Fernanda Cicero! door William Rothuizen Uitgever: De Arbeiderspers, 105 p., f 24,50
Erik van Muiswinkel
Er blijft straks geen ‘betere journalist’ meer over. De een na de ander besluit zich aan de literatuur te gaan wijden. In het verleden Hofland en Ferdinandusse, een tijdje terug Jan Brokken en Adriaan van Dis, en nu dus William Rothuizen. Het bleef voor de meesten overigens iets wat ze erbij deden, ze zaten toch al dicht bij het vuur der cultuur; Nathan Sid kwam zelfs regelrecht uit de krant (NRC Handelsblad). William Rothuizen schrijft meestal over beeldende kunst en zijn literair debuut heet Fernanda Cicero! Het boek kan in één rukje uitgelezen worden. Niet alleen omdat het slechts 105 bladzijden telt maar vooral omdat die 105 bladzijden geestig en zeer de moeite waard zijn.
Hoofdpersoon Hugo wordt in de eerste alinea van het boek ontslagen uit het asiel: ‘Wie niet ziek is, kan ook niet beter worden. Toch lag daar zijn ontslag op glanzend papier.’ Dit wekt argwaan en nieuwsgierigheid, en inderdaad: Hugo staat nog niet zo een-twee-drie op de asfaltweg die langs het inrichtingshek loopt. Het blijkt al snel dat er met zijn papieren iets grondig mis is, en de rest van Fernanda Cicero! handelt over Hugo's odyssee langs onwillige of niet-begrijpende beambten en hulpverleners. Merkwaardige figuren kruisen zijn pad, en de toon die de schrijver hanteert, een combinatie van gelatenheid en opgewektheid, maakt het verhaal van Hugo, ondanks zijn doffe ellende, verkwikkend om te lezen.
Het is niet de eerste keer dat het sfeertje van hulp verleners-ambtenaren- formulieren-kastje-muur-Kafka in de literatuur beschreven wordt. Daarom is het zo prettig dat Rothuizen er niet te zwaar aan getild heeft, ja, vind ik het zelfs prettig dat ik niks van Rothuizen weet! Stel je voor dat hij zelf in een inrichting heeft gezeten, of een broer van hem, of een echtgenote... wie weet ga je je dan toch menselijk bewogen tegenover zo'n boek opstellen, wat me nooit de bedoeling lijkt, althans niet van een goed boek. Hoe het zij, autobiografische interpretaties dringen zich bij Fernanda Cicero! niet zo snel op als bijvoorbeeld bij Biesheuvels in ikvorm geschreven gekkenhuisverhalen. Rothuizen heeft zich daarvoor te sarcastisch geweerd, vooral wanneer er hulpverleners aan te pas komen om Hugo hulp te verlenen: ‘“We pakken de draad op bij je aankomst in het asyl,” stelde hij voor, “vanaf het moment dat je bent uitgeleverd. Dat gaan we nu niet allemaal doorspitten, daar hebben we de komende maanden alle tijd voor. Maar denk er alvast eens over na, of schrijf het op. Samen zullen we alle puzzelstukken in elkaar passen.” Hij keek op zijn horloge en stond op om zijn sjaal van de kapstok te pakken en rond zijn nek te slaan.’
‘Een fout die hulpverleners wel vaker maken,’ zei Freek de Jonge, maar een soort literaire cabarettekst is Fernanda
Vervolg op pagina 14