Misdaad in Nederland
Late post van Bruna en moord bij de Bhagwan
De ratelrat door Janwillem van de Wetering Uitgever: Bruna, 240 p., f 22,90
De laatste voorstelling door Bert van der Veer Uitgever: Bruna, 189 p., f 19,90
Moord in de: Ashram door Manuel van Loggem Uitgever: Sijthoff, 192 p., f 16,50
Rinus Ferdinandusse
De nieuwste Grijpstra en De Gier is inmiddels maanden oud: in november vorig jaar werd De Ratelrat al aan de pers gepresenteerd. In ‘het nu al veel besproken drijvende restaurant Sea Palace’. Dat is ter hoogte van het Centraal Station en het is Chinees, en dat klopt zo'n beetje met de eerste moord-scène in het bock.
Op de uitnodiging voor die bijeenkomst stond te lezen dat het voor Van de Wetering een boeiende week was. In frankrijk ontving de schrijver de ‘Grand Prix de Litérature Policière 1984’ van La Maison de la Culture André Malraux voor zijn boek La Massacre de Maine. Bij ons: Het werkbezoek’). En in Amsterdam, in het drijvende Sea palace, werd De Ratelrat uitgereikt aan de Amsterdamse ex-commissaris J. Toorenaar. Zowel Grijpstra als De Gier zouden hier onmiddellijk iets symbolisch in ontdekken. En naar ik vermoed terecht.
De post van uitgeverij Bruna was echter laat: ik kreeg De Ratelrat zeker anderhalve maand na Toorenaar. En toen ik het boek opensloeg en er wat in las, deed ik het ook weer gauw dicht. In de eerste plaats doordat de openingshoofdstukken vermoeiend en bloemrijk waren, en ten tweede omdat de plot zich al snel naar Friesland verplaatste. Dat was een teleurstelling omdat Van de Wetering lang geleden in VN eens heeft aangekondigd dat hij maar tien Grijpstra en De Giers zou maken: zo rond het tiende zou met name De Gier zich geheel onthecht terugtrekken op het verre Japeneiland, ergens in de buurt van het vroegere Hollandia. Friesland is dan wel erg uit de koers.
André Malraux, althans zijn huis, heeft gelijk: Het werkbezoek. Van de Weterings zevende, is een goeie Grijpstra en De Gier. Met dat boek sloot Van de Wetering een serie boeken af die, ondanks de soms zwakke plots en de steeds bloemrijker humor, toch de naam Amsterdamse politieroman terecht droegen. Grijpstra, De Gier en de commissaris zongen zich wel een beetje los van het - door Van de Wetering tamelijk optimistisch bekeken - politiewerk, maar het bleef allemaal herkenbaar. Daarna mocht de auteur het Boekenweekgeschenk schrijven, en daarmee begon de vervreemding, in Lijk zonder moord - moord zonder lijk en De Straatvogel is Amsterdam een ludieke stad geworden en van een normaal politiekorps is geen sprake meer. Dat is er misschien in werkelijkheid ook niet, maar zo dol als Van de Wetering het maakt kan Valken het nooit.
Maar met De Ratelrat lijkt Van de Wetering een beetje op de weg terug. De plot is tamelijk dun, maar klopt, en ook de losse eindjes worden toch allemaal aan elkaar verbonden. Het filosoferen is gebleven: iedereen, van de commissaris tot de simpelste brugwachter, iedereen heeft gedragen gedachten over de huidige maatschappij.
Opmerkelijk is dat Van de Weterings optimistische kijk op de politie verdwenen is. Hij heeft voor dit boek een uitvoerig bezoek aan de Friese politie gebracht en wat hij daar heeft aangetroffen zal menig liefhebber van wet en orde niet vrolijk stemmen. De Friese politie wordt door tamelijk stompzinnige functionarissen geleid, de communicatie en de efficiëntie zijn naatje, en sommige politiemannen zijn aan grote identiteitscrises ten prooi. Het Friese platteland is trouwens ook ten prooi aan welvaartsziektes en druggebruik.
De auteur heeft de film al in zijn achterhoofd gehad en enkele zeer mooie scènes bedacht. Een roofoverval op de in vol bedrijf zijnde veemarkt. En een klein oorlogje tussen op elkaar schietende Chinese gangs die elkaar op de Afsluitdijk tegemoet fietsen. Dat oorlogje wordt overgenomen door een gehele strijdmacht van politiemannen met gevechtswagens die daar, stomtoevallig, voorbijrijden: het is zo'n groot toeval dat de auteur er zelf maar nadrukkelijk in het boek op wijst.
De Gier blijft de aardigste man: ogenschijnlijk bemoeit hij zich, als enige niet-Fries, nergens mee, en leert op zijn gemak Fries uit een bundel feministische verhalen, waardoor hij een aantal mooie gedachten over de - altijd struise - Friese vrouw en haar rol in gezin en misdaad kan lanceren. De Ratelrat is bloemrijk, mager en toch ook aardig. Geen Malraux, maar ook niet helemaal Toorenaar. Dus er is nog hoop voor de toekomst, nu De Gier en Grijpstra voorlopig bij ons blijven.