| |
| |
| |
De kitsch van het holisme
De hunkering naar volledige harmonie in de kosmos
In de moderne natuurkunde bestaat een groeiende tendens om mystieke wegen in te slaan. In boeken als ‘De dansende Woe-Li meesters’ van Qary Zhukav en ‘Het Keerpunt’ van Fritjof Capra worden pogingen ondernomen om een brug te slaan tussen eeuwenoude, vaak Oosterse, inzichten en recente bevindingen op natuurweterschappelijk gebied. Holisme is de verzamelnaam voor deze denkwijzen die gekenmerkt worden door een zucht naar allesomvattende integratie en een afkeer van verbrokkeldheid. Holisten treft men overjgens ook aan onder cultuurfilosofen, politicologen en literatoren. Michel Korzec, theoretisch fysicus en socioloog, onderwerpt in dit essay de ideeën van Capra en - voor Nederland - de teksten van Roel van Duijn en Harry Mulisch over dit onderwerp aan een kritische beschouwing.
Harry Mulisch
| |
Michel Korzec
Droom Genesis terug. Water en land weer een. Nacht in de dag. Geest op de wateren voordat God dacht Dat het goed was. (Willem van Toorn)
Essay In het monumentale werk van Joseph Needham ‘Science and Civilisation in China’ wordt onder andere gesteld dat moderne natuurwetenschappen op een wonderbaarlijke wijze passen in de symbolen, vormen en gedachten van het Taoisme, een Chinese filosofie die twee en half duizend jaar geleden in Daodejing werd vastgelegd. Needham herhaalde alleen maar hetgeen door alle Chinese en Japanse fysici sinds de jaren twintig werd gezegd. Maar, zoals blijkt uit de stortvloed van boeken van de laatste jaren, het gaat hier om ‘an idea whose time has come’. Zelfs in een uithoek van de aarde als de provincie Sichuan van de Chinese Volksrepubliek (een uithoek in relatieve zin want voor de Sichuanezen liggen de verhoudingen natuurlijk precies andersom) zijn alleen al in het afgelopen jaar niet minder dan twintig boeken verschenen over het verband tussen mystiek en moderne natuurkunde. Maar om welk verband gaat het eigenlijk? We kunnen als volgt beginnen:
Er is een aha-belevenis en er is een oo-belevenis: een oceanische oerbelevenis.
Wat is een oceanische oerbelevenis? Deze bijvoorbeeld: ‘De wereldzee rolde uit aan mijn voeten. Over mij goten de sterren een continue stroom van fotonen. De zandkorrels trilden onder mijn tenen. En ineens wist ik, voelde ik, hoe één dit alles was: siliciumatomen, water, de sterren, mijn ogen en ledematen die naar de kosmos reikten en mijn gedachten die de hele aarde en kosmos omvatten. En op dat ogenblik wist ik dat dit de dans van de Shiva was, de Heer van de Dansers zoals de hindoes hem vereren.’
Dit is een (bewerkte en verkorte) passage uit de Tao van de Fysica van Fritjof Capra, een goed overzicht van moderne natuurkunde en een meesterlijke propaganda voor de interpretatie van deze wetenschap in het licht van de Stille Kracht van de Chinese Taoistische mystiek.
Het holisme, want daar hebben we het hier over, is niet alleen zo maar een kennisleer maar vooral ook een verlangen naar een met betekenis bezwangerde werkelijkheid, naar een eenheid die in de plaats komt van verbrokkeling, machteloosheid die wijkt voor kracht en natuurlijk zinloosheid die vervangen wordt door een netwerk van alomvattende verklaringen. Dit verlangen is vermengd met hunkering naar het woeste wonder die in oude films (of in de huidige Chinese films) wordt uitgebeeld met golvend koren, camera zwenkend naar boomtoppen, het rollen van de donder, de storm der zinnen, u kent dat wel. Bovendien is het ook nog een heimwee naar een wereld zonder velerleiheid en wisselvalligheid. En hoewel woorden telkenmaal tekortschieten om dit allemaal te beschrijven lijken de bewoordingen waarmee de bedevaart naar het oceanisch gevoel in de wetenschap, liefde en politiek worden beschreven verrassend vaak op elkaar.
Albert Speer gebruikte een bijna identieke zinsbouw en idioom om de bewustzijnsverruiming te beschrijven die het aanhoren van een enkele lezing van een bekend Duits politicus bij hem teweeg had gebracht. Om dichter bij huis te blijven: Harry Mulisch hield er niet zo lang geleden een Huizinga-lezing over onder de titel Het Ene terwijl Roel van Duijn er pas een boekje over schreef geheten: Voeten in de Aarde.
Het is duidelijk dat het holisme een Beweging is met een Boodschap. Het holisme, zo heet het in het inimitabele proza van de progressieve christenen (in dit geval in het blad Civis Mundi in het artikel ‘Naar een ongedeelde werkelijkheid’ van J.E. van Veen van de ‘Raad voor de zaken van de Overheid en Samenleving’ van de Nederlandse Hervormde Kerk) ‘Zal ons doen groeien in heelheid in deze gebroken wereld’.
Het zal inmiddels duidelijk zijn dat we hier te maken hebben met de nieuwste poging om geloof en wetenschap met elkaar te verzoenen. Op zich is dit een goed, een mooi en een loffelijk streven. Want het is zonder meer juist dat meeste intellectuelen de laatste twee, drie eeuwen de religie en de theologie niet serieus hebben genomen. En zulks ten onrechte. Daarom weten ze niet eens dat debatten over kennis en moraal die hen bezig houden vaak in nagenoeg dezelfde vorm en met slechte marginale terminologische verschillen gevoerd zijn door Augustinus en Athanasius, Lao Tse en Confucius, de zeventiende eeuwse theologen van het ‘VijfMatKapVolk’ (deze Nederlandse ‘Newspeak’-uitdrukking van driehonderd jaar geleden verwijst naar het volk dat leeft volgens de regels uitgelegd in Kapitel vijf van het Evangelie van Matheüs, de Bergrede dus) en Abraham Kuyper.
Tot zover niets nieuws. Maar er is meer, namelijk de moderne natuurkunde. Of eigenlijk de plotselinge ontdekking van deze inmiddels tachtig jaar oude wetenschap door mensen die doorgaans exacte wetenschappen en technologie tegemoet treden met een opgewekt en enigszins zwakzinnig ginnegappen.
| |
Mystieke metaforen
Fysica werd eens algemeen beschouwd als een vaste burcht van rationalisme en van een materialistisch-deterministische wereldbeschouwing. Die tijd is voorbij. Een voorstander van rationalisme en determinisme zoals er dertien in een dozijn gaan gelooft bijvoorbeeld aan een objectieve werkelijkheid die onafhankelijk van een waarnemer bestaat, waar gevolgen door een oorzaak worden voorafgegaan en waar een scherp verschil is tussen verleden, heden en toekomst. Deze filosofie is onontbeerlijk voor het koken van een ei of het solderen van een defecte polariteitsindicator in een Olivetti M21. Maar men kan daarmee niet het ontstaan van het heelal verklaren noch de bouw van een atoomkern. De taal van de kosmologie is de tensoralgebra in de relativiteitstheorie en de filosofie en poëzie van de subatomaire werkelijkheid worden uitgedrukt en uitgebeeld in de quantumtheorie. Beide zijn in tegenspraak met de dagelijkse ervaringswereld en een daarmee verbonden ‘kop is kop en kont is kont’-wijsbegeerte. Vandaar de onstuitbare opkomst van de mystieke, religieuze en literaire metaforen in de moderne fysica. Een elementair deeltje draagt niet voor niets de naam van een der creaturen uit Finnegans Wake: de QUARK. Een belangrijke eigenschap van een elementair deeltje heet vreemdheid. Een andere belangrijke eigenschap heet, hoe kan het anders, betovering. En waarom zou bij een volgende uitbreiding van de groepentheorie van subatomaire deeltjes niet blijken dat naast de hyperlading ook de begeerte tot de aard der dingen in de wereld van de atoomkernen behoort?
Een van de grondleggers van de quantummechanica, Niels Bohr, heeft gezegd dat wie niet door de quantumtheorie geschokt is niets van deze theorie heeft begrepen. De moderne fysica is niet alleen verbijsterend omdat begrippen als tijd en materie daarin van hun dagelijkse betekenis worden ontdaan. Het verbluffende van de Nieuwe Natuurkunde is dat de uitspraken van hedendaagse fysici vaak een herhaling zijn (of althans lijken) van vragen en antwoorden die vroeger door mystici werden gesteld en gegeven.
Een van de vragen die theologen vroeger probeerden te beantwoorden was de volgende: wat gebeurde er in de tijd voordat God de wereld schiep? Augustinus vond het een bespottelijke gedachte dat God eerst een oneindige tijd heeft gewacht voordat hij eindelijk besloot om de wereld te scheppen. Hij schreef: ‘De wereld en tijd hadden beide een begin. De wereld werd niet in tijd maar tegelijk met de tijd geschapen.’ Dit is precies het antwoord over het ontstaan van het heelal zoals die door moderne kosmologen wordt gegeven. In de relativiteitstheoretische beschrijving van de meest overtuigende kosmogenetische hypothese, de ‘big bang’-theorie heet het: er bestond geen tijd vóór de big bang omdat zowel tijd als ruimte onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Beiden waren afwezig in de ‘singulariteit’ die aan de big bang voorafging.
Fritjof Capra
Tot zover valt tegen het Nieuwe Holisme niets in te brengen. Maar we gaan verder. Hangt alles soms niet met alles samen? En hoe! Is de ‘ecologische levensbeschouwing’ niet per definitie een holistische levensbeschouwing? En of! Staat de moderne medische wetenschap soms niet machteloos tegenover kanker? Voorwaar! Is er trouwens tegenwoordig soms niet van alles mis met de wetenschap? Jazeker! Kijk maar: artsen maken ons ziek, psychiaters maken ons gek, agrarische wetenschappen bevorderen roofbouw op de natuur en honger in de Derde Wereld, economen zijn medeverantwoordelijk voor werkloosheid. Wat is er mis met het onderwijs? Het maakt kinderen dom. Wat is er mis met de bouwkunde? Zij staat in dienst van speculatie, verkrotting en een kazerneachtige uniformiteit. Wat is er mis met de defensie? Zij maakt de wereld onveilig. Wat is er mis met de vrijheid van drukpers? Zij leidt tot het drukken van pornografie. Wat is er mis met de welvaart?
| |
| |
Zij schept valse behoeften en andere vormen van geestelijke verarming. Wat is er mis met onze wetten, rechtspraak en politie? Zij scheppen en bevorderen misdaad. ‘Milieu, veiligheid, economie, politiek - allemaal lijken ze te lijden aan een geheime, nieuwe ziekte. Een en dezelfde, erger dan herpes of aids.’ (Voeten in de Aarde)
Maar er is hoop: Het Holistisch Alternatief. Smeedt informatica de wereld soms niet tot een brok samenwerking, tot een universeel bewustzijn dat als een tweede dampkring rond onze planeet hangt, een ‘Noosfeer’ (Teilhard de Chardin) van ‘Synergie’ waarvan wij met onze terminals en onze databestanden de levende cellen en zenuwstelsels vormen? Zijn er soms niet overal de ‘Tekenen van het Tijdperk van de Waterman’ (Voeten in de Aarde)! Waar moet je beginnen als je deze holistische vloed van wetenschapskritiek, wetenschapsfilosofie en magie, van Chinese mystiek en frisse ‘Computopie’, horror fiction en Blijde Boodschap en van nog veel meer in kaart wil brengen? In de volledigste vorm bij Fritjof Capra. In een notedop bij de enige echte Nederlandse ideoloog van onze tijd. Roel van Duijn. Ziehier de Oceanische Oerbelevenis zoals vertolkt in ‘Voeten in de Aarde’:
‘Ik keek toe vanuit een wilgenbosje. Het was nog donker. De schimmen van Lies en de anderen, van de theosofische kinderclub die die zaterdagnacht bij ons gelogeerd had om met z'n allen naar de zonsopgang te kijken, verspreidden zich over het duin. Gisteravond was Lies de zon geweest en hadden wij Aarde, Mars, Venus en de anderen giechelend, aangespoord door mijn vader en moeder, om haar heen gedraaid. Ik kende de hemellichamen van het planetarium. Nu zag ik de echte sterren verfletsen, zoals een landkaart die met geheime inkt getekend is en door het opdrogen onzichtbaar wordt. Tussen de natte brem vlogen met kleine explosies de fazanten op. Toen verscheen tussen de bomen een vuurtje...’
Twee elementen keren altijd terug in deze beschrijving van plotseling doorbrekend Inzicht in de Onderlinge Harmonie: het zijn beschrijvingen van een authentieke belevenis en het is pure en totale kitsch. Beide kenmerken zijn niet met elkaar in tegenspraak want het komt vaker voor dat mensen die ‘naar hun echte zelf reiken’ (Voeten in de aarde) dit doen in de lyriek en epiek van Anja Meulenbelt en Vader Abraham.
De beschrijvingen van het Oceanisch Oergevoel zijn kitsch in de Kunderiaanse zin van het woord: in deze Visioenen van Volheid, van het Geheel, van God en Heel de Wereld ontbreekt iets wezenlijks. Te weten: alles wat lelijk, vervelend, ongerijmd, onwelriekend, gevaarlijk, vies en voos, zondig, walgelijk, verschrikkelijk is aan de Schepping. Ik zal dit illustreren door een van de Oceanische Oerbelevenissen aan te vullen en in eigen woorden na te vertellen: ‘Ik stond aan de Prins Hendrikkade en voor mij klotste het IJ. Boven mij zonden de sterren een stroom van fotonen. De warme siliciumatomen trilden onder mijn voeten. Boven mij vloog een zilvermeeuw spiedend naar vis. Een kat at een stinkende haring waaruit paarse maden kropen. Twee schurftige honden deden een halfslachtige poging tot copulatie. Ineens voelde ik hoe één dit alles was: het drijven van olievlekken op het water, het krijsen van zilvermeeuwen, het kruipen van bruine ratten en het krioelen van luizen in het haar van een junk die in de trance van een zojuist toegediend shot met open mond naar deze wonderen staarde. En ik wist dat ik en vader hemel en moeder aarde en tante meeuw en oom junk en broeder atoom en zuster luis allemaal een deel vormden van een groot geheel die door de Taoisten dao (de weg, de waarheid) wordt genoemd, door Christenen gemeenschap en liefde en door Boeddhisten nirvana (de vernietiging van Liefde, Haat en Dwaling).’
Dit klinkt al veel realistischer, nietwaar? Maar ik geef toe: als propaganda voor het holisme mist het een zekere wervingskracht. En dit geldt ook voor de vaststelling dat de nauwkeurigste uitbeelding van de organisch-holistische wereld (voordat in deze wereld verschrikkingen zijn binnengeslopen als locomotieven, lopende banden, raketten, dip-schakelaars en de scheiding tussen Kerk en Staat) te vinden is in de helse visioenen van Jeroen Bosch.
| |
Nepsynthese
Er is één aspect van het holisme dat meestal zo verscholen blijft dat je welhaast moet aannemen dat de propagandisten van deze filosofie zich er niet eens van bewust zijn. Het holisme gaat niet alleen over Stille Krachten maar ook over Bloed en Aarde en Gezonde Gevoelens en de Waarheid als een Koe en tal van andere verschijnselen en metaforen die men vroeger met Blut und Boden placht aan te duiden. Kortom: het holisme ressorteert onder de familie van organische en organistische filosofieën waartoe ook onder andere het fascisme behoort. Er zijn drie manieren om met dit feit om te gaan. De eerste manier is om het feit schuimbekkend te ontkennen en deze brede weg wordt door bijna alle propagandisten van het Holistisch Alternatief ingeslagen. Het siert Roel van Duijn (die tenslotte politicologie heeft gestudeerd) dat hij deze weg niet kiest maar zijn behandeling van het probleem is zo mogelijk nog onbevredigender. Ja, zo schrijft hij ongeveer, Mussolini's corporatieve staatsfilosofie (en die van de Limburgse pater Poels) maakte gebruik van een ‘autoritaire... opvatting van het organische’ maar ‘dat is iets heel anders’. Want hoe kan iets wat in wezen organisch, solidair democratisch en anti-autoritair is een meer dan oppervlakkige gelijkenis vertonen met filosofieën die gebaseerd zijn op gehoorzaamheid en onderschikking van de ene mens aan de andere? Deze poging om het holistisch-organische van onaangename, ‘oneigenlijke’ elementen te ontdoen is het spiegelbeeld van de al even flauwe poging van Harry Mulisch in Het Ene om het holisme te vervolmaken middels een nepsynthese: ‘Zo ben ik dus aangeland bij een soort holistisch reductionisme, dat tegelijk de tegenstelling tussen de twee gezichtspunten overwint.’
Het is moeilijk om voor beide kunstgrepen veel respect op te brengen. Zo'n respect zou in het eerste geval (het verband tussen holisme en totalitarisme) op z'n plaats zijn, als een holist bijvoorbeeld het volgende op papier zou durven zetten: ‘Ja, het is waar dat mijn filosofie verwantschap vertoont met het fascisme en het nationaal-socialisme. Dit bewijst dat deze bewegingen ook waardevolle en interessante kanten hebben die we serieus behoren te nemen. Het is geen toeval dat de Centrumpartij uit de Milieubeweging is voortgekomen en het is niet waar dat het ecologische programma van de Centrumpartij pure demagogie is. En als men communisten verdedigt door er op te wijzen dat ze tegen het fascisme hebben gestreden waarom zou je dan niet iets dergelijks ten gunste van de fascisten mogen zeggen?’
Ook deze openhartigheid zou het realiteitsgehalte en intellectuele gehalte van het holisme ten goede komen maar, alweer, ik geef toe dat dit ten koste zou kunnen gaan van de bijna onweerstaanbare propagandistische aantrekkingskracht van Holisme als Keerpunt en als een Richtingsaanduiding voor de Nieuw Orde. Het holisme is vooral een afwijzing van dit aspect van het leven: de twijfelachtigheid, de onverschilligheid, de onkenbaarheid, de verwardheid, de dubbelzinnigheid en tienduizenddubbelzinnigheid van de wereld. Het is de opheffing van deze dubbelzinnigheid en ongerijmdheid die door holisten van uiteenlopende soorten en schutkleuren wordt beloofd. Het vereist nauwelijks enige scholing maar slechts een minimaal achtergrondgeheugen om te merken dat dit precies hetzelfde is als wat een tijdje geleden, soms door dezelfde mensen, onder de leuze ‘opheffing van de vervreemding’ aan de man werd gebracht.
Een mens kan het blijkbaar nooit aanvaarden dat zij (sommige holisten onder wie Capra volgen de richtlijnen van het feministisch taalpuritanisme) die voor homogene eenheid geschapen is haar leven moet slijten in verdeling en heterogeniteit. Het begint al met de onzalige opsplitsing van de mens in twee geslachten waarover sinds Socrates wordt geklaagd en er komt maar geen einde aan de delingen: mens-natuur, lichaam-geest, kennis-geloof, genade-recht, kennis-wijsheid, enkeling-maatschappij, wetgevende-uitvoerende-rechterlijke macht, het Goede - het Schone - het Ware. Ach, konden die allemaal samenvallen!
Roel van Duijn
| |
Geünifieerde veldtheorie
Waarom is het eigenlijk zo erg dat er delingen bestaan? Omdat deze delingen tot conflicten leiden. En het is uiteindelijk een sprookjeswereld zonder conflicten, de volledige harmonie, de vereniging der tegenstrijdigheden die ons beloofd wordt door Roel van Duijn, Thomas van Aquino, Karl Marx, Mient-Jan Faber en Albert Einstein. Jawel, ook door Albert Einstein! Want heeft deze natuurkundige niet soms de helft van zijn leven besteed aan de geünifieerde veldtheorie waarin de gravitatietheorie en het elektromagnetisme, de krachten die de atoomkern en het heelal bij elkaar en uit elkaar houden, door één wet en één mathematische taal beschreven en verklaard zouden worden?
De geünifieerde veldtheorie bestaat niet en zal waarschijnlijk ook nooit komen. Want wil zij bestaan dan moet de natuur een eigenschap hebben die een kopie is van het verlangen naar een ongedeelde wereld. Dit verlangen is een eigenschap van de menselijke geest, dus ook van natuurwetenschappelijk gevormde menselijke geesten. Maar er is letterlijk geen enkele dwingende reden te bedenken waarom de wereld zich naar deze hunkering zou moeten schikken. Het heeft er alle schijn van dat de eenheid van de natuur een nuttige mythe is (nuttig omdat zonder het geloof in deze mythe vermoedelijk een aantal ontdekkingen zouden zijn uitgebleven) maar het blijft een mythe. Het is geen wetenschap maar een geloof van natuurkundigen die door Fritjof Capra in Het Keerpunt tot cultus is uitgebouwd, door Van Duijn als de basis van een nieuwe politieke ideologie wordt voorgesteld en door Harry Mulisch in Het Ene als volgt wordt aangeroepen: ‘Alles vermenigvuldigt zich, dijt uit, maar bewaart daarin steeds de afkomst uit het Ene. En het gaat er ook op toe, want in het verschiet ligt het Ene in de vorm van een eindkraak. Maar al geruime tijd eerder zal de geünifieerde veldtheorie zijn opgesteld. (...) Dat de geünifieerde theorie mogelijk moet zijn, dat wil zeggen dat alles terug te voeren is op een oerkracht, dat staat - kenmerkend genoeg - voor iedereen als een paal boven water.’
Kenmerkend voor wat? Onder andere voor alle totalitaire lusten die Harry Mulisch als geen andere intellectueel in ons taalgebied heeft verwoord. En het kenmerk bij uitstek (ik zou het bijna zeggen in het bijbelse taalgebruik van Capra-Mulisch-van Duijn: het Kainsteken) van de nieuwe en oude holistische predikers is een zo totale aversie van het totalitarisme-begrip dat ze het woord ‘totalitarisme’ niet eens in de mond durven te nemen en gedachteloos grijpen naar het eerste het beste scheldwoord of verdachtmaking als ze er toch van tijd tot tijd iets over moeten zeggen. Ziehier, alweer, hoe Mulisch in Het Ene (ik ben geloof ik de enige ter wereld die de volledige tekst van deze
| |
| |
Huizinga-lezing echt helemaal gelezen heeft) de vloer denkt aan te vegen met wetenschapsfilosoof Karl Popper (de man die onder andere onder de verzamelnaam ‘kritisch rationalisme’ tegen het holisme zeef veel antigif in boekvorm op de markt heeft gebracht): ‘In zijn “Open Society and its Enemies” spant hij zich in om communisme en fascisme over een kam te scheren (die van Hegel) en dan ontstaat automatisch een soort Nato-ideologie.’
Verderop in Het Ene kwam ik de volgende indrukwekkende gedachte tegen die ik voor eigen doeleinden wilde overnemen: ‘Alles kent nu eenmaal zijn uitwassen, maar het moet daaraan niet beoordeeld worden. Alles en iedereen heeft het recht, beoordeeld te worden aan zijn beste daden.’ Hitler en Stalin (nu ben ik weer zelf aan het woord) dienen beoordeeld te worden aan hun successen op het vlak van de werkloosheidsbestrijding, Autobahnen en Cultuurpaleizen. En iets dergelijks geldt voor de prestaties van mensen als Mulisch en van Duijn.
Daarom wilde ik het tot slot niet hebben over het holisme volgens Mulisch en ook niet over de bijbel van het holistisch totalitarisme, Het keerpunt van Fritjof Capra, zoals die heden wordt nageblaat, nagekakeld en nageknord vanaf Wending (Maandblad voor evangelie, cultuur en samenleving) tot en met de Wetenschapsbijlage van NRC Handelsblad. Bovendien is het eerlijker om niet zozeer iets te kritiseren waar je toch al bij voorbaat iets tegen hebt maar juist iets waar je als het ware een brok van je eigen ware zelf in kunt herkennen. In mijn geval: moderne natuurkunde en de Chinese mystiek. Zoals gezegd heeft Capra zeven jaar voor Het keerpunt De Tao van de fysica geschreven. Daarin werden de overeenkomsten tussen de moderne natuurkunde enerzijds en Oosterse wijsbegeerte anderzijds op een overwegend interessante en genuanceerde wijze beschreven. In dat boek komt onder andere de volgende beschrijving voor van de overeenkomst tussen de zogeheten ‘schoenveterhypothese’ uit de deeltjesfysica en het beeld van de wereld uit de Avatamsakasutra: ‘De Toren is zo uitgestrekt en weids als de hemel zelf. De vloer is geplaveid met ontelbare edelstenen van alle soorten. En in de Toren bevinden zich ontelbare paleizen, veranda's, vensters, trappenhuizen, leuningen en doorgangen, welke alle vervaardigd zijn uit de zeven soorten edelstenen. En binnen deze weidse Toren, vol van de prachtigste ornamenten, bevinden zich honderdduizenden andere torens, elk even vol met de prachtigste ornamenten als de grote toren zelf en elk zo weids als de hemel.’
‘De Toren in deze passage’ - legt Capra uit - ‘is het beeld van het universum zelf, en... de ervaring van wederzijdse doordringing dat in de toestand van verlichting wordt beleefd, kan gezien worden als het mystieke equivalent van de tot in het uiterste doorgevoerde schoenvetertoestand, waarbij alle verschijnselen in het universum in harmonieuze onderlinge verbondenheid verkeren.’
| |
Protowetenschappen
Waar, o waar heb ik zo'n vergelijking eerder gelezen? In het dagboek van de eerste Chinese gezant in Europa, hertog Zeng. In de aantekening van 11 juli 1879 komt de passage voor waarin de ambassadeur met citaten uit Yi Jing (het boek der Veranderingen) probeert aan te tonen dat oude Chinese denkers reeds alle ontdekkingen, innovaties en machines van de Westerse wetenschap en technologie hadden voorzien en voorspeld.
‘Wolken en donder, ...ontwarrend en ordenend’ - haalt Zeng aan en hij concludeert: ‘De Heiligen hebben al het principe voorspeld van elektrische ladingen.’
‘Hij remt zijn wielen’, ‘Aanval tegen het duivelsland’, ‘Het is bevordelijk om de grote stroom over te steken’ - gaat de mandarijn verder en hij besluit: ‘Dus hadden de Heiligen ook al, een paar duizend jaar geleden, een vage notie van stoommachines om schepen en treinen uit te rusten die verre reizen maken.’
Capra en ambassadeur Zeng hebben allebei gelijk: er zijn parallellen tussen de moderne wetenschappen en de vroegere protowetenschap. De protowetenschappen van Chinese (en Griekse) klassieken onderscheiden zich doorgaans zelfs in gunstige zin van de huidige wetenschapsbeoefening omdat daarbij vragen bijna nooit (zoals bij moderne wetenschappen) onbeantwoord blijven. Maar het probleem met deze uitputtende en alomvattende systemen voor de verklaring van de wereld is dat ze verklaringen geven die geen verklaringen zijn: water is nat omdat het uit natte elementen bestaat, de appel valt van de boom omdat zulks tot de natuur van boom en appel behoort, de dag wordt gevolgd door de nacht omdat yin en yang elkaar in evenwicht moeten houden, mensen worden ziek omdat hun lichaamsharmonie of stroming van gi in hun lichaamsmeridianen is verstoord.
Natuurlijk zijn er mooie kanten aan mystiek en aan geloof in universele relaties tussen mens en mens, mens en kosmos, mens en atoom. Maar als je toch op zoek bent naar de taal der liefde, mystieke extase en een revolutionair geloof (en wie zoekt er niet op zijn tijd naar deze prachtige en ver boven elke wetenschap verheven zaken) waarom zou je zo'n omslachtige weg inslaan als het lezen en aanhoren van al die verhalen over Einstein-ruimtes, de debatten van Copenhagen, onzekerheidsrelaties van Heisenberg en de verbanden tussen hadronen, pi-mesonen en quarks? Waarom lees je niet meteen iets van Lao Tse? Of als de Nederlandse beschaving je lief is waarom niet terug naar Hadewijch? ‘En zie, ik zag hoe ik als bruid binnengenomen werd in de liefdesvereniging door Hem die daar troonde in de draaikolk der voortwentelende schijf. Ik werd met Hem verenigd en wist met zekerheid dat deze eenheid mijn deel was.’
Prachtig, nietwaar? Maar zijn er niet eveneens prachtige en verheffende kanten aan de traditie van het kritischrationalisme? Zo gebeurde het bijvoorbeeld in 580 voor Christus dat de prins van Jin de beroemde arts Huan liet halen om hem (de prins) van zijn ernstige ziekte te genezen. De kroniekschrijver bericht er het volgende over: ‘Nadat hij een onderzoek had verricht zei dokter Huan: “Deze ziekte is ongeneeslijk. Geen naald kan het doordringen, geen kruid kan het bereiken. Er kan niets aan worden gedaan.” De prins riep uit: “Wat een uitstekende arts”, overlaadde hem met eerbewijzen en stuurde hem terug naar Qin’.
■
Fritjof Capra, De Tao van de Fysica. Het Keerpunt. Civis Mundi, Oktober 1984 (Holisme-nummer: Integraal denken en reductionisme). Roel van Duijn, Voeten in de Aarde. Guan Geng, Xiandai Wulixue yu Dongfang Shenmizhuyi (Moderne Natuurkunde en Oosterse Mystiek), Sichuan Volksuitgeverij 1983. Harry Mulisch, Het Ene. Wending (Maandblad voor evangelie, cultuur en samenleving) 1984 nr. 8 (Natuurwetenschappen en mystiek: Een paradigma?). Zeng. Gezant in Europa.
|
|