Braziliaanse ontdekkingen
Vervolg op pagina 16
viewd voor de televisie, is kind aan huis bij de belangrijkste literaire uitgeverij in Rio de Janeiro, logeert bij schrijvers. En... hij houdt een praatje op de Academia Brasileira de Letras. Aan contacten met denkend Brazilië geen gebrek meer: de afspraken zijn niet te tellen.
Toch gaat ook het literaire dolce vita Willemsen niet gemakkelijk af. Ook hier weer die groepsgeest, dat altijd bij elkaar zijn, het eindeloze gepraat, overal lawaai, geluid, want ‘stilte is het ergste dat er is’. Aan het einde van een dag vol gebabbel vlucht Willemsen altijd naar de anonimiteit van de kroeg, waar hij zich ‘encanailleert met negers, werklozen, daklozen, alcoholici.’ Deze keerzijde van het Braziliaanse leven oefent een grote aantrekkingskracht op hem uit, ook al tijdens het eerste bezoek. Het ‘slordige, achteloze, anonieme, onverschillige’, de sensualiteit en gemakzucht die het leven uitstraalt, het anarchistische, bevrijdende gevoel dat er het gevolg van is, dit alles ervaart hij alleen in Brazilië. Helemaal opgaan in deze sfeer is echter onmogelijk. De andere oever heeft te lang te ver weg gelegen.
Nog in de laatste brieven komt vaak naar boven: wat doe ik hier? Het is aan deze vertwijfeling te danken dat Willemsen een indringend boek heeft geschreven over Brazilië én over Nederland. Alle romances en ruzies met Brazilië zeggen even veel over de Braziliaanse als over de Nederlandse cultuur, met haar afstandelijkheid, zelfbewustzijn, introversie en ingetoomde driften.
Brazilië heeft in de loop der tijd veel van zijn magie verloren voor Willemsen. Hij krijgt het gevoel dat hij niets meer te vertellen heeft, dat de verhalen op zijn: Brazilië is gewoon geworden. Op een tweede deel Braziliaanse brieven hoeven we dus niet te rekenen, ook al omdat de ‘tijd van receptief leven, indrukken verzamelen, ervaringen opdoen, definitief voorbij is.’ Uitgepraat lijkt Willemsen me echter allerminst. Om met Brás Cubas te spreken: het is tijd voor de volgende editie.
■