Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
De terugkeer van Martin Guerre. Historische reconstructie van een legende, 1548-1560 Door Natalie Zemon Davis Vertaling: Ger Groot Uitgever: Elsevier, 144 p., f 29,50
| |
Anonieme massaDe nieuwe sociaal-historici die na 1945 de avant-garde van het vak vormden, schaarden zich achter deze methodologie. Hun kritiek gold het onderwerp, niet de aanpak. Wat kunnen we te weten komen van de anonieme massa uit het verleden? Dat was hun voornaamste vraag en hun impliciete kritiek op de ‘grote-mannengeschiedschrijving van de vorige generatie. Het was die vraag die jarenlang de discussies pijnigde, temeer daar het antwoord voor de hand lag: weinig tot niets. De massa wordt niet voor niets anoniem genoemd, ze zal dat blijven. Eens stof, altijd stof. Een onbevredigend antwoord natuurlijk en onverenigbaar met de politieke opvatting van de avantgardistische historici die veelal uit de linkse hoek afkomstig waren. De vraag bleef klemmen: hoe verder; hoe kunnen we die anonieme massa aan het woord brengen? Zo'n twintig jaar geleden leek het definitieve antwoord gevonden: kwantificering! Tellen van belastingaanslagen, parochieregisters, demografische gegevens. Op deze wijze bleef de massa weliswaar anoniem maar ze werd toch bekend: als massa. Het was een stap vooruit en leek de laatste. Ook linkse historici aanvaardden dat: het individu in de geschiedenis zou altijd uit de hogere standen afkomstig zijn; de massa bleef verscholen achter de brede rug van de machtigen of de objectieve maatstaf van het getal. En aangezien het getal de taal is van het heden, aanvaardden ook deze historici de methodologie van de hoge berg: een sprong naar het verleden was uitgesloten.
De confrontatie tussen de aangeklaagde en een getuige. Ets van Jean Milles de Souvigny (1541)
Maar zoals altijd was ook nu het hoogtepunt tevens een keerpunt. Ongeveer twintig jaar geleden - Vovelle vertelde het in een interview dat op 15 juni jongstleden in deze krant stond - begon de mentaliteitsgeschiedenis stukje bij beetje aan populariteit te winnen. De historicus begon andere vragen te stellen en die waren met het getal slechts gedeeltelijk te beantwoorden. Hoe dacht men over de dood? Hoe over de liefde? Over het gezin, de ouders, de seksualiteit, masturbatie? Als de historicus bleef aanvaarden dat de massa anoniem was, dan waren deze vragen eigenlijk alleen voor de hogere standen goed te beantwoorden. Als de massa verscholen bleef achter het getal, dan konden alleen de curves van huwelijk en dood opgesteld worden. Maar als de historicus daarmee geen genoegen wilde nemen, dan moest hij zijn prullemand opnieuw doorgraven. Dan moest hij van zijn berg af en als antropoloog het veld in om de doden te interviewen en op zijn knieën sporen te zoeken. Hij zou moeten luisteren zonder al te veel eigen wijsheid. Hij zou - om het in de woorden van Michel Foucault te zeggen - archeoloog van de stilte moeten zijn. En met die term zou men het werk van de nieuwste generatie historici waartoe Natalie Zemon Davis behoort, ook het beste kunnen omschrijven: archeoloog van de stilte. | |
Dramatische krachtHet verhaal dat Natalie Zemon Davis - hoogleraar aan Princeton en vooral bekend door een aantal opstellen over het zestiende-eeuwse Frankrijk die in 1975 deels gebundeld werden in Culture and Society in Early Modern France - in haar laatste boek vertelt, is op het eerste gezicht simpel. Zo simpel dat zij er al op de eerste pagina een adequate samenvatting van geeft: ‘In de jaren veertig van de zestiende eeuw verlaat een rijke boer uit de Languedoc zijn vrouw, kind en bezittingen en laat jarenlang niets van zich horen; hij komt terug - althans, dat denkt iedereen - maar na drie of vier jaar van goed huwelijksleven beweert zijn vrouw dat zij door een bedrieger om de tuin is geleid en sleept hem voor het gerecht. De man weet de rechtbank er bijna van te overtuigen dat hij Martin Guerre is, totdat op het laatste ogenblik de echte Martin Guerre verschijnt.’ De bedrieger wordt terechtgesteld vóór het huis waar het huwelijksbedrog zich heeft afgespeld. De echte Martin Guerre en zijn vrouw Bertrande duiken weer onder in de anonieme massa, alleen hun verhaal leeft voort: bij twee juristen die nauw bij het proces betrokken waren, in legendes uit de omgeving van Toulouse (tot op heden!) en in talloze literaire verhalen, ook bij onze vader Cats en zelfs bij Theun de Vries (‘De soldaat die terugkwam’ in De blinde Venus). Het is een leuke vertelling voor bij de haard, met voldoende dramatische kracht om eeuwenlang stof voor bewerking, roddel en speculatie te bieden. Maar biedt het ook voldoende aan een professioneel historica? Wat blijft er van dit boek over als we de roddel en spanning eraf trekken? Wat komen we te weten over het leven van de boerenbevolking in de zestiende eeuw, of om het in de woorden van Carlo Ginsburg te zeggen - een van de eersten die de titel ‘archeoloog van de stilte’ verdient: ‘Het is wel degelijk de moeite waard het historisch begrip “individu” ook op de lagere klassen te gaan toepassen. Natuurlijk is er het risico in anekdotes te blijven steken, in de beruchte histoire événementielle. Dat risico kan echter vermeden worden. In verscheidene biografische studies is aangetoond dat het mogelijk is om in één doorsnee-individu, op zichzelf onbelangrijk en daardoor juist representatief, net als in een microcosmos de eigenschappen te ontdekken die zijn hele maatschappelijke laag in een bepaalde periode bezat’ (De kaas en de wormen). Voldoet het verhaal van Martin Guerre aan die eis? Dat is de vraag waar het om gaat. Het eerste antwoord is ‘nee’. Uit deze studie van Natalie Davis komen we toch betrekkelijk weinig te weten van de boerenstand in de zestiende eeuw en daarvoor zijn een aantal redenen. De eerste is dat Natalie Davis weliswaar als antropoloog het veld ingetrokken is om de doden te interviewen maar niet Martin Guerre zelf ‘gesproken’ heeft. Haar bronnen bestaan uit de aantekeningen van rechter de Coras en de vriend van een andere rechter. Geen van beiden waren boeren en hadden zonder twijfel een ander wereldbeeld dan de familie van Martin Guerre. Hoe en in wel- Vervolg op pagina 14 |
|