Akelig actueel
Ten Braven
Zelfs als je niet met vakantie gaat, vertraagt het leven in deze maanden sterk. Je krijgt minder post, er wordt minder opgebeld, je kunt meer lezen. En dan is er gelukkig een dikke pil als Cirkel in het gras van Oek de Jong, die veel stof tot mijmeren geeft. Er wordt werkelijk een wereld van ideeën voor de lezer uitgestald, van de functie van seksualiteit (p. 262), tot de betekenis van de archaïsche glimlach toe (p. 348), via de oorzaken van ieder mentaal lijden op p.307.
We komen bovendien een stoet verrassend overtuigende personages tegen; zo levend dat mijn vrouw me in een tijdschrift een foto aanwees van ‘Zuccarelli’; ik herkende hem meteen: ja, zo moet De Jongs Zuccarelli er hebben uitgezien. Ter zijde mag wel even worden opgemerkt dat de vrouwen tot en met ‘Hanna Piccard’ minder geloofwaardig, onvolledig of wat stereotieper uit de bus komen dan Oeks mannen. Maar misschien denken vrouwelijke lezers daar anders over. Bij Proust krijg je trouwens vaak hetzelfde gevoel: net alsof de mannen van binnenuit gezien en de vrouwen alleen van buiten bekeken worden. Maar dáár ligt zo'n onderscheid ook meer voor de hand, omdat er nu eenmaal een mannelijke verteller is. Toch bevindt De Jong zich blijkbaar in goed gezelschap.
Ik hield maar één ontevreden gevoel over, na de 431ste pagina. Wat is dat toch met die Aldo Moro? Zijn dood speelde ook al een rol in De eeuwige stad van Nicolaas Matsier, maar die novelle had de vorm van een soort dagboek, een verslag van wat één figuur in één bepaalde periode in Rome meemaakt. Deze Cirkel in het gras is echter een zuiver fictionele roman met literaire personages die door een onpersoonlijke verteller van binnen en van buiten worden verkend en opgedist. Het verhaal speelt zich goeddeels in een tijdloos Rome af en in dat decor duikt plotseling weer die volmaakt realistische moord op Aldo Moro op, compleet met het leed van de familie en de sensatiezoekende verslaggeving eromheen. Wat is dat toch? Mogen we in Nederlandse romans niet meer rustig te Rome vertoeven, zonder dat we één specifieke, echt gebeurde ontvoeringszaak meemaken? Voor hetzelfde geld had de schrijver een eigen moordzaak op touw kunnen zetten, desnoods ook in regeringskringen en met het grote voordeel dat de nefaste afloop niet bij voorbaat vast zou staan.
Wat zou De Jong toch genoopt hebben tot het inbouwen van dit Fremdkörper in zijn hoogstpersoonlijke wereld? Zou hij menen dat zijn Rome er levensechter van wordt? En dat terwijl volgens mij het omgekeerde bereikt wordt: de harde krantefeiten doen de verzonnen levens verbleken tot schimmige figuranten. Net alsof bij een spannende verfilming van een middeleeuws riddertoernooi plotseling de microfoon of een scriptgirl in beeld komt.
Wonderlijk genoeg is de reëel-politieke thematiek van de Rode Brigades en hun slachtoffer ook niet rechtstreeks verbonden met de belevenissen of overpeinzingen van de hoofdfiguren in de roman. Ze worden er niet principieel door beïnvloed of gestuurd, zoals bijvoorbeeld Osewoudt bij Hermans door de maar al te reële gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog.
Dat gaat overigens niet op voor één van de bijfiguren. Het jonge meisje Leda wordt in haar prille kunstenaarschap fundamenteel geraakt als men haar de smerige realiteit opdringt. Haar eerste paradijselijke schilderstuk scheurt ze dan open en vult de gaten op met krantekoppen over de moord op Moro. Hier wordt het persoonlijke zinvol met het politieke verbonden, maar toch niet zin voller dan de schrijver met een fictionele, even gruwelijke misdaad had kunnen bereiken.
Ik vermoed dat de voorstanders van het vermoorden van de echte Moro in de roman als tegenargument zouden aandragen dat de waarde van literatuur toeneemt als bij de lectuur een bepaald tijdsbeeld in kenmerkende bijzonderheden zo volledig mogelijk wordt opgeroepen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan I Claudius van Robert Graves dat zeker een deel van zijn charme ontleent aan het feit dat je je telkens realiseert: zo krankzinnig ging het dus toe in het echte oude Rome van rond het jaar nul. (Uiteraard vergis je je dan: Graves berust op hoogst partijdige bronnen als Suetonius die de Keizertijd zwart maakte om de Republiek te propageren).
Toch is het zéker in een historische roman aantrekkelijk bij Karel de Grote of Mao Zedong in de keuken te kunnen kijken, maar bij dat soort lectuur worden heel andere knoppen ingedrukt; je leeshouding is dan als bij het kijken naar een documentaire: je wilt weten hoe het werkelijk is toegestaan. Een speelfilm is daarentegen een ander genre en doet een beroep op een ander soort belangstelling.
Overigens is de grens tussen historische en zuiverfictionele romans niet zo scherp te trekken; dat bleek al in het geval van Robert Graves. Maar de grootheid van een schrijver als Couperus is juist dat ook in zijn niethistorische romans een complete waarheidsgetrouwe wereld wordt opgeroepen, die de indruk wekt: zó moet het in Haagse kringen rond de eeuwwisseling zijn toegegaan. Maar Couperus bereikt dit effect, vrijwel zonder enige verwijzing naar de actualiteit. Nooit valt er in zijn romans een echt bestaande minister; schandalen of moorden die in de pers opgang maakten, komen niet ter sprake en zelfs beroemde schrijvers, acteurs of musici zijn vrijwel altijd fictief.
Als Couperus later - om den brode - op het altaar van de nieuwsgaring offert en krantestukken schrijft over de Eerste Wereldoorlog, geeft hij voornamelijk blijk van wereldvreemdheid en van zijn hunkering weer terug te mogen vluchten naar de hem zo veel vertrouwder wereld van zijn verbeelding.
Trouwens aan die hang naar een overtuigend tijdsbeeld beantwoordt ook Oek de Jong veel treffender door zijn hoofdthema: de onderlinge onbereikbaarheid van twee moderne intellectuelen, dan door zijn journalistieke verslaglegging van het concrete Moro-drama. Net zoals hij op p. 364 schitterend elke specifieke beschrijving van Romes ontelbare kerken vermijdt door Hanna in haar herinneringen alle kerkbezoeken te laten versmelten tot één generieke rondwandeling. Alle actuele toeristieke informatie valt daarmee weg en ‘de’ Kerk van Rome wordt tastbaar. Dat is pas romanschrijven.
■