Tijdschrift
Voor Maatstaf begint het nieuwe jaar in mei. Deze maand kwamen bijna tegelijkertijd het eerste en tweede nummer van 1985 uit. Met ingang van Maatstaf 1985/1 is Peter de Boer toegetreden tot de redactie en heeft het blad een nieuwe omslag en een andere lay-out gekregen, compleet met het balkje bovenaan, dat nauwelijks meer weg te denken is bij wat doorgaat voor moderne typografie. De bladspiegel varieert van één- tot driekolomszetsel. Enige logica heb ik in deze afwisseling niet kunnen ontdekken: drie kolommen per pagina voor essays, twee kolommen voor verhalen en één kolom voor poëzie of zoiets blijkt niet op te gaan. Bij de portfolio Reizen in de wereld van Slauerhoff met veel afgebeelde ansichten en handschriften naast de begeleidende tekst geeft het strakke stramien van de drie balkjes boven drie kolommen zelfs een uitermate rommelige aanblik. Als je door middel van steunlijnen voortdurend moet aangeven dat er heus wel verband zit in je lay-out, is er volgens mij met het ontwerp iets mis. Inhoudelijk is er aan de opzet van Maatstaf niet zoveel veranderd. Het meest verrassend in dit nummer op hagelwit papier is het debuut van Dorinde van Oort. In het sterke verhaal ‘Da Capo’ wordt de hechte band beschreven tussen een nichtje en haar oom. Hun gezamenlijke liefde voor de muziek, vooral voor zang, zondert hen af van de rest van de familie en verstevigt hun vriendschap. ‘Vanaf het begin herhalen’ is de vrije vertaling van de muziekterm in de titel. Het nichtje Elize gaat na de dood van haar geliefde oom, als ze stuit op een opzienbarende gelijkenis bij het bekijken van oude foto's, inderdaad terug naar haar eerste herinneringen en recapituleert alle ontmoetingen met haar oom en de reacties van haar familie op zijn bezoeken. De verhalen van F.B. Hotz en Maarten 't Hart in Maatstaf zijn van heel wat minder
kaliber. De personen die 't Harts verhalen bevolken zijn zo langzamerhand wel wat overbekend en hun handelingen wat al te voorspelbaar. In het verhaal ‘De aardbeving’ wordt althans geen nieuw register opengetrokken aan het Maassluise harmonium. In het tweede nummer staat een bijdrage van milde krankzinnigheid van de hand van Dam Backer die zijn intieme verhouding met het tijdschrift Maatstaf pleegt te uiten in een ingewikkeld bibliografisch systeem zodat hij makkelijk kan nazoeken wie wat geschreven heeft; deze manie doet hij uit de doeken. Aardig is een essay van Maarten Asscher over Oscar Wilde en Griekenland; voor speciale belangstellenden is het stuk van Wim Meulenkamp over Hermann Geisler, architect voor Hitlers hallucinaties. Maatstaf publiceert in het Duits de toespraak van Christoph Meckel voor Judith Herzberg bij gelegenheid van de aan haar toegekende Vondelprijs (al staat dat er niet bij).
EVA COSSEE