Pocket & Paperback
Him with his foot in his mouth and other stories door Saul Bellow. Washington Square Press 346 p., f 16,10. In het titelverhaal van deze bundel schrijft de musicoloog Shawmut een brief aan Miss Rose die hij vijfendertig jaar geleden dodelijk beledigd heeft. De brief waarin hij zijn excuses aanbiedt is tegelijk een analyse van zijn leven. Hij is in zijn loslippigheid altijd zo vlijmscherp en keihard geweest dat hij de mensen van zich vervreemd heeft en nu oud en eenzaam zijn dagen slijt. Hij kan niets doen tegen deze slechte eigenschap, heeft er zelf het meeste last van en betreurt het dat de mensen altijd een vijandige bedoeling achter zijn woorden zoeken. Miss Rose is de enige van al de beledigden die hem nooit geprovoceerd heeft. Door haar komt hij nu tot dit zelfonderzoek, waarvoor hij haar dankbaar is. Ook in twee andere verhalen is de ik-persoon een oudere figuur die terugkijkt op zijn leven. Ze zijn niet allemaal even sympathiek, behalve misschien de briljante Zetland, maar Bellow beschrijft hun levens met grote helderheid en liefde. Doeschka Meijsing stelde in haar bespreking (VN, 21-7-'84) vast dat de verhalen de indruk achterlaten dat mensen maar aanmodderen. Gelukkig kunnen we dat gemodder af en toe onderbreken, voor de prachtige verhalen erover van Saul Bellow.
The troll garden door Willa Carther. Meridian Classic 152 p., f 21,15. Deze verhalenbundel verscheen voor het eerst in 1905. De verhalen gaan over dromers en kunstenaars wier spirituele aspiraties botsen met de schrale realiteit van hun bestaan. De trollen zijn de toegewijde kunstenaars die uit moeten kijken voor de kabouters, de hardwerkende, nietscheppende mensen. In ‘The sculptor's funeral’ komen de mannen van een provinciestadje waken bij het dode lichaam van de beeldhouwer Harvey. Ze geven een litanie van kritiek op de man die zich onttrokken heeft aan 't stadje met zijn hypocriete fatsoensrakkersmoraal. Toch wilde hij in zijn geboorteplaats begraven worden. ‘The towns-people wil come in for a look at me: and after they have had their say I shan't have much to fear from the judgement of God.’ Het liegt er inderdaad niet om wat ze allemaal aan te merken hebben. Alleen de advocaat protesteert en stelt dat ze kwaad over hem spreken omdat hij een groot man was die zich niets van hun oordeel aantrok. In een kort bestek schetst Willa Cather scherp de sfeer, of het nu gaat om een begrafenis, de crisis in een kunstenaarshuis, ‘the asylum for talent, the sanatorium of the arts’ of het sterven van een jonge zangeres. Het wonderlijke nawoord is van Katherine Anne Porter en stamt uit 1952, met een toevoeging uit 1961. In de bibliografie is te lezen dat er recentelijk nog twee studies aan Willa Cather gewijd zijn. Een nieuw nawoord bij deze aardige bundel had dan toch ook tot de mogelijkheden kunnen behoren.
The takeover door Muriel Spark. Panther Books 222 p., f 11,35. De schatrijke Maggie tracht op aanraden van haar derde man, Berto de Tullio-Friole, een vroegere minnaar, Hubert, uit een van haar huizen in Nemi te zetten. Hubert maakt aanspraak op het huis omdat hij zegt een directe afstammeling te zijn van de godin Diana van Nemi. Hij sticht een religieuze sekte om zijn gehechtheid aan grond en huis te versterken. Terwijl Maggie hem onderhands geld geeft om hem niet te laten verhongeren, verkoopt hij haar kunst en antiek. Haar eigen zaakgelastigde verdwijnt met het kapitaal, maar zij laat hem prompt ontvoeren om haar geld terug te krijgen. De huizen in Nemi blijken niet van haar te zijn: de makelaar heeft voor veel geld iets verkocht wat niet van hem was. De huisjongen Laura, die niet alleen met Maggie maar ook met haar zoon en schoondochter vrijt, trouwt het meisje op wier land de huizen staan. Twee konkelende jezuïeten bemoeien zich met al deze Dallas-achtige affaires. Dit boek dat overbevolkt is met mensen die elkaar in trouweloosheid en corruptie overtreffen, amuseert maar geeft de lezer ook een ongemakkelijk gevoel. De zwarte humor en de mythische laag zorgen voor een beklemmende sfeer. Een sfeer die ook op het omslag goed getroffen is met een detail uit Arcadisch Landschap van Carel Willink.
REINTJE GIANOTTEN