Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
An Unkindness of Ravens Door Ruth Rendell Uitgever: Hutchinson, 270 p., f 45,55
| |
LyallBij Gavin Lyall lijkt de ontwikkeling juist de andere kant op te gaan: na zijn vele, en dikwijls zeer smakelijke vliegeravonturen, is hij bekeerd tot het formuleschrijven. Na the Secret Servant en The Conduct of Major Maxim verscheen nu The Crocus List, weer met dezelfde hoofdpersoon. Waarschijnlijk is dat een lucratieve bezigheid, want de BBC heeft al een serie beëindigd over het eerste boek en is bezig met het verfilmen van het tweede. En Lyall heeft in zijn hoofdpersoon, een militaire veiligheidsman, toegevoegd aan Downing Street Ten, het kantoor van de minister-president, een heleboel ambtelijke en militaire research zitten: als je eenmaal zo'n hoofdpersoon en zijn omgeving hebt opgebouwd, is het ongetwijfeld efficiënt er ook een aantal boeken mee vol te maken. The Crocus List heeft helaas iets van déjà vu: de status van Berlijn, het internationale evenwicht. Er wordt bij een aanslag op de Amerikaanse president tijdens zijn bezoek aan Londen (commentaar van de president: ‘Ach, er is al meer op me geschoten’) een Russisch geweer gevonden. En Harry Maxim ziet een tweede figuur wegrennen, hoewel de geraadpleegde deskundigen beweren dat er geen tweede man betrokken was bij de aanslag. Gavin Lyall geeft een sterk portret van al die ambtenaren en diensten, maar voor een niet-Brit is het een beetje te veel labyrint. Bovendien schrijft Lyall helder en onderkoeld en daardoor lijkt het dat drama en spanning ook een beetje zijn weggemoffeld. Alles is gebaseerd op die verdomde dreigende internationale crisis, maar echt voelbaar wordt die niet. Blijft over: een spionagethriller tussen Oost en West, maar wel met de Gavin Lyall-flair en intelligentie. | |
HydeChristopher Hyde (niet verwarren met Anthony - ) is een expert in technische hoogstandjes en rampen. Van hem verscheen een paar jaar terug The Wave (bij ons: De golf) over een ramp met de Micastuwdam in de Columbia-rivier. Er springen in deze wereld nogal eens dammen, vooral in Canada en de Verenigde Staten, waar ze de gewoonte hebben in de buurt ook kerncentrales te bouwen. Hyde (hij is Canadees) heeft zich nu op de trein gestort. Een railrechercheur werkt een plan uit om een geldzending te jatten door een trein te kapen, onderweg van de VS naar Canada. Tot zijn stomme verbazing is een groep internationale terroristen op de gedachte gekomen óók dezelfde trein te kapen. In het plan is opgenomen het overstappen op een tweede trein die vanuit Toronto naar de Stille Oceaan gaat. Vooral in het begin klinkt de echo van The taking of the Pelham 1-2-3, een kleine klassieker op kapinggebied. Maar daarna begint het langdurige werk van de techniek van de kaping én de twee elkaar bestrijdende groepen. Dat is veel en Hyde kan de spanning er dan ook niet al die tijd in houden, maar het mooie van tussen-derails blijft. En een film wordt het zeker. | |
OrwellVolgens de Hemingway-biografie van Carlos Baker kwam in maart 1945, terwijl Hemingway nog steeds vanuit de Parijse Ritz de oorlog als journalist begeleidde, de Britse schrijver George Orwell in staat van grote opwinding bij Hemingway binnenvallen en smeekte zijn collega om een pistool. Hemingway leende hem het wapen en Orwell vertrok, doodsbleek. Dat gegeven, én het feit dat er over die Parijse tijd van Orwell verder weinig bekend is, heeft Thurston Clarke ertoe gebracht een thriller te schrijven waarin dat pistool een hoofdrol speelt. Het boek (een pocket!) heet Thirteen O'Clock en draagt als ondertitel A Novel about George Orwell and 1984. Het verhaal begint tamelijk spannend op het eiland Jura, waar Orwell zijn 1984 schreef en waar op dat moment zijn komende biografe verblijft, maar niet erg rustig want al spoedig wordt er op haar geschoten. De jacht op haar is opgezet door een Amerikaanse tycoon die aan het hoofd staat van een nieuw en revolutionair kabelsysteem dat 1984-achtige trekjes vertoont. De tycoon heeft - uiteraard - iets te maken met die woelige tijd in Parijs in 1945, toen Marlène Dietrich zingend op de rand van Hemingways bad verbleef en Orwell hals over kop naar Keulen vluchtte. Daar vond een nasleep plaats van de Spaanse burgeroorlog die nu, veertig jaar later tot een bloedige thriller dreigt te leiden. Het idee van zo'n dreigend Big Brother-kabelsysteem is niet erg overtuigend, maar wie daar genoegen mee neemt houdt een tamelijk boeiende intrige over met een paar verrassingen en een paar mooie politiek-literaire figuren en achtergronden. | |
Iain Banks‘Read it if you dare’ is de slagzin (ontleend aan de recensie in de Daily Express) waarmee de pocketuitgave van The Wasp Factory wordt geadverteerd. Een aantal recensenten heeft het boek indertijd bij de thrillers ondergebracht, een andere groep bij de Gothic Horror-novel en weer een andere groep verwees het boek regelrecht naar de vuilnisbak. In de trant van: voor de auteur zal het schrijven wel een goede therapie geweest zijn, maar ze hadden hem beter meteen kunnen opnemen. Het is het in de eerste persoon geschreven, tamelijk macabere verhaal van een zestienjarige jongen die met zijn vader op een Schots eiland woont. Zijn grootste liefde is het methodisch doodmaken van wespen, maar ook andere insekten versmaadt hij niet. Hij beschrijft tamelijk koelbloedig hoe hij zijn jongere broertje, zijn nichtje en een vriendje vermoordt. Zijn oudere broer zit in een tehuis op het vasteland, opgepakt wegens het in brand steken van honden en schapen, en is, als het boek begint, zo juist ontsnapt. Hel geheim van het bestaan van de verteller staat in een stopfles op de altijd afgesloten kamer van zijn vader, en heeft te maken met zijn geslachtsorgaan. De eerste helft van het boekje is tamelijk traag en chaotisch, maar halverwege krijgt de waanzin zo'n harde greep dat je de pogingen om het weg te leggen opgeeft. De ‘ontknoping’ van het drama is gruwelijk, zowel van onzin als van zwarte humor, maar de verbeelding van de auteur is gek genoeg in staat het allemaal te dragen. ■ |
|