Pocket & Paperback
The Biggest Game in Town door A. Alvarez. Flamingo, 186 p., f 13,55. Alvarez beschrijft Las Vegas en de ‘World Series of Poker’ die hij in 1981 heeft bezocht. Hij geeft een beetje geschiedenis van de stad, van het spel en van de goktenten, zoals Binion's. Aan de hand van voorbeelden legt hij de spelregels uit. De spelers zelf komen veelvuldig aan het woord, de grote jongens, maar ook de eeuwige verliezers, de idioten en het personeel. ‘I see the casino's packed with tourists telling themselves they are having a good time losing their money.’ Hij beschrijft de sfeer in de stad, de hitte, de afwezigheid van klokken en huisdieren, de volstrekte desinteresse voor wat er in de rest van de wereld gebeurt en natuurlijk hoe het publiek eruitziet. Dit alles op een populaire toon met veel clichés, ‘sex is good, but poker lasts longer’, en opgepept met literaire citaten. Het is aardig om te lezen hoe de grote gokkers duidelijk maken dat ‘money means nothing’, dat je geld moet zien als een gereedschap om mee te werken. Zij veranderen hun levensstijl niet als ze winnen, zoals Ungar die in 1981 375.000 dollar won, en ook niet als ze volkomen blut raken. Alvarez laat de spanning, de teleurstelling en de zogenaamde onverschilligheid goed zien, de manier waarop bevalt me niet steeds even goed.
The Friendly Young Ladies door Mary Renault. Pantheon Books, 286 p., f 31,35. Deze roman uit 1944 van de schrijfster van historische romans verscheen in Amerika onder de titel The Middle Mist. Twee jonge vrouwen, Leo en Helen, wonen samen op een woonboot in de Theems. De prettige sfeer tussen deze elkaar liefhebbende en respecterende vrouwen staat in schril contrast tot de beklemmende sfeer die heerst in het ouderlijke huis van Leo. Haar vader en moeder maken elkaar - en hun dochter Elsie - het leven welhaast onmogelijk. Leo is al lang geleden weggelopen en haar ouders weigeren iedere vorm van contact. Als Elsie wegloopt trekt ze bij haar zuster in: het leven op de boot verandert drastisch. De dokter op wie Elsie verliefd is, zit achter alle drie aan, en ook Leo's vriendschap met de buurman krijgt een erotisch tintje. De roman is weinig expliciet over homoseksualiteit. In haar nawoord zegt Renault dat ze ook nu niet explicieter zou zijn, ‘If characters have come to life, one should know how they will make love; if not it doesn't matter.’ Wel heel expliciet is de schrijfster over de liefde en het respect dat de vrouwen voor elkaar voelen, in tegenstelling tot de zogenaamde meelevende dokter die een grote opportunist blijkt te zijn. Een niet perfect uitgebalanceerd, maar wel heel hartverwarmend boek.
Das kleine Mädchen, das ich war. DTV, 128 p., f 10,55. Het maandblad Emma vroeg tien schrijfsters over hun jeugd te vertellen: Drewitz, Frischmuth, Gerstl, Kronauer, Lander, Mayröcker, Rasp, Reinig, Steinwachs en Wyss. De reacties zijn hier gebundeld, aangevuld met de jeugdherinnering van de psychoanalytica Margarete Mitscherlich-Nielsen, die ook een voorwoord heeft geschreven. Zij neemt de ‘gevallen’ door en verklaart onder meer waarom bijna alle dames vroeger liever een jongen wilde zijn. Als belangrijkste reden voor het slagen van deze vrouwen in een mannenwereld voert ze aan dat zij erin geslaagd zijn vroeger al ‘innern Raum’ voor zichzelf te creëren. Ze sluit dan ook af met een goede raad aan alle moeders om hun dochters de ruimte te laten. De herinneringen, elk verluchtigd met een recente en een jeugdfoto, variëren van luchtig tot dieptreurig, het proza van truttig tot experimenteel. In het nawoord vat de samenstelster Ingrid Strobl nog eens samen hoeveel moeilijkheden vrouwen moeten overwinnen om een scheppend bestaan te leiden. Wat mij betreft had het bij de artikelenserie in Emma mogen blijven: niet alle series zijn interessant genoeg voor bundeling.
Parachutes & Kisses door Erica Jong. Panther Books, 464 p., f 13,55. Fear of Flying en How to Save Your Own Life waren de eerste twee delen over het leven van Isodora Wing. In deel drie, Parachutes & Kisses, vernemen we hoe de succesvolle schrijfster Isodora haar derde huwelijk beëindigd ziet, ‘she was the one who threw him out - after a year of listening to him sa[ying] he wanted to leave.’ Om haar verdriet te vergeten neukt ze er flink op los onder het motto ‘[I] fuck, therefore I am’. Voor de lezer houdt ze nauwkeurig bij hoe vaak ze klaarkomt. Ze is niet bescheiden over haar erotische suc cessen, noch over haar literaire faam. Ook schijnt ze expert te zijn op het gebied van vrouwenzaken. De platitudes vliegen je om de oren. ‘But what, after all, does a daughter know about her mother until she bears a daughter herself?’ De stelligheid waarmee de persoonlijke ervaringsfeiten tot algemeen geldende waarheden gebombardeerd worden wekt irritatie. Net zoals de overdaad aan citaten: Byron, Rilke, Shakespeare, Dante en tal van andere literaire grootheden worden te pas en te onpas opgevoerd. Dit moet dan zeker ook grote li teratuur zijn! Diny Schouten stelde in haar bespreking (VN 22-12-'84) dat het net zo opwindend was om te lezen als het Haags[ch] kookboek. Maar wel met een happy end. Isodora vindt de ware man, een vijfentwintigjarige beschermer voor wie ze alle andere heren aan de kant zet.
REINTJE GIANOTTEN