Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 8]
| |
Arthur Lehning
| |
[pagina 9]
| |
gevoelen, dan vinden wij het uitstekend, dat u uitziet naar een andere uitgever.’
Van Oorschot op zijn beurt liet mij weten dat Bert Bakker en hij overeengekomen waren het boek over Marsman samen uit te geven en dat het hem had verheugd dat alle partijen het ‘daarover met plezier eens waren’, maar hij vervolgde:
‘Ik had toen in het minst niet kunnen vermoeden, dat ik je boek over Marsman zo onvoldoende zou vinden. Ik vind het ronduit gesproken slecht. Toen Bert Bakker het mij enkele dagen geleden toezond zonder zijn commentaar, ben ik onmiddellijk met de lezing ervan begonnen. Ik was nieuwsgierig, naar Marsman, nieuwsgierig naar jou. Donderdag heb ik het manuscript, erg teleurgesteld naar Bakker teruggezonden, met mijn commentaar, waarvan de eindconclusie was, dat ik aan uitgave niet wilde meedoen.’
Geert van Oorschot
Bert Bakker
Mijn antwoord aan Bert Bakker (c.c.G. van Oorschot) - gedateerd 28 januari 1952 - betekende het einde van de eerste poging De vriend van mijn jeugd het licht te doen zien. ‘Zeer geachte heer Bakker. De korte tijd die mij nog rest voor mijn vertrek [naar Indonesië] maakt het mij tot mijn spijt onmogelijk nog eens persoonlijk met U over een en ander te spreken; trouwens: het zou niets aan uw negatieve beslissing kunnen veranderen daar het mij toch onmogelijk is zulke omvangrijke wijzigingen in het manuscript aan te brengen, dat dit eventueel wel voor U aanvaarbaar zou zijn. [...] Het is steeds moeilijk objectief tegenover eigen werk te staan, maar het komt mij voor, dat de critiek van U en van Geert van Oorschot zeker ten dele een gevolg is van het feit, dat U beiden iets anders had verwacht: een soort biographie, of althans een vollediger beeld van Marsmans ontwikkeling. Maar, zoals ik in het “Nawoord” vermeldde, heb ik niet anders willen schrijven dan over mijn persoonlijke herinneringen aan en mijn verhouding tot Marsman. Dat zulk een beschouwing beperkt is en eenzijdig ligt voor de hand, maar zulk een, bij implicatie, onvolledig beeld behoeft toch niet per se misleidend te zijn. Of tenslotte zulk een beperkt beeld, resp. wat ik over Marsman te vertellen heb interessant genoeg is om gedrukt te worden, is een geheel andere kwestie en een zaak waarover de uitgevers moeten beslissen en het oordeel van U en van Geert van Oorschot is hierover nu eenmaal negatief. [...] Er is een punt van Uw critiek waar ik het zeer bepaald niet mee eens ben: de onvolledigheid van de citaten uit de brieven van Marsman. Zonder twijfel zou een afdruk in extenso van de 200 epistels vollediger zijnGa naar voetnoot5.Er, maar dit zou niet alleen in de opzet van mijn boek een onmogelijkheid zijn, maar ook om meerdere andere redenen weinig aanvaardbaar. En het nietafdrukken van brieven van Lehning? Er is hier niets merkwaardigs aan aangezien deze, af gezien van enkele door mij vermeldde uitzonderingen, niet bestaan, daar Marsman zijn correspondentie niet pleegde te bewaren. En zelfs als deze bestonden: de lezer zal niet geïnteresseerd zijn in documenten, die een bijdrage zijn voor de biographie van Lehning. Er leek mij geen reden toe en ik had er geen behoefte aan om meer over mijzelf te schrijven dan absoluut noodzakelijk was om onze relatie en de feitelijke mededelingen over Marsman niet in het luchtledige te laten verlopen. De citaten uit de brieven zijn m.i. niet alleen zonder de “corresponderende” brieven volkomen begrijpelijk, maar spreken ook geheel voor zichzelf. [...]’ Hans Gomperts deelde de mening van Martinus Nijhoff en van de beide uitgevers niet. Hij publiceerde in Libertinage twee grote fragmenten van het manuscript onder aan Marsmans oeuvre ontleende titels: Een stuk jeugd en een stuk poëzie en: Op zoek naar het paradijs.Ga naar voetnoot6. Een jaar later, in 1954, zou de volledige tekst, typografisch verzorgd door Helmut Salden, bij uitgeverij W. van Hoeve te 's-Gravenhage verschijnen onder de titel De vriend van mijn jeugd. Herinneringen aan Marsman.Ga naar voetnoot7. Hoe de twee kritische uitgevers achteraf hebben geoordeeld over de publikatie van het afgekeurde manuscript en over de ontvangst door de literaire kritiek, is mij niet bekend.Ga naar voetnoot8.
Arthur Lehning (1899) publiceerde o.m. de essaybundels De draad van Ariadne, Ithaka, Marsman en het expressionisme, een biografie over Bakoenin en talloze studies over het anarchisme. |
|