[Nummer 27 - 6 juli 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
In kringen van boekverkopers is enige commotie gerezen over de plannen van de Hema-warenhuizen om boeken te gaan verkopen. De redenering is bekend: doordat de kleine zelfstandige goede zaken doet met Cirkel in het gras en Alexander kan hij zich veroorloven ook minder rendabele titels in voorraad te nemen. Gevreesd wordt dat als de boeken waar de meeste vraag naar is straks tussen de rookworsten van het Hema-concern komen te liggen, de boekhandel wegens daling van de omzet in de problemen raakt en niet kan investeren in uitgaven waar een klein publiek in is geïnteresseerd. De Hema (voluit: Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij) is een onderdeel van Bijenkorf Beheer bv.
Constance de Haas, woordvoerster van het warenhuis, wil niet ingaan op de bezwaren van het boekenvak. ‘Op het ogenblik is de Hema zich slechts aan het oriënteren of boeken binnen het pakket passen,’ zegt ze. ‘De Hema oriënteert zich voortdurend op nieuwe artikelen. Dat is een constant proces, dus het is logisch dat er ook aan boeken wordt gedacht.’ Of het nieuwe artikel te zijner tijd in alle driehonderdeenentwintig Hema-vestigingen verkrijgbaar zal zijn kan Constance de Haas niet zeggen: ‘Het is nog te vroeg om daar mededelingen over te doen.’
Binnenkort - zo is de bedoeling - verschijnt bij de Feministische Uitgeverij Sara van Annie Salomons een herdruk van Herinneringen van een onafhankelijke vrouw. Directeur J. Schilt van uitgeverij Wereldbibliotheek zegt echter dat ‘er geen sprake van is’ dat het boek bij Sara kan uitkomen. Volgens hem staat vast dat Wereldbibliotheek ‘in de loop van volgend jaar’ de herinneringen uitbrengt. Annie Salomons werd honderd jaar geleden geboren. Ze werd vooral bekend met romans over de emancipatie der intellectuele vrouw, die deels onder het pseudoniem Ada Gerlo werden geschreven. Herinneringen van een onafhankelijke vrouw verscheen in 1951 bij Wereldbibliotheek. Schilt: ‘Wij kregen hier op een gegeven moment een brief van Sara waarin stond dat zij dat boek gingen uitgeven. Toen hebben wij geroepen: hoho, dat gaat zo maar niet, wij zijn óók met dat boek bezig. We hebben met de erven overlegd. Het boek verschijnt dus volgend jaar bij ons. Ja, ik heb gezien dat Sara er al mee adverteert dat het bij hén verschijnt, maar dat is prematuur van ze. Helaas voor Sara kan dat niet doorgaan.’ Sara-uitgeefster An Dekker ziet geen reden om de produktie stop te zetten. De tekst van het boek is gezet, het omslag is ontworpen en de memoires zullen binnen afzienbare tijd in de winkel liggen. ‘In maart hebben we de Wereldbibliotheek geschreven dat we het boek gingen uitgeven. Daar werd in eerste instantie niet op geantwoord,’ zegt ze. ‘Een maand later hebben we opnieuw een brief gestuurd. Ik heb sterk de indruk dat ze toen dachten: goh, misschien is het ook wel iets voor ons. Formeel hadden we ze niet eens hoeven in te lichten, want volgens het standaardcontract van de Koninklijke Nederlandse Uitgevers Bond vallen de rechten twee jaar na de
uitgave terug aan de auteur of de erven van de auteur. Ik zou dolgraag het contract eens willen zien dat Annie Salomons destijds bij de Wereldbibliotheek tekende. We hebben nu een contract met de erven van Annie Salomons gesloten. Die zijn er heel tevreden mee dat het boek bij Sara gaat verschijnen.’
De oude mevrouw Angèle Manteau is na veertien jaar verbittering weer on speaking terms met uitgeverij Elsevier-Manteau. Ze is aangetrokken als adviseur voor het literaire fonds. Bovendien werd ze gevraagd als voorzitster van de jury die onder auspiciën van de uitgeverij de Leo J. Krijnprijs toekent. Uitgeverij Manteau werd in 1938 door Angèle Manteau opgericht. In 1971 moest de directrice knarsetandend, doch door financiële nood gedreven, de leiding van het bedrijf uit handen geven. Ze trok zich terug, maar liet zich weinig gelegenheden ontsnappen om publiek te maken dat de nieuwe beheerders van Manteau naar haar mening de uitstekende reputatie van het bedrijf aan het verkwanselen waren. De huidige Manteau-uitgever Julien Weverbergh deed haar denken aan a smiler with a knife, zei ze in een interview. Van het uitgeversvak had de man geen kaas gegeten en bovendien werd hij door chronische luiheid achtervolgd. ‘Er zijn inderdaad harde woorden gevallen, maar dat hoort nu eenmaal bij de literatuur. Er zou een leuke bloemlezing in zitten van alle ruzies die zich het verleden in het vak hebben afgespeeld,’ lacht Angèle Manteau. De strijdbijl is nu begraven. De uitgeefster in ruste bereidt zich voor op de jurering van de Leo J. Krijnprijs: een literaire onderscheiding die de weduwe van de in 1940 overleden uitgever Leo J. Krijn samen met de uitgeverij A. Manteau instelde. In 1942 werd de prijs voor het eerst toegekend aan Louis Paul Boon voor De voorstad groeit, in 1950 gevolgd door Hugo Claus met De Metsiers. De vijfde en laatste keer dat ‘een niet in boekvorm uitgegeven romandebuut van een Vlaams auteur’ met de Leo J. Krijnprijs werd bekroond was in 1966, toen Pjero Roobjee won
met De nachtschrijver. Sindsdien werd weinig meer van de prijs vernomen. Pas in 1979 kwam opnieuw een jury bij elkaar, maar die achtte geen van de ingezonden manuscripten van voldoende gehalte om met zestigduizend frank te belonen. ‘Ik denk dat we er dit keer wél uitkomen’, vermoedt Angèle Manteau. ‘Toen ik benaderd werd met de vraag of ik de jury wilde voorzitten heb ik gezegd: akkoord, maar onder één voorwaarde. Ik vind dat de jury uit verbruikers moet bestaan. Dat is gebeurd. Twee bibliothecarissen en vier boekhandelaren zitten in de jury. De boekverkopers in kwestie doen écht wat voor de literatuur. Zoals u weet zijn zulke mensen in Vlaanderen aan de vingers van één hand te tellen.’
De vierenvijftigjarige Esteban Lopez is schepper van een redelijk veelzijdig en omvangrijk oeuvre: elf romans, één poëziebundel, één novelle, twee verhalenbundels, een boek met verzamelde essays en een jeugdboek. Kort geleden verscheen bij voorheen de uitgeverij van stripalbums Van Wulften te Amsterdam een nieuwe roman van Lopez: Rota, waarvan deze dagen März Verlag een Duitse vertaling op de markt brengt. In Nederland geldt Lopez niet als een best-selling-auteur. In de Bondsrepubliek ligt dat anders: daar werden van een vorige roman Liebe & Tarot volgens März meer dan honderdtachtigduizend exemplaren verkocht; ofte wel eenendertig drukken in totaal. In 1972 verscheen de oorspronkelijke editie van het boek bij De Bezige Bij, waar ruim de helft van de oplage van drieduizend stuks wegens gebrek aan kopers naar De Slegte werd overgeheveld. ‘Esteban Lopez is in Duitsland populairder dan in zijn eigen land,’ zegt Jörg Schröder, uitgever van März. ‘Zijn roman Fleisch für Vegetarier is in Nederland zelfs helemaal niet verschenen, geen uitgever had er belangstelling voor, terwijl er hier ruim vijftigduizend exemplaren van zijn verkocht.’ Lopez, die wisselend te Labuzatié en Voorschoten woont, heeft vanuit Frankrijk wel een telefonische verklaring voor zijn Duitse succes. Dat hangt samen met een lovende recensie die ooit in de Frankfurter Allgemeine Zeitung verscheen. ‘Liebe & Tarot was toen al een paar jaar in de handel in Duitsland, maar het was een slapende titel. Pas na dat stuk in de Frankfurter kwam het boek volop in de belangstelling
te staan. Men zag het in Duitsland ook niet als erotica, maar als polemische literatuur. Het is voor mij een gekke ervaring dat in een land waar ik me niet zo op m'n gemak voel, zóveel boeken van me worden verkocht. Liebe & Tarot is een luchthartig verhaal. Het gaat over seks en over de dood. Misschien dat de Duitsers enige distantie tot het onderwerp aantrekkelijk vinden. De roman speelt namelijk in Nederland.’