[Nummer 32 - 10 augustus 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
Café Hoppe aan het Amsterdamse Spui blijkt een stimulerende inspiratiebron voor buitenlandse uitgevers, die hier plotseling beseffen dat het sociale leven in hun vaderland een impuls behoeft. Vorige week signaleerden we hoe twee Britse uitgevers staande aan de tapkast van Hoppe op het idee kwamen een Groucho Club voor vakgenoten in Londen te openen. The Washington Post meldt nu dat Mark Gompertz, redacteur van Overlook Press te New York, vorig jaar in hetzelfde drinklokaal op een dergelijke gedachte kwam. Vorig jaar werd het in Amsterdam geboren idee werkelijkheid in de Gloccamorra Club, een onopvallend etablissement nabij Third Avenue in New York, waar schrijvers en uitgevers elkaar in een informele sfeer kunnen ontmoeten. De club mocht onlangs Umberto Eco verwelkomen, die op de laatste avond van zijn Amerikaanse tournee een alcoholische stop in het trefcentrum - na een reeks vermoeiende cocktailparty's met een plichtmatig karakter - zeer op prijs stelde. Eco betrad de Gloccamorra Club overigens aanmerkelijk later dan het tijdstip dat was afgesproken. ‘Hij was de straat wel tien keer op en neer gelopen,’ zegt Gompertz. ‘Eco was op zoek naar een Mexicaans restaurant. Hij dacht dat het de Guacamole Club was.’
De beroemde foto van de jeugdige Jan Cremer die stoer vanaf een motor in de lens blikt - herdruk na herdruk afgebeeld op de omslag van zijn debuut Ik Jan Cremer - wordt binnenkort opnieuw gebruikt op de voorzijde van het volgende boek van de schrijver. In september verschijnt bij Loeb uitgevers het plaatwerk Jan Cremer in beeld, dat ‘meer dan duizend foto's en documenten’ zal bevatten die getuigen van ‘zijn reizen over de wereldbol, van Mongolië tot Bali, van Groenland tot de Seychellen, van zijn werk in Amsterdam, Den Haag, Moskou en New York, meestal omringd door vrouwen en vrienden maar vaak ook alleen, trouw aan zijn devies: het leven is een eenmansguerrilla’.
Roel van Duijn heeft besloten dat ‘als er aanzienlijk verdiend gaat worden’ aan zijn onlangs bij Meulenhoff verschenen gedenkboek over Provo ‘een deel van de opbrengst zal gaan naar nieuwe acties in de geest van provo’. Vanuit zijn vakantieadres in Limburg reageert hij op de geïrriteerde geluiden van ex-provo's die zich er eerder in deze rubriek over beklaagden dat buiten hun medeweten en zonder betaling artikelen van hun hand in de bundel waren opgenomen. Van Duijn: ‘In elke colofon van het tijdschrift Provo stond destijds dat er op de artikelen geen copyright rustte. We hebben in 1967 bij De Bezige Bij Het beste uit Provo laten verschijnen en daar was evenmin toestemming voor aan de schrijvers gevraagd. Waarom dan nu wel? Destijds vond iedereen het prachtig dat de stukken nog eens in boekvorm werden gepubliceerd.’
Saskia Otter, die tot dusver hoofdzakelijk bioscoopfilms van de juiste ondertitels voorzag, vertaalde de internationaal spraakmakende roman The house of the spirits van Isabel Allende. Het boek gaat hier Het huis met de geesten heten en verschijnt in september bij de Wereldbibliotheek. In november reist mevrouw Allende - een nicht van de vermoorde Chileense president - ter promotie van het boek naar Nederland. Te hopen valt dat de Nederlandse vertaling van de roman nauwkeuriger is dan de vertaling die Isabel Allende zelf maakte. Volgens het Britse vakblad Bookseller bekende de schrijfster onlangs tijdens een forumbijeenkomst in Londen dat ze tijdens het vertalen van een boek van Barbara Cartland per abuis de zachtaardige heldinnen uit het verhaal als vrijheidsstrijders ten tonele voerde.
Het papier - en naar we mogen aannemen: ook de betaling - van het geïllustreerde mannenblad Playboy is goed genoeg voor nu en dan een kort verhaal van eminente schrijvers als Jan Wolkers, Hugo Claus, Harry Mulisch, Maarten 't Hart en zelfs Viola van Emmenes. Duidelijkheid over de criteria waaraan een short story moet voldoen om voor plaatsing in het magazine in aanmerking te komen verschaft de brief waarmee Playboy-redacteur Guus Luyters een bijdrage van de schrijver A. Moonen retourneerde. Luyters schreef: ‘Waar wij grote behoefte aan hebben is een enigszins vrolijk, ironiserend verhaal. Vooral in het begin van uw verhaal Kennismaking leek het die kant op te gaan; als u een verhaal heeft of ooit schrijft waarin die toon wordt doorgezet, dan houden wij ons van harte aanbevolen.’ De geweigerde vertelling is een onderdeel van de bundel De wurger van Delft, die volgens de auteur komend voorjaar bij uitgeverij Veen moet verschijnen. Moonen hoopt dat het hem lukt het manuscript vóór de in het contract genoemde ‘streefdatum’ van 31 december 1985 te voltooien. ‘Ik heb nog maar een kwart van het boek af, ik heb er al aan gedacht me met een touw aan mijn schrijftafel te laten vastbinden, maar het probleem is dat er niemand is om me af en toe een kop koffie aan te reiken,’ verzucht Moonen. ‘Overigens, dat Pleeplooiblad is helemaal niets, beste man. Ze hebben me een gratis exemplaar gestuurd en dat heb ik vol walging ter zijde geschoven. Dat Pleeplooiblad is gewoon derderangs. Ik ben eigenlijk ontzettend blij dat ze dat verhaal van mij geweigerd hebben.’
Kort voor zijn dood voltooide Heinrich Böll de roman Frauen vor Flusslandschaft, die op 19 augustus in een oplage van honderdduizend exemplaren bij Kiepenheuer & Witsch verschijnt. Vier dagen na het overlijden van de schrijver belandde de ongepubliceerde roman ‘in dialogen en monologen over wat zich achter de coulissen van de politiek in Bonn afspeelt’ op het bureau van uitgeverij Elsevier, die de boeken van Böll in Nederland uitbrengt. Elsevier komt op zijn vroegst komend voorjaar met de vertaling van wat in de bondsrepubliek inmiddels ongelezen als een bestseller werd bestempeld. ‘We gaan niet even snel een vertaling afraffelen; we hebben in devote stilte van de dood van Böll kennisgenomen. Elk lijkenpikgedrag is ons vreemd. We zijn geen aasgieren,’ zegt uitgever Toine Akveld. De vraag naar romans van Böll steeg de afgelopen weken enigszins in ons land, zij het niet zo spectaculair als in Duitsland. Herdrukken heeft Elsevier niet op stapel staan. Vorige week verscheen weliswaar een pocketeditie van De verloren eer van Katharina Blum, ‘maar die was al lang gepland’, aldus Akveld. Hij overweegt wel binnen afzienbare tijd een aantal niet eerder in ons land gepubliceerde korte verhalen van Böll te bundelen. Deutsche Taschenbuch Verlag (DTV) in München pakt het grondiger aan: twintig van de drieëndertig boeken van Böll worden herdrukt. In de drie dagen die lagen tussen de dood en de begrafenis van de schrijver werden van Ansichten eines Clowns vijfentwintigduizend exemplaren verkocht, van Die verlorene Ehre der Katharina Blum drieëntwintigduizend en van het Irischen Tagebuch tienduizend. Katharina Blum brengt DTV binnenkort uit in een oplage van
honderdduizend stuks.
De strijd tussen Feministische Uitgeverij Sara en Wereldbibliotheek, die beide plannen hadden om Een onafhankelijke vrouw van Annie Salomons opnieuw uit te brengen, is in het voordeel van de laatste beslecht. Sara had het boek nog deze zomer willen uitbrengen, maar dit gaat niet door nu blijkt dat de rechten in een contract van 1914 en later nog eens vernieuwd in een contract van 1951 bij Wereldbibliotheek berusten. Het boek verschijnt daar volgend voorjaar, ‘samen met nog een aantal andere titels uit het rijke oud fonds van de Wereldbibliotheek’, meldt Joos Kat van deze uitgeverij triomfantelijk.