Het verzet 1940-1945 door Richter Roegholt, Jacob Zwaan e.a. Uitgever: Unieboek, 184 p., f 29,50
‘Zonder het verzet 1940-1945 zou hier een ander volk hebben geleefd, een volk dat zich suf en laf alle onrecht had laten welgevallen en dat zijn minderheden zonder meer had laten uitmoorden. Men kan zeggen dat het verzet de eer van het volk heeft gered, een eer die werd gedragen door... wie er ook maar door de vonk werd getroffen, de vonk van het “Nee”!’ Aldus Richter Roegholt in het inleidend hoofdstuk van deze verzameling opstellen (acht in totaal) over het verzet. Een zin vol dramatische kracht die onwillekeurig een gevoel van trots oproept, maar of hij nu ook klopt? Wat is de betekenis van het verzet geweest? Welke praktische effecten heeft het gehad, welke morele? Waren er bepaalde overeenkomsten tussen mensen die in het verzet gingen (jong, ongetrouwd)? Welke denkbeelden leefden er in het verzet over de naoorlogse periode? In hoeverre is het beeld van het verzet gekleurd door naoorlogse verhalen? Dat zijn enkele van de talloze vragen die in een studie over het verzet, veertig jaar na de oorlog, aan bod hadden moeten komen. In deze beschrijvende opstellen wordt verteld wat al bekend is: welke militaire verzetsgroepen er bestonden, wat het ideële verzet inhield enzovoort. Er zijn slechts vier pagina's gewijd aan de periode dat het verzet werkelijk ‘massaal’ werd, vanaf het moment dat de bevrijders nabij waren.