En verder:
Toen Bertolt Brecht in 1934 naar Denemarken uitweek ontmoette hij daar een toneelspeelster en journaliste Ruth Berlau. Zij was bekend als de ‘rote Ruth’ en oprichtster van een ‘revolutionair arbeiderstheater’. Tussen Brecht en Berlau ontspon zich een intensieve werk- en liefdesverhouding die Brecht heeft vereeuwigd in zijn Lai-tu verhalen en beschouwde als ‘Paradigma einer modernen Liebe’: Liebe als einer Produktion. Toen Brecht naar Zweden ging, en later van het ene land naar het andere, volgde Berlau hem, van Finland, de Sovjetunie tot Amerika. Brecht stierf in 1956, Berlau onder tragische omstandigheden in 1974. Hans Bunge, die eerder een boek heeft gepubliceerd met gesprekken met Hans Eisler, (Fragen sie mehr über Brecht) heeft haar herinneringen op band opgenomen en nu samen met haar persoonlijke aantekeningen uitgegevan: Brechts Lai-lu - Erinnerungen und Notate von Ruth Berlau. Het boek verschijnt in augustus bij Luchterhand.
Het boek wordt geafficheerd als de ‘Italiaanse Bestseller nr. 1’ en toch gaat het niet om de liefdesavonturen van de paus. Het betreft de Storia della filosofia greca, een geschiedenis van de Griekse filosofie in 224 pagina's en beperkt tot de voorsocratici, dat wil zeggen: Thales, Democritus, Heraclitus, Pythagoras, Empedokles, geschreven door Luciano De Crescenzo, een ingenieur uit Napels. De Crescenzo behandelt deze filosofen alsof ze tot op de dag van heden in de straten van Napels wandelen en redetwisten zonder dat hij ook maar één feit of redenering opoffert ten behoeve van een aangename presentatie. Het boek wordt nu ook in het Duits vertaald en uitgegeven door Diogenes Verlag in augustus.
De Oostenrijkse schrijfster Ingeborg Bachmann, wier werk aarzelend in het Nederlands wordt vertaald, schreef in 1949 een proefschrift aan de universiteit van Wenen onder de titel Die Kritische Aufnahme der Existentialphilosophie Martin Heideggers. Het kwam toen niet tot een boekuitgave, zodat belangstellenden in het werk van Bachmann het nooit hebben kunnen raadplegen. Piper Verlag geeft het boek nu uit met commentaren van Robert Pichl en een nawoord van Friedrich Wallner. Bachmanns ‘kritiek’ op Heidegger had tot gevolg dat zij in haar latere werk geleidelijk meer verwantschap ging voelen voor de filosofie van Wittgenstein.
De schrijfster Vita Sackville-West, echtgenote van de schrijverdiplomaat Harold Nicolson en vriendin van Virginia Woolf, bewoonde het landgoed Sissinghurst. Daarbij hoorde een enorme tuin die door Sackville-West persoonlijk werd gecultiveerd. Zij schreef ook over tuinieren in The Observer en daaruit ontstonden weer boeken die veel verkocht werden. Jane Brown heeft de schrijfster nu beschreven in ‘A Gardening Biography’ onder de titel Vita's Other World. (Viking Press, oktober)
Bruintje Beer heet in Engeland Rupert Bear. Hij wordt op 8 november aanstaande vijfenzestig jaar, al zou je dat niet zeggen. Al die tijd heeft hij zijn leven geleid in de Daily Express. Zijn moeder was Mary Tourtel en dat bleef ze tot 1935, het jaar dat ze ermee ophield omdat haar ogen achteruit gingen. Bruintjes tweede ouder werd Alfred Bestall en hij bleef het dertig jaar. Hij is nu tweeënnegentig en woont in North Wales. De Engelse uitgever Pavillion publiceert in november een boek over het leven van Bruintje geschreven door George Perry in samenwerking met Alfred Bestall: Rupert: A Bear's Life.