Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985
(1985)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Changing places en small world door David Lodge Uitgever: Penguin, resp. 251 en 337 p., f 13,65 en f 16,40
| |
Gulden vliesSmall World is een zo mogelijk nog dwazere komedie, maar de afbraak begint eerder en gaat dieper. In deze passage bijvoorbeeld bespreken Swallow en Zapp - terug van weggeweest - de stand van zaken rond de campusroman. Ze zijn het erover eens dat de tijd van de enkele, statische campus voorbij is, en daarmee de tijd van de enkele, statische campusroman. ‘Exactly!’ zegt Zapp, ‘Even two campuses wouldn't be enough. Scholars these days are like the errant knights of old, wandering the ways of the world in search of adventure and glory.’ En zo komen wij van Changing Places in Small World, dat de ondertitel An academie romance heeft meegekregen. En dat is het ook. Vanaf het allereerste begin laat de geleerde auteur geen gelegenheid voorbijgaan om zelfs de grootste sul onder ons duidelijk te maken dat we een parodie voor ons hebben, romantisch epos in een nieuw jasje. Alle romantische verhalen - de cyclus van koning Arthur, Orlando Furioso (Razende Roeland). The Fairie Queene, Midzomernachtsdroom, de Boeketreeks - zijn opgebouwd uit dezelfde oude ingrediënten: wonderlijke metamorfoses, een gedreven zoeken en zwerven, magische objecten, liefdesverwikkelingen, samenloop van omstandigheden, persoonsverwisseling, een ontknoping waarbij de lang geleden verloren ouders worden teruggevonden. In Small World vinden we het allemaal terug in een kluchtige overdaad, die bij elkaar wordt gehouden door een netwerk van zich voortdurend ontwarrende en weer in de knoop rakende sub-intriges.
‘Hij mag niet meedoen’, zo luidt het onderschrift bij deze tekening van Leen Jordaan uit ‘Het Parool’ van 1 mei 1954. Het is een van de illustraties in het ‘Geïllustreerd Anti-Papistisch Zakboekje’, samengesteld door Robert Zijp en uitgegeven door Tabula. In woord en beeld, uit vroeger tijden en uit het heden zijn hierin antiklerikale uitingen verzameld ter gelegenheid van het bezoek van de paus.
Er wordt heel wat gezocht in deze roman - naar liefde, roem en rijkdom - vooral door Persse McGarrigle, een jonge Ierse academicus. Hij is de Perceval van deze sage, en of dat niet genoeg was, een Perseus, op zoek naar het gulden vlies. Persses gulden vlies is het schaamhaar van zijn onbereikbare grote liefde, de mooie en briljante Angelica Pabst. Zoals het een figuur in een graalroman betaamt, is Persse nog een onschuldige maagd. Daarom heeft hij bijvoorbeeld nog nooit van het structuralisme gehoord, wat natuurlijk ongeloofwaardig is, even ongeloofwaardig als een impotente ‘Fisher King’ met de naam Arthur Kingfisher die aan het eind van het boek zijn potentie terugkrijgt als Persse tijdens een congres van de Modern Language Association opstaat en een cruciale vraag stelt; en even ongeloofwaardig als de mannenverslindende heks Fulvia Morgana - enzovoort. De Grote Slag wordt in dit verhaal gestreden om het ‘Unesco-professoraat’, waar slechts nominale plichten maar een gigantisch salaris aan vastzitten: dat is de buit waarom de bende academici vecht, de verblindende leegte waarnaar hun ambitie neigt. Maar Lodges toon is te mild en de academische types die hij schildert zijn zo onwaarschijnlijk of afgezaagd dat Small World de naam ‘satire’ niet verdient. Na een inleiding die zich in het saaie oude Rummidge afspeelt, komt de schrijver ter zake: hij laat zijn internationale cast van universitaire en literaire figuren opdraven in Ankara, Parijs, New Queensland, Tokio enzovoort en het academische werelddorp afreizen zodat ze voortdurend elkaars pad kruisen. Het is een groot congres, zegt Morris Zapp: ‘Zürich is Joyce, Amsterdam is Semiotics, Vienna is Narrative. Or is Narrative in Amsterdam and Semiotics in Vienna...?’ Het kan hem niets schelen, en ons ook niet. Het belangrijkste is dat de betrokken steden fraai worden beschreven en we er ook nog iets van kunnen leren. Als u bijvoorbeeld wilt weten waarom Jakobson taal niet als een louter willekeurig systeem beschouwde, moet u goed naar het verhaal van juffrouw Pabst luisteren. En de lezing die Zapp op een gegeven moment geeft is een kluchtige versie van Barthes' Plaisir du texte. | |
KatholicismePersse zwerft op zoek naar Angelica, in navolging van de paladijnen van Ariosto, heel wat rond (per vliegtuig, dankzij zijn American Expresskaart) en ondervindt nogal wat last van het feit dat ze een tweelingzuster heeft; ze zijn vondelingen en wie hun ouders zijn wordt tegen het einde op sensationele (maar niet verrassende) wijze onthuld. Persse en alle anderen die het baantje bij de Unesco willen bemachtigen, stuiten voortdurend op moeilijkheden. Zo hoort het ook in een romantisch verhaal, legt Angelica uit, want een roman loopt, in tegenstelling tot een episch verhaal of een tragedie, niet uit op ‘an essentially male climax’ - een romantisch verhaal ‘has nol one climax but many. The pleasure of this text comes and comes and comes again. No sooner has one mystery been solved than another is raised... The narrative questions open and close, open and close, like the contractions of the vaginal muscles in intercourse... romance is a multiple orgasm.’ Lodges boek is zowel een modieuze, opzettelijk overdreven meta-roman geworden als een volstrekt conventionele komedie, al evenmin radicaal vernieuwend als het werk van P.G. Wodehouse. Het is niet zo zeer een aaneenschakeling van orgasmen alswel een aaneenschakeling van akademische lolbroekerij. Out of the Shelter, dat voor het eerst in 1970 uitkwam, is eenvoudiger geschreven. Het is een verfrissend en overtuigend verslag van een jongen die vlak na de oorlog in een rooms-katholiek lower-middle-class gezin in Engeland opgroeit. Timothy, zestien in 1951, gaat voor het eerst naar het buitenland, en wel naar Heidelberg waar zijn oudere zusje voor de Amerikanen werkt. Het wordt een voor zijn ontwikkeling cruciale ervaring. Het boek geeft een gedetailleerd beeld van de kleverige penibelen waarin een maagdelijke puber zoal terecht komt en van het contrast tussen het armetierige na-oorlogse Engeland en het luilekkerland van de kauwgum-kauwende, martini-drinkende Amerikaanse soldaten die Europa voor het eerst van hun consumptiemaatschappij laten genieten. In de inleiding tot deze nieuwe, herziene uitgave legt Lodge uit dat het boek autobiografisch van aard is en vertelt hij hoe onverantwoordelijk de oorspronkelijke uitgever ermee is omgesprongen. Hij neemt bovendien de gelegenheid waar om een beetje te schoolmeesteren: hij wijst erop dat we met een Bildungsroman te doen hebben en dat hij veel te danken heeft aan Portrait of the Artist van James Joyce en The Ambassadors van James; en some of the stories of Joyce's Dubliners and James 's What Maisie Knew also influenced the handling of the naive central consciousness.’ Het moet wel heel beklemmend zijn geweest om zulke literaire giganten in je nek te voelen ademen als je een op het oog zo eenvoudig autobiografisch werkje schrijft! (Het artikel dat u zo juist heeft gelezen is sterk beïnvloed door Aristoteles. Dante en Beatrix Potter.) ■ |
|