Wanhoopsactie
De ellendige grootheid van Camperts schijnbaar eenvoudige proza schuilt in de kracht die deze minimale variaties op hetzelfde thema maar houden: het thema van de vogels die niet kunnen vliegen en die na wat klapwieken met hun vleugels (omdat ze even denken dat het alle dagen feest is) zich terugvinden in een verkeerd bed. Wanneer Somberman 1 van zijn vrouw te horen krijgt dat het natuurlijk allemaal zijn oorzaak heeft in de mid-life crisis raakt hij buiten zichzelf van woede. Waarom? Omdat er eigenlijk geen oorzaken zijn: ‘Een echte zondebok viel er niet aan te wijzen - dat was nog wel het meest frustrerende.’
Sombermans ‘actie’ is net zo'n strohalm waar hij zich even aan vasthoudt als de Bond Tegen Arbeidsethos, het hebben van een hobby of de methode Couê. Hij besluit mee te doen met een krakersactie om het Warenhuis te bezetten. In de piekerwereld (in plaats van denkwereld) van Campert zijn dit allemaal wanhoopsdaden met een deus ex machina-karakter, als dat niet zo'n groot begrip was. Een andere schrijver dan Campert zou zijn hoofdpersoon geen Somberman hebben genoemd, hij zou hem in zijn werkloosheid ook nuttig hebben gemaakt. Vandaar dat Somberman's actie maar in heel beperkte zin een document van deze tijd is. Het leven van een schrijver zoals Campert dat ziet verschilt maar weinig van dat van Somberman. Toch kan men niet zeggen dat er een maatschappelijk sentiment aan ontbreekt, Sombermans actie is in letterlijke zin een wanhoopsactie, omdat hij werkelijk niet weet wat hij anders nog zou kunnen doen, gegeven zijn innerlijke weigering om de zin van een werkloos leven ergens of in iets anders te zoeken. Kreet Vreugde, een ander personage uit Wie doet de koningin ziet overal lichtpuntjes, maar ze worden door Campert met zijn woordkeus afgedempt. Er staat in Wie doet de koningin een karakteristiek stukje dat een bezoek aan Rotterdam beschrijft. Kreet Vreugde ‘voelt dat het hier anders is. Hier waait een frisse wind en er is ruimte voor die wind.’ Het medelijden dat in Camperts zinnen doorklinkt, vermengd met mededogen, eindigt met de constatering dat in Rotterdam ‘Schoenen pronken, kapsels blinken. In Rotterdam heeft men er iets op gevonden.’ ‘Er’?
Somberman en zijn vrouw Bezig zijn niet de enige personages in Somberman's actie. Veel contrast verleent hij niet, maar Sombermans vroegere collega Domoor zorgt voor het element ‘brave acceptatie van het menselijk lot’. Blufkaak is een oudere vrije jongen met een idealistisch verleden, dat hij heeft overgedaan aan zijn zoon Lubbe. Die noemt hij, waar hij nors kijkend bij zit, ‘een idealist’. Lubbes vriend Professor Knoert schildert op een manier die nog alle ontwikkeling toelaat. Zij bewonen een kraakpand waar ze elk moment uit zullen moeten, zodat zij zich op iets nieuws gaan richten. Het dichtgespijkerde Warenhuis is een serieuze kandidaat. Deze personages en dit broeden op actie verlenen Somberman's actie scènes van echt leven, evenals Sombermans jaloezie die opsteekt als hij vermoedt dat zijn vrouw na haar werk als receptioniste in het Greenback Hotel het ervan neemt met de donkere barkeeper. Dat levert een andere ‘actie’ op: hij nodigt Soeza uit, de vrouw achter de bar van het café waar hij tegen zijn zin wel eens naar binnen loopt. Hoewel uiterst ingehouden beschreven, is dit een triomfantelijke gebeurtenis die in haar bed eindigt. Grimmiger lot bezoekt Domoor, die op straat een onheilspellende jongere tegenkomt die hem doet denken aan de zoon van zijn vroegere melkboer. Dat zal een jongen met een mes blijken te zijn.
Het meest dramatische in Somberman's actie is de verhouding tussen Somberman en zijn vrouw Bezig. Haar begrip voor zijn positie is nul, zonder dat zij daardoor een haaibaai, egoïste, zeurpiet of afschuwelijk mens wordt. Zij heeft werk, heeft er plezier in, ontmoet mensen en doet soms waar ze zin in heeft. Ze laat zich niet meesleuren in zijn wanhoop: ‘Ik heb geen zin om de beste jaren van mijn leven in een soort versuffing door te brengen met iemand die besloten heeft de rest van zijn bestaan bij de pakken neer te zitten.’ Hoewel Sombermans positie niet te benijden is, weigert zij hem zielig te vinden.
Sombermans actie is niet veel meer dan een Tarzankreet. De actie verloopt binnen enkele uren en zijn jeugdige kornuiten laten zich mak door de politie meenemen terwijl Somberman in zijn oude kamer in het Warenhuis achterblijft, veel meer dan een kalender van het vorig jaar is er niet over. Als Boekenweekgeschenk behoort Somberman's actie tot de beste die ooit gemaakt zijn. De ortolaan van Maarten 't Hart, het geschenk van vorig jaar, was al niet slecht, maar men moet ver terug om nog zo'n serieus cadeau te kunnen aanwijzen, misschien tot De nacht der Girondijnen van Presser (1957).
■