[Nummer 21 - 25 mei 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
De Vlaamse uitgeverij Kritak, tot dusver vooral bekend vanwege een fonds met linkse, politieke titels, wordt waarschijnlijk overgenomen door Meulenhoff. Kritak kampt al enige tijd met liquiditeitsproblemen. Een deel van het personeel werd ontslagen. De Antwerpse boekhandel Het Landschap heeft Kritak onlangs moeten verkopen aan uitgeverij De Vries & Brouwer. De toekomst van de andere Kritak-winkel in Leuven - waar ook de uitgeverij gevestigd is - is ongewis. Sinds ongeveer een jaar behartigt Kritak in België de belangen van Meulenhoff. ‘De laatste lijd is ons streven erop gericht meer literatuur en minder non-fiction uit te geven. Die tendens zal sterker worden na de samenwerking met Meulenhoff.’ voorziet Kritak-uitgever André van Halewijck. Over de verkoop van het bedrijf aan Meulenhoff zijn in dit stadium volgens hem ‘moeilijk uitspraken te doen’. Hij gaat ervan uit dat vóór 1 juli aanstaande de onderhandelingen zijn afgesloten. ‘Het zit er wel in dat we tot overeenstemming komen, maar je weet het nooit. In principe kan het nog alle kanten uit,’ merkt de uitgever diplomatiek op.
Tien jaar nadat Maatstaf een thema-nummer aan Thomas Mann wijdde komt dit literair tijdschrift in september met een speciale editie over de familie Mann. ‘Thomas Mann, Heinrich Mann, Klaus Mann, Erica Mann, Golo Mann, Victor Mann, Manfred Mann, Friedl Mann, de broers, de kleinkinderen - het is één grote, schrijvende familie. Alle grote momenten uit de wereldgeschiedenis vind je bij ze terug,’ roept Maatstaf- en Arbeiderspers-redacteur Martin Ros op de hem bekende toon vol aanstekelijke geestdrift uit. Onder auspiciën van onder meer het Goethe-Institut en Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam vinden in september diverse manifestaties plaats die de bijzondere familie Mann onder de aandacht brengen. De Arbeiderspers bereidt een ‘eenmalige goedkope editie’ voor van De toverberg van Thomas Mann - een voordelig alternatief voor wie het aan de ruim zestig gulden ontbreekt om de zo juist verschenen autobiografie Een keerpunt van Klaus Mann aan te schaffen.
‘Onze bijdrage aan de meidenhausse in de Nederlandse literatuur,’ zo omschrijft uitgever Thomas Rap de verhalenbundel Spaanse furie van Aafje Melgers, die hij kortelings op de markt bracht. Wie is Aafje Melgers? ‘Het is een pseudoniem’, bevestigt Rap desgevraagd. Welke auteur zich achter de schuilnaam verstopt wil hij niet zeggen. De dame op de fraaie omslag van het boekje kan in geen geval Aafje Melgers zijn, want zij is dank zij de geoefende blik van een kenner inmiddels geïdentificeerd als Anna Bolton. In 1948 verscheen bij Bantam Books de novelle What Became of Anna Bolton, geschreven door Louis Bromfield. De omslag was vervaardigd door William Shoyer, een bekende illustrator uit die tijd. Zijn schildering van een hoffelijke handkus in het society-milieu siert nu zonder bronvermelding de voorkant van het debuut van Aafje Melgers. Ontwerper Leenden Stofbergen wijst elke verantwoordelijkheid voor eventueel gepleegd plagiaat van de hand: ‘De uitgever kwam met dat plaatje aanzetten en vroeg me of ik het in de omslag wilde verwerken. Het zou fatsoenlijk zijn geweest als hij in een klein lettertje achterin het boek had vermeld waar de illustratie vandaan kwam.’ Blijft de vraag wie Aafje Melgers is. Voormalig Propria Cures-redacteur Henk Lagerwaard, de enige die daarop naar waarheid met ‘ik’ kan antwoorden, is onbereikbaar voor commentaar.
De Vlaamse romancier Johannes Vermeulen (‘dertien romans in het sf- en thrillergenre’) houdt lezingen over de vraag Hoe wordt men schrijver en zit er een broodwinning in? De dichtende notaris Jo Verbrugghen uit Sint-Lievens-Houtem spreekt op verzoek in het openbaar over het thema De dood bestaat niet. De schrijver Daniël Robberechts reist gaarne af naar steden, dorpen en gehuchten, maar, waarschuwt hij, over een ‘eigen wagen’ beschikt hij niet. De jeugdboekenschrijfster Diane Broeckhoven houdt lezingen over Bhagwan Shree Rajneesh en zijn visie op de nieuwe mens, het christendom. enz. Deze en dergelijke bijzonderheden over honderdzestig auteurs vermeldt de Schrijverslijst Lezingen, die het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor het eerst in de geschiedenis - en naar er wordt bij vermeld ‘naar Nederlands voorbeeld’ - publiceerde. Uit het overzicht blijkt dat de Vlaamse schrijver Willem M. Roggeman in Hilversum woont. Hij bezoek van tijd tot tijd België om daar schoolklassen te verpozen met de intrigerende vraag Wal is een gedicht? Op Nederlandse scholen treedt Roggeman niet op - althans: in dat geval wordt zijn voordracht niet gesubsidieerd. ‘Het is een rare situatie,’ verzucht Margreet Ruardi van de stichting Schrijvers School Samenleving te Amsterdam. ‘In Zeeuws-Vlaanderen mogen de scholen geen Vlaamse schrijver uitnodigen die vlak over de grens woont. Ze mogen wel een auteur uit Groningen vragen, maar die zal waarschijnlijk niet komen omdat hij het te ver vindt.’
Het is weinig bekend, maar in de Sovjetunie verblijven nog altijd enige tientallen Amerikanen, die daar lang geleden als fellow travellers terechtkwam. Zij hebben niet de mogelijkheid naar hun vaderland terug te keren. De omstandigheden waaronder zij leven schijnen erbarmelijk te zijn. Victor Herman doorstond Russische gevangenissen, tien jaar dwangarbeid benevens een verbanning naar Siberië. In 1977 - zesenveertig jaar nadat hij in de Sovjetunie verzeild raakte - kreeg hij toestemming om naar de Verenigde Staten terug te keren. Over zijn ontberingen schreef hij het boek Coming out of the ice: an unexpected life. De Nederlandse vertaling Mijn vlucht uit Siberië verscheen eind vorig jaar bij Omega Boek. Uit een rondschrijven van de auteur blijkt dat deze kort geleden The Victor Herman Foundation stichtte. In de circulaire wees hij erop dat er nog steeds Amerikaanse vrienden van hem een vergeten bestaan in Siberië leiden. Bovendien schreef Herman een tweede boek, American Village, en nu zocht hij donateurs die de uitgave van dit boek mogelijk zouden maken. Een deel van de baten zou gebruikt worden om de ballingen in staat te stellen terug te keren: ‘This is a patriotic, humanitarian venture that must have your support if it is to succeed.’ Gevraagd om een nadere toelichting op deze actie belooft Gerard Ridder, zijn Nederlandse uitgever, eens met Herman contact op te nemen. Ridder schrok van de informatie die hem telefonisch gewerd: ‘Ik kreeg een dochter van Herman aan de lijn, die me vertelde dat haar vader een maand geleden op zeventigjarige leeftijd aan een hartaanval is overleden. Ik wist dat Herman een zwakke gezondheid had, ik heb hem diverse malen persoonlijk ontmoet. Achteraf blijkt dat hij ook nog eens door zijn
Amerikaanse uitgever is opgelicht: hij heeft nooit één cent royalty's gezien. Triester kan het niet: zo'n verschrikkelijk leven achter de rug en dan een paar jaar na de invrijheidstelling onder dergelijke omstandigheden overlijden.’ In een kluis van Omega Boek bevindt zich een origineel typoscript van een ander boek van Herman. De auteur bracht dat in Amsterdam onder omdat hij zijn Amerikaanse uitgever niet meer vertrouwde. Ridder betwijfelt of de inhoud van dat manuscript uitgave in boekvorm rechtvaardigt: ‘Voor wie Mijn vlucht uit Siberië heeft gelezen staat er nauwelijks iets nieuws in.’
De auteur Willem van Maanen heeft zich voor enige weken teruggetrokken in de omgeving van Bremen, waar hij bivakkeert in het huis waar Rainer Maria Rilke woonde. Van Maanen zwoegt er op de tekst van een toneelstuk, dat op leven en werken van Etty Hillesum gebaseerd zal zijn. ‘Ik ben eindelijk op gang gekomen,’ verklaart de auteur telefonisch vanuit de bondsrepubliek. ‘Eerlijk gezegd heb ik nauwelijks ervaring in het schrijven voor toneel. Bovendien had ik, toen ik hiervoor gevraagd werd, nog nooit iets van Etty Hillesum gelezen. Dat viel me nogal rauw op het lijf. Het wordt geen stuk over de oorlog, maar meer een dramatische verhandeling over de ontwikkeling van twee mensen. We hebben tegen elkaar gezegd: de oorlog staat voor het raam maar komt niet binnen.’ De toneelvoorstelling wordt uitgevoerd door een ad hoc-gezelschap met Bea Meulman in de hoofdrol. Gerard Thoolen wordt haar tegenspeler. Januari volgend jaar gaat de vrije produktie in première. Van Maanen: ‘Begin juni moet ik de tekst klaar hebben, dat heb ik mezelf tot taak gesteld.’