Een van de belangrijkste thema's van uw werk is verraad, met name in De laatste tango. In deze roman lopen uw slechtste vrouwen rond: ze haten elkaar, proberen elkaar een hak te zetten, bedriegen elkaar. Hier heeft u opvallend weinig mededogen met de vrouw.
‘Dit was een belangrijk kenmerk van een samenleving waarin de vrouw werd onderdrukt: de vrouwen minachtten elkaar omdat ze zichzelf minachtten. De een was een spiegel van de ander: in de andere vrouwen zagen zij hun eigen onwaardigheid weerspiegeld. Het feminisme heeft afschuwelijke trekken, maar de grote verdienste ervan is dat het solidariteit heeft gebracht tussen vrouwen. Vroeger had een vrouw geen ergere vijand dan een andere vrouw.’
Ondanks alle lage streken die uw personages elkaar leveren heerst er geen sfeer van ontgoocheling in uw werk.
‘Nee. Ik geloof dat de dingen beter kunnen worden. Ik zie waar de vergissingen zitten. Ik geloof niet dat de mensheid verdoemd is, maar dat er sinistere fouten zijn gemaakt. Het idee dat seks zondig is bijvoorbeeld. Ik geloof wél in zonde: iemand onderdrukken is zondig, geweld is zondig.’
Je zou uw werk kunnen omschrijven als een amalgaan van tangoteksten, filmverhalen, dialogen, brieven, kranteberichten, documenten, rapporten, etc. De verteller ontbreekt. Vanwaar deze voorkeur?
‘Ik ben niet egocentrisch. Mijn personages interesseren mij meer dan mijzelf. Ik vind mijzelf niet zo boeiend. Mijn personages hebben uiteraard altijd met mij te maken. Ze interesseren me vanaf het moment dat ik iets met ze gemeen heb, een onopgelost probleem bijvoorbeeld. Maar (lachend) ik maak ze amusanter dan ikzelf ben.’
Uw laatste twee romans, Maldición eterna a quien lea estas paginas (Eeuwige verdoeming voor wie deze pagina's leest) en Sangre de amor correspondido (Bloed van beantwoorde liefde), zijn, onder andere in Spanje, scherp aangevallen. Verschillen zij van uw vorige romans?
‘Ja. Film speelt geen rol meer, het taalgebruik in Sangre de amor correspondido zou te veel sporen van het Portugees vertonen. Er zijn helaas critici die er niet tegen kunnen als een schrijver verandert. Het kost ze dan meer moeite om het werk te doorgronden. Ik heb, de vele uitzonderingen uiteraard daargelaten, een enorme minachting voor critici. Ze hebben over het algemeen geen verantwoordelijkheidsgevoel.’
Maar u heeft zeer veel goede kritieken gekregen...
‘Het kan raar lopen. Neem de kritieken in Argentinië op mijn eerste roman, Het verraad van Rita Hayworth. De meeste critici beweerden dat het een waardeloos boek was, dat de personages niet interessant waren omdat ze zo gewoon waren. Nu, bijna twintig jaar later, ontbreekt het boek op geen enkel studieprogramma over moderne Latijns-Amerikaanse literatuur. (Lachend:) Maar misschien krijgen die Argentijnse critici over vijftig jaar wel weer gelijk, al zal ik dat gelukkig niet meer meemaken.’
U heeft eens gezegd dat u de lezer wilt verleiden.
‘Ik wil hem laten genieten. Lezen moet aangenaam zijn. Dat wil niet zeggen dat lezen een ontsnappingsmiddel moet zijn. Ik geloof dat je zinnige dingen kunt schrijven zonder de lezer te vervelen.’
Misschien zijn uw laatste twee romans minder verleidelijk?
‘Ze zijn minder vrouwelijk, minder gepolijst. De hoofdpersonen zijn dan ook mannen. Maar ze zijn alleen minder gepolijst in vergelijking met mijn vorige boeken, niet in vergelijking met het werk van sommige van mijn collega's, God bewaar me!’
Ik heb de indruk dat uw werk school heeft gemaakt in Latijns-Amerika. In het werk van Luis Rafael Sánchez (Puerto Rico) en van uw landgenoot Eduardo Gudiño Kieffer bijvoorbeeld.
‘Ik weet het niet. In mijn vaderland besta ik niet. Mijn boeken verkopen niet. Ze mogen nu weer verkocht worden, maar al die jaren van onderdrukking hebben ervoor gezorgd dat ik van het toneel ben verdwenen. De laatste tango was voor de terugkeer van Perón in 1973 een groot succes, maar nu is Argentinië het land waar mijn boeken het minst worden verkocht. De kus van de spinnevrouw kon anderhalf jaar geleden eindelijk in Argentinië verschijnen, maar tot nu toe is er nog geen enkele recensie van verschenen.’
Waar worden uw boeken wel goed verkocht?
‘In Brazilië, in de Verenigde Staten, in Spanje. In Frankrijk.’
In september 1973 bent u uit Argentinië vertrokken. Heeft u het land in de tussentijd nog bezocht?
‘Geen enkele keer. Aanvankelijk uiteraard vanwege de politieke situatie, maar nu heb ik mijn verplichtingen in Brazilië. Ik heb mijn ouders in 1980 naar Rio laten overkomen. Ik wil alleen voor een langere periode naar Argentinië, een paar maanden of zo, maar ik kan mijn ouders niet zo lang alleen in Rio laten.’