Fabelachtig
Precies zoals in Death in the afternoon laat Hemingway in The dangerous summer zien dat hij weet waar hij het over heeft. Hij heeft, wat Spanjaarden noemen sentido, gevoel voor wat stier en stierenvechter beweegt. In veel Spaanse kranten kan men zien hoe moeilijk het is een stieregevecht adequaat te beschrijven en Hemingway doet dat perfect, pas voor pas, van oorzaak tot gevolg (waarbij het taalkundig soms aardig is om te zien hoe hij vaak rechtstreeks vaststaande Spaanse corrida-woorden omzet in het Amerikaans).
De stierenvechters die hij noemt - Ostos, Segura, Bienvenida - heb ik destijds allemaal gezien en zijn korte omschrijvingen van hun stijl en optreden komen mij heel trefzeker voor. Wat zijn twee hoofdrolspelers betreft: de stijl van Dominguin noemt hij vaak arrogant en vol superioriteitsgevoel, en sprekend over die van Ordoñez vindt hij de omschrijving: ‘absoluut Bach-achtige puurheid in stijl en timing’. Hij kiest al vrijwel meteen voor Antonio Ordoñez en daar kan ik hem geen ongelijk in geven, al hadden beide stierenvechters hun fabelachtige momenten. En toch bekruipt de lezer vaak een vreemd gevoel, waarvoor ook alleen maar Spaanse woorden bestaan. Iets in de geest van: te macho, te españolada, Spaanser dan Spaans, iets meer dan levensgroot.
Leest men alles wat er om dit boek en deze mensen te doen is geweest, dan krijgt men de indruk dat Hemingway het zelf ook zo heeft ervaren. Die gevaarlijke zomer duurde van half mei tot half augustus 1959 en eindigde met een verwonding van Dominguin in Bilbao. Van de vriendschap tussen hem en de schrijver lijkt niet veel meer over, al eindigt het boek met zo'n fraai Hemingway-dialoogje tussen de twee. Een bezoek van Ordoñez en zijn vrouw Carmen aan Hemingway in Amerika, later in 1959, ging als een nachtkaars uit.
Zoals gezegd was het schrijven van de Life-reportage een ramp en uiteindelijk moest zijn vriend Hotchner er aan te pas komen om de bekortingen te maken. Uitgever Scribner veranderde een paar keer van mening over de volgorde van komende boekpublikaties: eerst de Parijse schetsen en pas daarna The dangerous summer of omgekeerd. Het verbeterde de stemming van de, verder in geestelijke verwarring rakende Hemingway niet. Volgens de uitputtende biografie van Carol Baker kreeg Hemingway bij het voltooien van The dangerous summer zelf voor het eerst het idee dat hij zijn verstand begon te verliezen.
Ondanks doorlopende klachten over echte of ingebeelde lichamelijke ziekten ging hij in de herfst van 1960 weer naar Madrid, een reis terug die hij volgens zijn beschrijvers ‘niet had hoeven en mogen ondernemen’. Zelf vond hij het noodzakelijk ‘omdat Antonio mij nodig heeft’ en om extra foto's en gegevens te verzamelen over het stieregevecht. Hij raakte in alle staten toen hij met de luchtpost in begin september de eerste aflevering van de Life-reportage kreeg. Volgens Hemingway had de redactie ‘de slechtste foto's’ uitgezocht en van Luis Miguel Dominguin hadden ze, zei hij, een foto afgedrukt ‘die fotografen gebruiken om stierenvechters mee te chanteren’.
Ook zijn beste vrienden in Madrid deelden in de uitbarstingen van de schrijver, die nu rechtstreeks de vorm gingen aannemen van paranoia. Het kwam zelfs tot een ordinaire café-ruzie in het Madrileense stamrestaurant Callejón, waarna Hemingway in een diepe depressie vier dagen in zijn hotelbed bleef. Na terugkeer in Amerika volgden de opnamen in psychiatrische ziekenhuizen, de pijnlijke behandelingen, het dreigen met zelfmoord, de tragische onmacht tot schrijven, het dodelijk schot op zondagmorgen 2 juli 1961, een paar weken voor zijn tweeënzestigste verjaardag en kort voor het begin van de feria - op 7 juli - in Pamplona die hij beroemd maakte. Bij zijn laatste bezoek aan die geliefde Spaanse stad overpeinst Hemingway: ‘De wijn was net zo goed als toen je eenentwintig was en het eten was heerlijk als altijd... De gezichten die eens jong waren, waren net zo oud als het mijne maar iedereen herinnerde zich hoe we waren. De ogen waren niet veranderd en niemand was vet. Wat de ogen ook gezien hadden, geen mond was bitter. Bittere lijnen om de mond zijn de eerste tekenen van de nederlaag. Niemand had een nederlaag geleden.’
Zo staat het in The dangerous summer. De meester heeft dit boek niet meer de laatste noodzakelijke bewerking gegeven, met als gevolg dat er lang is gewacht en geaarzeld alvorens het uit te geven. Het is mooi dat het nu toch is gebeurd, al was het alleen maar om nog één keer de pelgrimage mee te maken van een groot schrijver door het land waar ‘ik meer dan welk ander, buiten mijn eigen, van hield’.
■