De camouflagetechnieken van een gentleman
Susan Cheever over John Cheever
Home before dark door Susan Cheever Uitgever: Weidenfeld and Nicolson, 243 p., f 55,75
Beatrijs Ritsema
John Cheever eet een appel, terwijl zijn hond hongerig toekijkt
John Cheever was zo sterk op alcohol gericht dat hij mensen indeelde naar de hoeveelheden drank die ze consumeerden en naar de sterkte van de door hen geserveerde drankjes. Hoe meer, hoe beter was de norm die hij hierbij hanteerde.
Dit zal iedereen die een stevige verslaving onderhoudt bekend voorkomen. Echte rokers weten altijd wie er uit hun omgeving wel en niet rookt en van hun soortgenoten kunnen ze feilloos aangeven welke plaats zij innemen ten opzichte van zichzelf in de hiërarchie van aantallen geconsumeerde sigaretten per dag. Al John Cheevers vriendschappen waren dan ook drankvriendschappen; het keer op keer gezamenlijk over de schreef gaan kweekt solide banden.
Aan het drinken van schrijvers (en kunstenaars) wordt nooit zo zwaar getild. Het schijnt er nu eenmaal bij te horen in de kunst en Cheevers openlijke drankgedrag, hoe fors dat ook was, wekte in ieder geval weinig verbazing of afkeuring. Waar echter niemand iets van af wist, was zijn dagelijkse worsteling met de alcohol en zijn stiekeme drinken. In zijn dagboek beschrijft hij hoe hij steeds verder afglijdt: eerst is het voornemen niet te drinken vóór vier uur 's middags, dan niet vóór de lunch, niet voor elf uur en ten slotte niet voor het ontbijt. Tegen die tijd (begin jaren zeventig - hij heeft er dan ruim dertig jaar drank op zitten) begint het onderscheid tussen de laatste en de eerste borrel van de dag te vervagen.
Toch was hij uiterst gewiekst in het verborgen houden van deze mateloosheid. Hij verstopte overal flessen, waar hij een snelle slok uit kon nemen als zijn huisgenoten niet in de buurt waren, en hij hield intussen scherp in de gaten wanneer het tijd werd voor het formele drinken. Met ‘formeel’ bedoelde hij ‘openlijk’, dus de whisky op tafel in een glas met ijsblokjes. Om halftwaalf 's ochtends gaf hij zichzelf hiervoor het startsignaal.
Susan Cheever, die een persoonlijk getinte biografie over haar vader schreef, begreep na het doorlezen van zijn wanhopige dagboekaantekeningen pas waarom hij zich soms ineens zo geprikkeld of ongedurig betoonde: ‘Hij zat gewoon een kans af te wachten om ongezien een teug te nemen.’
Natuurlijk wist iedereen dat hij te veel dronk. Hij was zelf ook altijd de eerste om dit toe te geven en op die manier beschuldigingen op te kunnen vangen, maar dat het zo ver ging wist hij goed te camoufleren. Cheever had een grote neiging tot geheimzinnigheid, terwijl hij tegelijk zeer beminnelijk was.
Zijn dochter Susan, zelf ook romanschrijfster, heeft op grond van haar herinneringen en gesprekken met familieleden en vrienden een boeiend portret geschreven, waarin zij het bestaande beeld van hem niet grofweg ondergraaft, maar er subtiele, zij het essentiële, correcties op aanbrengt.
Tegenover de buitenwereld presenteerde hij zich altijd graag als de gedistingeerde, een tikje ouderwetse gentleman die van het landelijke leven hield en voor wie religieuze en familiewaarden belangrijk waren. Dit beeld van een door dik en dun geciviliseerd persoon blijft overeind na lezing van Home before dark.
Ik heb de alcoholverslaving eruit gelicht als typerend gebied waarop hij geheimzinnigheid betrachtte, omdat iemand wel over een ijzeren geestelijke constitutie moet beschikken om dit jarenlang zo vol te houden, terwijl hij intussen sociaal adequaat blijft functioneren én blijft schrijven. Op de een of andere manier dwingt dit meer bewondering af dan de rechtschapenheid van de geheelonthouder die ook zijn werk doet. Tot het misging in 1974, toen Cheever tijdens een gastdocentschap in Boston volledig in elkaar stortte en instemde met een opname in een alcoholistenkliniek. In het aangezicht van de dood had hij weinig keus meer. Na een maand op AA-leest geschoeide afkicktherapie, kwam hij weer te voorschijn en heeft nooit meer een druppel gedronken. Op zichzelf ook weer zeer bewonderenswaardig.
Cheever was op decorum gesteld; hij liet zich veel aan uiterlijkheden gelegen liggen. In zijn romans en verhalen beschrijft hij de personages meer in termen van hun gedragingen dan dat hij uitweidt over hun gevoelens. Hij hield er zelf ook niet van om over gevoelens te praten. Hij was liever de ‘tough guy’ die scherp en sarcastisch reageerde als hem iets niet beviel.