Verblijfplaats door Wim Platvoet Uitgever: Thoth, 102 p., f 22,50
Madelien Tolhuisen
Verblijfplaats, het prozadebuut van Wim Platvoet (wim platvoet, bedoel ik) is tevens het prozadebuut van Uitgeverij Thoth, die zijn naam ontleend heeft aan de Egyptische god Thoth, de uitvinder van het schrift. Het lijkt me dan ook geen toeval dat in het eerste boek van deze nieuwe, onafhankelijke uitgeverij ondermeer het geschreven woord tot tal van overpeinzingen leidt.
In de flaptekst wordt het boek ons op de volgende wijze aanbevolen: ‘verblijfplaats van wim platvoet (bussum 1946) is opgebouwd uit brieven, beschrijvingen en bespiegelingen die door elkaar geweven zijn, het weefsel zal bij lezing uiteenvallen in rafels, het is aan de lezer uit dit verbrokkeld geheel een nieuw patroon, een nieuwe verblijfplaats te laten ontstaan.’ Waarschijnlijk is dit voor de meeste lezers geen uitnodigende tekst. Het eerste dat opvalt is dat er geen hoofdletters gebruikt worden (een snelle blik in het boek leert dat ook daar geen hoofdletter te bekennen is). Wat vervolgens meteen de aandacht trekt is dat er gelukkig wel andere leestekens gebruikt zijn. Bijna doorslaggevend om het boek terzijde te leggen was voor mij de zinsnede over dat weefsel en die rafels. Achteraf, nu ik het boek gelezen heb, ben ik blij dat ik me niet heb laten afschrikken door de experimentele vorm en door de inhoud van de flaptekst. Want hoewel verblijfplaats inderdaad is opgebouwd uit brieven, verhaalfragmenten en beschouwende gedeelten vormt het toch een duidelijk en weloverwogen geheel dat de aandacht op eigenaardige wijze weet vast te houden.
De verteller, zoals deze naar voren komt in de brieven, is iemand die het leven en de gebeurtenissen om hem heen niet als vanzelfsprekend beschouwt. Alleen als hij brieven schrijft heeft hij het gevoel echt te bestaan, en alleen op die manier is het hem mogelijk contact te hebben met anderen: ‘ik schrijf brieven dus ik besta, ik schrijf brieven aan jou dus jij bestaat.’ Aan de andere kant is hij er zich steeds van bewust dat brieven ontstaan uit woorden en dat woorden zich letterlijk overal voor lenen (beschrijvingen, vragen, antwoorden, leugens...) en dus niet te vertrouwen zijn. ‘de mogelijkheden van de taal zijn onuitputtelijk’, met taal kan men dingen bewerkstelligen die in werkelijkheid nooit gerealiseerd kunnen worden. Neem nu bijvoorbeeld de uitdrukking: ‘je verplaatsen in de gedachten van een ander. (...) daartoe ontbreekt je het vermogen, toch bestaat de uitdrukking. (...) waartoe woorden al niet in staat zijn.’
Woorden zijn ‘vleesgeworden’ gedachten. In de beschouwende gedeelten wordt op vaak speelse wijze nagedacht over belangrijke eigenschappen van gedachten. Vormen gedachten zich onafhankelijk van de mens in wie zij verblijven? Sturen gedachten zichzelf? Zijn herinneringen gedachten? ‘wanneer wordt een gedachte een andere gedachte, verandert hij van gedachten’? ‘je gedachten onttrekken zich aan je, je kunt ze niet bereiken, jij denkt ze, je hebt ze gedacht, iedere gedachte is een gedachte die gedacht is, die niet meer hersteld kan worden, die niet meer gedacht kan worden.’
Een geestig effect hebben verder de losstaande teksten die zowel betrekking kunnen hebben op iets onpeilbaars als ‘gedachten’ als op de menselijke drol. ‘soms zijn er resten die zich niet los kunnen maken van mijn lichaam en die ik moet verwijderen, hiervoor gebruik ik papier.’ ‘het is een lichamelijke handeling, ik heb geen hulpmiddel nodig.’ ‘ik heb geen invloed op de samenstelling.’
Vormt een brief de verblijfplaats voor woorden en een hoofd de verblijfplaats voor gedachten, zo heeft ook dat hoofd een verblijfplaats nodig. En waar kan een hoofd (op een lijf, wel te verstaan) beter verblijven dan in een huis. In de gedeelten die ik voor het gemak maar ‘verhaalgedeelten’ noem wordt het verhaal verteld van een jongeman die zijn huis uit moet omdat het gesloopt moet worden. De jongeman blijkt echter met gemak onafhankelijk van dat huis (zijn verblijfplaats) te kunnen bestaan, net zoals zijn gedachten en woorden onafhankelijk van hem kunnen bestaan.
Wim Platvoet heeft met verblijfplaats een originele bijdrage geleverd aan de reeks van boeken waarin geprobeerd wordt meer inzicht te krijgen in de parallellen en contrasten tussen binnen- en buitenwereld.
■