Humeuren & temperamenten
Liefde
Gerrit Komrij
P. Hermanides
Een goede test voor de ware liefde, zegt Barbellion, is of je de gedachte kunt verdragen de teennagels van je beminde te knippen. Dat is een mooi beeld. Niet alleen vormen die teennagels een symbool voor alles waarmee een minder preutse tijd het afval zou schetsen dat zonder walging moet worden ondergaan - zweet, excrementen - ook zie je er de knieval in, het in dienstvaardige houding aan de voeten liggen van je geliefde. Je bent als het ware zélf de nagelschaar geworden van een godgewijde voet.
Iemands teennagels knippen is iemand met een wapen, hoe nietig ook, te lijf gaan. Seksualiteit is oorlog, liefde gewapende vrede. En tot meer dan gewapende vrede is de mens niet in staat. Hij blijft zichzelf en treedt buiten zichzelf. Zichzelf blijft hij omdat hij, ook al sloot hij een vredescontract, zijn oorlogszuchtige, bloedgierige aard niet verloochenen kan, buiten zichzelf treedt hij omdat hij bezweert dat contract voor eeuwig te sluiten. Onlosmakelijk is liefde verbonden met grote woorden als overgave, vrede, eeuwigheid - en toch zijn op geen enkel terrein de verkleinwoordjes zo in tel. Liefje. Kusje. Holletje. Teennageltje.
Ook laat de liefde, zo voor hemels aangezien, zich met veel welgevallen in aardse termen beschrijven. Je kan de woorden van de honingzoete lippen van je geliefde drinken, je kan iemands welvingen aanbidden, je kan jezelf paradijselijk nedervleien in een goddelijke omhelzing, de sterren van de hemel plukken, de gouden tintelingen tellen in de iris, maar ook gewoon iemands teennagels knippen. Het nederigste gebaar doet geen afbreuk, nee verhoogt eerder de glans van je liefde. Want - paradox nummero zoveel - je gaat pas zwanger van liefde als je je zelf volledig kwijt bent. Wat je liefhebt - die ander - heeft bezit van je genomen. Je kijkt door de ogen van die ander, voelt met de handen van die ander, leeft in het lichaam van die ander. Je knipt je eigen teennagels.
Er heerst een daverende vrede. Weerloos lig je onder je eigen spervuur. En terwijl je je zelf kwijt bent - komt er ooit een einde aan de tegenstrijdigheden? - ben je tegelijkertijd in het verhevigde bezit van al je capaciteiten. De versregels vloeien volmaakter uit je pen, je lichaamsbewegingen zijn ronder en gaver, je doet steeds de juiste dingen, er kruist geen gebochelde dwerg of dissonant meer je pad of je oor, je gevoel voor humor en voor de absurditeiten van het bestaan heeft de hoogste graad van verfijning bereikt en alles wat je aan goedheid mocht bezitten straalt van je voorhoofd, zelfs de goedheid die je niet bezit.
Je zou, als het je mocht worden aangerekend, onuitstaanbaar zijn: een beate idioot. Maar het kan je niet worden aangerekend: je bent een ander. Je bent gelukzalig in commissie. Je bent verliefd.
Hoe lang duurt die staat? Voor velen misschien niet langer dan een teennagel erover doet om aan te groeien. Voor mij is het de staat waarin ik haast onophoudelijk verkeer. Ik ben verliefd op de liefde zelf. Het maakt dat ik 's morgens, bij het ontwaken, de dag niet vol walging tegemoet treed, het maakt dat ik mezelf overdag complimenteus kan toeknikken zonder dat er een grein ijdelheid aan te pas komt, het maakt dat ik 's avonds zonder angst en pijn in slaap val. Owee, als de liefde me eens een dag in de steek laat. Een eenzame asteroïde ben ik dan, een nagelschaar zwevend tussen de wereldbollen, verbijsterd op zoek naar zijn beminde teen.
■