Humeuren & Temperamenten
Déjà vu
Gerrit Komrij
P. Hermanides
Je bewegingen bevriezen, maar je lichaam stroomt vol warmte. Je weet niet wat er met je gebeurt en toch ben je een en al reflectie. Je schrikt, maar die schrik geeft je tegelijkertijd een superieur, een jubelend gevoel. Je bent als verdoofd en toch zie je alles glashelder. Je bent verslonden en verslindt. De seconde lijkt een eeuwigheid te duren. Er klinkt in je oren een hoog gefluit. Kortom, het déjà vu-gevoel.
Je weet nooit wanneer het je zal overkomen. Het is niet op te roepen en niet naar believen te herhalen. Er zit geen regelmaat in en geen voorspelbaarheid. Je weet niet waarom het gebeurt. Van het ene op het andere moment is het er, als een attaque of een bloeduitstorting, en het laat, gedurende enige tijd, een zinderend gevoel na. Maar ook achteraf, in die sensatie van het wegebben van de verdoving en het terugkeren van het bewustzijn, wanneer de tijdrekening opnieuw in werking treedt en de ruimte rondom je zich ontdubbelt, zou je geen aanleiding weten te benoemen. Geen gebaar, geen geluid, geen temperatuurschommeling zou je als schuldige kunnen aanwijzen. Waarom het je juist op dat moment, en geen ander, overkwam - je kan er zelfs niet eens naar gissen. Het déjà vu-gevoel is je even vertrouwd als raadselachtig.
Ineens werd je uit de tijd en de ruimte getild. Alles wat zich om je heen had bevonden en bewogen speelde zich binnenin je af - je keek naar een kopie van iets wat je al een eeuwigheid bekend was. Precies zo en geen haar anders had je het al die tijd in je meegedragen.
Ooit stond je in hetzelfde vertrek. Er klonk hetzelfde geroezemoes. Hetzelfde getinkel van glazen. Het licht was er eender, en de geur. Maar dat niet alleen: je stond er destijds ook net zo bij, in dezelfde houding, met dezelfde ervaringen achter de rug en dezelfde voornemens voor de boeg. Plaats en tijd waren opgeheven, en toch was er ooit, in een ander heelal, eenzelfde plaats geweest. Toch had je ooit, lichtjaren terug, eenzelfde moment beleefd. Want jij was erbij, al die tijd was je erbij geweest, in een ander lichaam dat hopeloos hetzelfde was.
Die verbluffende verkilling in een hete cirkel, in een band die zowel een knellend harnas als een donzen deken was, die je zoveel schrik en warmte tegelijkertijd verschafte dat je er volstrekt gevoelloos van werd, waarna je je maar schoksgewijs herstelt en tot de werkelijkheid terugkeert, dat is het déjà vugevoel. Je omgeving heeft misschien verbaasd geconstateerd dat je verstrooid voor je uitkeek, dat je halverwege een doodgewone handeling - het inschenken van een glas, het verschuiven van een boek op tafel - stopte of dat je middenin een zin er het zwijgen toedeed, je gezelschap zag je even langs je voorhoofd wrijven of je een droombeeld, een gedachte wilde wegstrijken, om je vervolgens te zien overgaan tot de orde van de dag. Was er iets? Nee, nee, niets. Maar je deed zo raar?
Misschien... Nee, nee. Er was helemaal niets. Je eeuw van afwezigheid is alweer een kortstondige herinnering geworden. Laat het zo blijven, had iemand bij het ontwaken in je geschreeuwd, laat het zo blijven. Die vertrouwdheid met alles, die hitte van er niet te zijn... Maar daar vul je het glas al verder, schuif je het boek op de tafel recht. Bitter en kleurloos lijkt het bewustzijn je nog even, tot je ook dat niet meer in de gaten hebt. De routine walst het wonder om. Het wonder dat zo'n routine leek.
■