Humeuren & Temperamenten
Geluk
Gerrit Komrij
P. Hermanides
Een arme denkt dat geld gelukkig maakt, een zieke dat gezondheid een staat is die niets meer te wensen overlaat en een lid van de Tweede Kamer dat een burgemeesterspost in een middelgrote gemeente het summum vormt. Toch bieden veel rijken een vervaarlijke aanblik, de angst staat op hun aangezicht, en veel kerngezonde mensen klagen en jengelen dat het een aard heeft, het getob verlaat ze geen seconde, om het nog maar niet te hebben over de burgemeesters. O, hoe missen ze een wat minder middelgrote gemeente. Geluk is niet iets wat je hebt bereikt, maar waar je naar op zoek bent. Zoeken maakt ongelukkig. En door het geluk te zien in iets wat je niet hebt ben je ongelukkig met wat je hebt. Wat een treurige dilemma's. Geluk lijkt een kwestie van geluk. Je moet er talent voor hebben, dat is het. Wie ernaar op zoek is met een dienstregeling of een landkaart op zak zal het nooit bereiken, of enkel blijven steken bij de pleisterplaats Wein, Weib und Gesang. Een aangenaam tussenstation, daar niet van, maar pal tussen de snel oprukkende groeikernen Verveling, Walging en Melancholie gelegen, met de daarbij behorende burgemeesters.
Wie het over geluk heeft zal er een definitie van moeten geven. Wat ons doorgaans, in commercie en amusement, als toonbeeld van geluk wordt voorgeschoteld is stuitend. Het zijn statische beelden van tot-hier-en-niet-verder. Tableaus die de juiste bankrekening, het correcte kinderaantal en de passend om het lichaam gespannen huid suggereren. Weemakende tevredenheid. Ik zou zeggen: geluk is het vermijden van ongeluk. Dat vereist een aanhoudend vluchtgedrag en betekent dat je rusteloos in de weer moet zijn met het vermijden van hobbels, het omzeilen van klippen. Met schipperen, je aanpassen en marchanderen. Zo nader je tot het geluk, omdat je moeilijkheden uit de weg gaat. Je hebt je erbij neergelegd dat je het nooit zult bereiken, en dat maakt je alweer een stuk gelukkiger. Geluk is een kwestie van geven en inbinden. Dat is een talent, al staat het niet hoog in aanzien.
Wij eisen geluk, kunnen we op de muren lezen. Een aangrijpende tekst, dat kan niet vaak genoeg worden herhaald. Een tekst die in het pantheon van de klassieken thuishoort en het eeuwige leven verdient. Als er Wij hebben recht op geluk had gestaan, wat zou dat sentimenteel zijn geweest, hoe lamentabel. Wat zou dat gepast hebben bij welzijnswerk, Libelle en reclame. Zoals het er staat is het grandioos, want het houdt de erkenning in dat het gaat om het afdwingen van een illusie. Wij eisen, zonder meer. Geluk, en minder niet. Tegenover het sterkste verlangen plaatst zich de sterkste bezwering. Hier is niet iemand aan het woord die uit is op het nemen van een levensverzekering, maar die bereid is alle zekerheden van zijn leven weg te geven. De eis kent, in zijn absoluutheid, de gratie van de overgave. Want er valt niets te eisen. Het geluk ligt achter de horizon, ongenaakbaar. De stelligheid bevestigt de onmogelijkheid. Hier wordt niet geschipperd, het zal dus altijd schipperen blijven. Een bezweringsformule is hei. Het geheim zal zich niet prijsgeven, iedere magiër weet dat. Zijn bevel is als een geurvlag op de weg naar het onbekende. Wie geluk eist balanceert als een evenwichtskunstenaar langs de afgrond van het ongeluk en zijn deemoed is heroïsch.