[Nummer 26 - 29 juni 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
In de Duitse Bondsrepubliek mag The Happy Hooker van Xaviera Hollander sinds twee weken niet meer worden verkocht. Het Amtsgericht München oordeelde dat het boek een pornografische inhoud heeft, waarna werd besloten dat de uitgave ter bescherming van de jeugd uit de roulatie moest worden genomen. Wilhelm Heyne Verlag in München, waar de Duitse Happy Hooker verscheen, heeft de boekhandels inmiddels van de uitspraak op de hoogte gebracht en gevraagd, het boek zo snel mogelijk te retourneren. ‘De zedelijkheidswetgeving in Duitsland wordt met de dag scherper,’ verzucht Herr Doctor Heinrich Ubleis, directeur van Wilhelm Heyne Verlag. ‘Nu worden ook de andere boeken van Xaviera Hollander uit ons fonds op hun schadelijkheid onderzocht. Erotische boeken mogen verkocht worden, pornografie is verboden, maar waar loopt de grens? We houden ons hart vast.’ Van de Duitse editie van The Happy Hooker verschenen sinds 1980 drie drukken. Er werden tot dusver ruim vijftigduizend exemplaren verkocht.
Anja Meulenbelt heeft de mede door haar opgerichte Feministische Uitgeverij Sara definitief de rug toegekeerd, zo bevestigt haar huidige uitgever Rob van Gennep. De onlangs bij Sara verschenen bundel Wie weegt de woorden, de auteur en haar werk die Anja Meulenbelt samenstelde werd naar verluidt met weinig geestdrift door de feministische firma uitgegeven. De wrijvingen tussen de succesvolle schrijfster en het overige collectief onstonden ongeveer een jaar geleden toen, een meerderheid ter uitgeverij er weinig voor voelde de autobiografische roman Alba het licht te doen zien. Meulenbelt vond de eerder door haar verketterde Van Gennep wél bereid het boek in de najaarsaanbieding op te nemen. De afspraak dat haar fictie voortaan bij Van Gennep zou verschijnen en de non-fictie bij Sara bleek in de praktijk niet tot ieders tevredenheid uit te pakken. Kort geleden voltooide Anja Meulenbelt een nieuwe roman, getiteld Een kleine moeite, die haar uitgever ‘nóg autobiografischer dan Alba’ noemt. ‘Ze beschrijft daarin de relatie met haar moeder, die kort geleden is overleden. Het is een zeer ontroerend boek geworden, dat bij verschijning heel wat teweeg zal brengen. Er zijn in de Nederlandse literatuur geen voorbeelden te vinden van een zo aangrijpende beschrijving van een dochter over haar moeder.’ Tevens zal dit jaar bij Van Gennep een pamflet van Anja Meulenbelt verschijnen, waarover de uitgever geen verdere mededeling wenst te doen zo lang de schrijfster het manuscript niet heeft ingeleverd. Van De schaamte voorbij (totale oplage tot dusver honderdtachtigduizend exemplaren) brengt Van Gennep komend najaar een eenmalige, goedkope herdruk à vijftien gulden.
‘Dit neem ik niet,’ zegt Ton van Reen vastberaden. De schrijver overweegt stappen, mogelijk via zijn vakbond Vereniging van Letterkundigen, tegen De Arbeiderspers en Jeroen Brouwers. De kwestie is dat Brouwers zijn komende boek De zondvloed wil noemen en daar is Van Reen het niet mee eens. In 1971 zond de Vara namelijk een hoorspel van zijn hand uit dat óók De zondvloed heette. De tekst van het luisterstuk werd in 1977 uitgegeven door Agathon. Vorig jaar herdrukte de jubilerende boekhandel Servaes te Maastricht De zondvloed als gelegenheidsuitgave. Dit jaar deed uitgeverij De Geus het boekje voor de derde keer verschijnen. ‘Ik heb dus,’ zegt Van Reen, ‘Jeroen Brouwers een briefje gestuurd met het verzoek of hij een andere titel voor zijn boek wilde bedenken. Nooit antwoord op gekregen. Vervolgens heb ik Theo Sontrop van De Arbeiderspers hetzelfde gevraagd. Sontrop stuurde me een kort briefje waarin hij me liet weten dat ze De zondvloed zouden handhaven als titel voor de nieuwe Brouwers. Ik vind het van minachting getuigen. Nee, ik ben niet van plan mijn volgende boek Bezonken rood te noemen; zoiets doe je niet, vind ik. Mijn laatste roman die onlangs bij Manteau verscheen, zou aanvankelijk Een vrouw alleen heten. Bij Manteau wist iemand dat van Ger Verrips ooit een roman is verschenen die al Een vrouw alleen heette. Ik heb de titel van mijn boek toen veranderd in Bevroren dromen.’
In de eerste week van mei ontvingen eenendertig Nederlandse schrijvers - onder wie J. Bernlef, J.M.A. Biesheuvel, Andreas Burnier, Remco Campert, Simon Carmiggelt, Maarten 't Hart, Oek de Jong, Frans Kellendonk, Tessa de Loo, Ethel Portnoy, Gerard Reve, Bob den Uyl en Jan Wolkers - een briefje dat merkwaardig joviaal van toon was. Namens de redactie van het jongerenblad Zone 3 nodigde Klawt Biemans de auteurs uit een opstel te maken volgens de richtlijnen van het eindexamen Nederlands, Havo 1985: ‘Je mag er niet langer dan drie uur over doen. Zal wel lukken, hè?’ Een deskundige jury van vijf Havoeindexamenkandidaten zou de drie beste opstellen bekronen en belonen met een boekenbon van dertig gulden alsmede een toepasselijke illustratie. ‘Wie niet meedoet krijgt een twee!,’ waarschuwde een post scriptum onder het briefje van Biemans. Volgende week publiceert Zone 3 het resultaat van de wedstrijd. Zoals te verwachten viel was de respons van de uitgenodigde schrijvers aan de matige kant. Zes namen de moeite de redactie van het blad bericht van verhindering te sturen: ‘Mensje van Keulen schreef dat we haar maar een twee moesten geven, dat was het cijfer dat ze vroeger op school ook altijd voor een opstel kreeg.’ De jury besloot de eerste prijs toe te kennen aan Annie van den Oever vanwege een opstel over een reisje naar Griekenland. Tweede werd Heere Heeresma met een sombere beschouwing die hij Morgenrood, iedereen gaat dood noemde. ‘Heeresma heeft zich niet aan de opdracht gehouden,’ hij heeft zelf iets verzonnen!’, zegt Ida Overdevest van Zone 3. ‘Daarom is hij tweede geworden. Annie van den Oever werd het zwaar door de jury aangerekend dat ze geen titel
boven haar opstel had gezet. In het juryrapport staat dat het verhaal Van Heeresma weliswaar beter was, maar dat Annie van den Oever de boekenbon harder nodig heeft, zodat ze zich een boek kan aanschaffen om beter te leren schrijven.’ Hoeveel schrijvers een opstel instuurden wil Ida Overdevest niet zeggen. Waarom worden er overigens maar twee prijzen toegekend, terwijl in de brief stond dat de beste drie opstellen op een bekroning konden rekenen? Korzelig antwoordt de redactrice: ‘We plaatsen alleen de eerste twee winnaars. Een kwestie van plaatsgebrek. We hadden er maar twee pagina's voor ingeruimd.’
Van Günter Wallraff werd weinig vernomen nadat hij acht jaar geleden een boek over zijn ervaringen als infiltrant bij Bild publiceerde. Komend najaar zal duidelijk worden waarmee Wallraff zich al die tijd onledig hield: dan openbaart Kiepenheuer & Witsch het verslag van een nieuw avontuur van de schrijver, die in een onherkenbare vermomming een duik nam in ‘de duisternis van onze samenleving om licht te scheppen in de spelonken der onmenselijkheid’. Volgens de uitgever stelde Wallraff zich twee jaar bloot aan ontberingen die hem ‘letterlijk met huid en haar’ opeisten. Hij werd niet ontmaskerd, hoewel dat weinig scheelde. Het relaas wordt ditmaal ‘met nieuwe middelen en technieken’ uitgewerkt. De bevindingen van Wallraff overtroffen zijn eigen verwachtingen.’ Het ligt in de bedoeling dat vrijwel gelijktijdig met de Duitse uitgave een Nederlandse editie verschijnt. Van Verslaggever bij Bild werden destijds ruim dertigduizend exemplaren verkocht. ‘Het thema van het nieuwe boek ligt dichter bij het Nederlandse publiek dan de vorige boeken van Wallraff,’ verklapt Rob van Gennep, die er aan toevoegt dat de ‘acties’ van de auteur slechts gedeeltelijk in West-Duitsland werden uitgevoerd. Hij voorziet ‘internationale publiciteit’ over het project, ‘waardoor het thema gedeeltelijk bekend zal worden’. Het boek moet omstreeks oktober in de winkel liggen. Van Gennep spreekt nu al van ‘een van onze belangrijkste uitgaven van dit jaar.’