Duurzame zeepbellen
Impressies van Ben Haveman
Zeepbellen in een netje Door Ben Haveman Uitgever: Thomas Rap, 170 p., f 25, -
Madelien Tolhuisen
In een gesprek met Jeanne Roos, een van de interviews die in Zeepbellen in een netje zijn opgenomen, vraagt Ben Haveman haar of zij van plan is haar columns te bundelen: ‘Flauwekul. Het waren krenten in zo'n krant, wat mot je nou met een zakkie krenten achter mekaar? (...) Literaire pretenties heb ik niet. Dat vind ik toch al om gek van te worden in Nederland. Ik hoef de eeuwigheid niet in, ik ben in hart en ziel verslaggever.’
Ben Haveman (werkzaam bij de Volkskrant) is wel bezweken voor de eeuwigheid en heeft een aantal columns, reportages en interviews gebundeld, nee niet onder de titel Zakkie krenten maar met als titel Zeepbellen in een netje. Het toppunt van vluchtigheid krijgt een duurzaam karakter toegediend, de schrijver ziet het zelf heus wel in. Met deze titel ondervangt Haveman op listige wijze het belangrijkste kritiekpunt op zijn bundel, en brengt hij een lezer al bij voorbaat in de juiste stemming: ontspannen en welwillend.
De reportages betreffen voor een deel ‘Het hogere in de mens’. Deze stukken gaan over godvruchtigheid en wat dat concreet voor de betrokken gelovige kan opleveren in de vorm van miraculeuze genezingen en economische welstand. De toon van de schrijver is meestal licht geamuseerd en vol mededogen. Hij begeeft zich nieuwsgierig in de wereld van bedevaartsoorden en godswonderen, van Mariaverering en nieuwe Christussen, zonder deze wereld bij voorbaat te veroordelen.
In de wat ‘wereldser’ reportages is meestal wel sprake van een oordeel. Zo wordt in ‘Ontspan de boog op Schiermonnikoog’ al snel duidelijk dat Haveman geen verwoed voorstander is van de jacht en nog minder op heeft met de graven, baronnen en andere welgestelden die in het weekend het geweer ter hand nemen.
Behalve reportages staan er, zoals gezegd, ook columns en interviews in Zeepbellen in een netje. De columns hebben drie onderwerpen en staan in groepjes verspreid door het boek. Een aantal columns heeft het modieuze gedrag van mannen in mannenpraatgroepen of zich anderszins emanciperende mannen tot onderwerp. Aan dit uitgemolken satirische onderwerp valt wat mij betreft geen eer meer te behalen, en deze columns vond ik dan ook de minst geslaagde van de bundel. Toch kan Haveman hele geestige en ontroerende stukjes schrijven, zoals blijkt uit de columns waarin zijn zoontje voorkomt. Op Kees van Kooten waardige wijze, met precies de juiste details beschrijft hij de liefdevolle verhouding tussen vader en zoon.
Ben Haveman
En dan zijn er nog de interviews: behalve met Jeanne Roos, had Haveman ook gesprekken met in brede kringen minder bekende opmerkelijke Nederlanders, zoals de Groningse dichter Jean Pierre Rawie die zichzelf moedwillig de vernieling in werkt en daarover melancholieke verzen maakt. Deze gesprekken worden niet in traditionele interviewvorm weergegeven, maar Ben Haveman geeft persoonlijke impressies die hij doorspekt met karakteristieke citaten van de ondervaagden.
Zeepbellen in een netje is een onderhoudende bundel, die sommige lezers zelfs zo nu en dan aan het denken zal zetten, maar vooral op een vakantieadres tot zijn recht kan komen.
■