geval een van weerzin. Met abortus is iets dergelijks aan de hand. Natuurlijk moet het vrij zijn en door de vrouw zelf beslist worden, maar als het iemand uit je heel naaste omgeving betreft, is het toch eigenlijk weer een klein beetje moord. Het is iets onaangenaams, waar je het liefst niets mee te maken zou willen hebben. Maar abortus is een gedwongen keus tussen twee kwaden, terwijl het aanschaffen van pornografie niet zozeer een kwestie van ontsnappen aan een nog ergere ramp is, als wel een bewuste stap om een (wansmakelijke?) behoefte te bevredigen, en in dit verhaal niet als een incident maar als een tot dat tijdstip verborgen gehouden, regelmatig terugkerend gedragspatroon.
De ik-persoon gaat ijverig aan de slag om deze onaangename informatie zodanig te herstructureren dat ze er geen last meer van ondervindt. Aan de eerste impuls - weglopen en de verhouding beëindigen - geeft ze niet toe, want moeten die stomme pornoblaadjes wel zo zwaar worden opgenomen, als voor de rest alles in orde is? Toch blijkt de grootmoedige houding van ‘ieder heeft zo zijn eigenaardigheden’ niet bestand tegen het wantrouwen en de vrees voor hernieuwde onverwachte confrontaties met deze lichtelijk gênante hobby van haar man. Ook de seksuele intimiteit van hen beiden wordt er in haar ogen mee bezoedeld. Het emotionele conflict van de ik-persoon, die een in alle opzichten voldoening gevende verhouding heeft, maar intussen die ene dissonant niet van zich af kan zetten, wordt fijnzinnig beschreven in een heldere, onnadrukkelijke stijl (die trouwens ook de andere verhalen kenmerkt). De oplossing van het conflict is een mentale tour de force die neerkomt op het maken van een verschil met iets en het leggen van een overeenkomst met iets anders.
In het park waar ze altijd met haar zoontje naar toe gaat, bevindt zich een levende pony en eentje van hout. Het zoontje is een beetje bang voor de echte, dus meestal aait hij de houten en voert hem handjes lucht. Op een gegeven dag is de echte pony verdwenen, wat het zoontje heel jammer vindt en hij maakt zich er zorgen over of het wel goed met hem gaat. Toch zoekt hij juist dan geen troost bij het houten paard. Dit brengt zijn moeder tot het inzicht dat het een geen substituut voor het ander is. Er is sprake van twee verschillende dingen: monoseks naar aanleiding van glansfoto's is iets anders dan seks met haar. De overeenkomst die ze aanbrengt en die noodzakelijk is om tot acceptatie van de porno-escapades van haar man te komen, zit'm vervolgens in haar eigen wijze van met seks omgaan, waarin bepaalde fantasieën een belangrijke rol spelen. Porno op papier en pornoin- the-mind liggen in feite vlak tegen elkaar aan, is haar conclusie, die heel legitiem is, maar mij persoonlijk niet helemaal overtuigt omdat er te veel wrikken en wringen aan te pas is gekomen om de walging te kanaliseren. Maar de hoofdpersoon móét wel zo denken, anders zou ze zichzelf niet overeind kunnen houden. Een tot nadenken stemmend verhaal met een mooi, melancholisch einde.
De meeste verhalen van deze bundel hebben originele thema's. ‘Take me to the bullfight’ gaat over een gescheiden vrouw die van haar familie een vakantie naar Portugal krijgt aangeboden. Omdat ze geen zin heeft om voortdurend door mannen lastig gevallen te worden, verkleedt ze zich als zwangere vrouw met een kussen voor haar buik. Het plan werkt uitstekend; ze wordt overal met de geëigende egards tegemoet getreden, maar als ze een Deense toerist beter leert kennen, begeeft ze zich op het hellende vlak van steeds meer leugens die allemaal voortkomen uit die ene aanvangsleugen.
Vonne van der Meer
Hoe men beklemd kan zitten keert terug in meerdere verhalen. Soms komt dit door iets wat de hoofdpersoon (telkens een vrouw maar steeds een andere) zichzelf aandoet, zoals in ‘Take me to the bullfight’, maar ook in ‘Op de plek van de snor’, waarin een moeder ingaat op het voorstel van een vriendin en haar driejarig zoontje mee laat doen aan een reclamefilmpje: naakt en knoeien met vingerverf. Gaandeweg wordt duidelijk dat het kind
vervolg op pag. 14