Doortastendheid
Lag Bevans ‘finest hour’ op binnenlands-politiek terrein, premier Attlees ‘most shining achievement’ betrof de onafhankelijkheid voor het Indische continent. Volgens Morgan legde Attlee hierin een hartstocht en doortastendheid aan de dag waaraan het hem op andere gebieden vaak ontbrak. De positieve beschrijving van Attlees rol in het onafhankelijkheidsproces komt op nog slechts twee andere punten terug. Ten eerste bij de poging van een drietal ministers in 1947 Attlee als premier te wippen. Attlee wist deze poging te verijdelen door een van de samenzweerders promotie aan te bieden. Ten tweede bij Attlees reis naar de Verenigde Staten in december 1950 toen Amerikaanse troepen onder aanvoering van MacArthur in Korea slaags raakten met Chinese troepen en in Washington openlijk gesproken werd over het gebruik van de atoombom. Attlees kalmerende invloed op Truman wordt door Morgan uiterst belangrijk geacht. In het algemeen is hij echter zeer kritisch over het functioneren van Attlee, vooral over zijn optreden in crisissituaties.
Minister van Buitenlandse Zaken Ernest Bevin kan daarentegen wel op een goede beoordeling rekenen, ondanks het Palestina-debäcle en ondanks Morgans beschrijving van het jaar 1946 als ‘a saga offailure’ op buitenlands-politiek terrein. Na Bevins positieve reactie op de Harvard-speech van zijn Amerikaanse collega George Marshall in juni 1947 volgde een uiterst creatieve periode van twee jaar waarin Bevin de Verenigde Staten blijvend aan West-Europa wist te binden, culminerend in de ondertekening van het Noordatlantisch verdrag op 4 april 1949.
Naast Bevan en Bevin kan ook Sir Stafford Cripps, die in 1947 Hugh Dalton als minister van Financiën opvolgde, op lof van Morgan rekenen. Onder zijn leiding wist Groot-Brittannië de financiële crisis van 1947 te overwinnen en met behulp van het Marshall-plan definitief aan een periode van economische groei te beginnen. Dat ging wel gepaard met een politiek van soberheid en rantsoeneringen, maar leidde er tevens toe dat Cripps' opvolger Gaitskell in 1950 al kon verklaren dat zijn land geen Marshall-hulp meer nodig had. De Conservatieven stapten in feite in 1951 dan ook in een gespreid bedje.
Van links naar rechts: Ernest Bevin, Aneurin Revan en Clement Attlee
Morgans Labour in Power kan beschouwd worden als een mijlpaal in de geschiedschrijving over het naoorlogse Groot-Brittannië. Het boek is uitvoerig gedocumenteerd en boeiend van begin tot eind. In feite laat alleen de compositie enigszins te wensen over. Morgan hinkt namelijk een beetje op twee gedachten. De eerste helft van zijn boek is thematisch aangepakt, de tweede helft chronologisch, met als gevolg dat zaken af en toe door elkaar lopen. Een betere keus was waarschijnlijk een puur chronologische geweest, juist omdat de regeringsperiode 1945-1951 betrekkelijk eenvoudig in drieën is op te delen. Ten eerste natuurlijk de opdeling in de regeringsperioden 1945-1950 en 1950-1951 met de algemene verkiezingen van 1950 als cesuur. Maar ook de eerste van deze twee perioden bestaat eigenlijk uit twee delen met 1947 als breekpunt. In dat jaar, door Dalton omschreven als ‘annus horrendus’, vonden er een groot aantal gebeurtenissen plaats die de perioden 1945-1947 en 1947-1950 wezenlijk van elkaar doen verschillen. De zware economische crisis en de ingrijpende ontwikkelingen op buitenlandspolitiek terrein (onder meer India, Griekenland en Duitsland) in 1947 brachten ook Morgan tot de conclusie: ‘The strength and vitality of the Labour government fled, never really to return.’
Morgan is geen schrijver die zijn betrokkenheid onder stoelen of banken steekt. Hij kán dat ook niet doen. Kwesties als het invoeren van een eigen bijdrage in de gezondheidszorg, leegstand van grote kantoorgebouwen en het terugdraaien van nationalisaties, waarmee Labour in de periode 1945-1951 worstelde, zijn ook de problemen van de jaren tachtig. En zoals Morgan terecht zelf constateert, de Attlee-era liep in feite pas af met het aan de macht komen van Thatcher in 1979. Wat in die era werd opgebouwd in Groot-Brittannië, wordt nu weer afgebroken. Alleen daarom al verdient dit boek het om gelezen te worden.
■