Zo knipt Selim krantekoppen uit en rangschikt ze zoals het hem goed lijkt. Exact op dat moment zegt hij: “Wat is het gemakkelijk om te beschrijven wat men ziet.” In mijn boek wordt nagedacht over de verhouding tussen schrijven en actualiteit. Maar Selim schrijft ook teksten waarin hij de onderdrukking probeert weer te geven in poëtische beelden, zoals de langzame maar onverbiddelijke verzanding van de stad Istanboel. Deze Selim verdwijnt aan het eind van het boek door zich te verdrinken in de put van zijn jeugd.
In de put van zijn jeugd?
‘De verteller, die zijn vriend is, verbeeldt hem in het boek met behulp van een serie foto's die Selim hem eens heeft gestuurd. Men ziet op elke foto de tuin uit zijn jeugd, maar de put die zich op vroegere foto's op de achtergrond bevindt, wordt op de latere steeds meer naar voren gehaald. We zien de moeder die Selim heeft verloren en die hij terugzoekt in het lichaam van zijn vriendin Nilgüne. Een onmogelijke erotiek, want deze Nilgüne heeft door de martelingen alle besef van haar lichaam verloren. De put is de vrouwelijke sekse waarin Selim valt en te gronde gaat als hij met haar de liefde bedrijft. De put waarin hij zich gooit is ook de terugkeer naar de moederbuik. Dit verlangen naar de moeder staat in direct verband met de politieke situatie waarin Selim leeft.’
Rode laarsjes
Alle personen zoeken hun toevlucht in het verleden. Maar ook dat denken is altijd gelieerd aan de dood.
‘Wat richt een totalitair regime aan bij individuen? Die gedachte staat aan de basis van mijn boek. De personen reageren allen verschillend op marteling, maar ze hebben één ding gemeen: ze beleven opnieuw hun jeugd. Nilgüne, na een martelseance waarbij zij weigert om tegen haar beul te praten, wordt door een associatieve gedachtenstroom, die steeds preciezer vormen aanneemt, in een ver verleden ondergedompeld toen zij nog onder invloed stond van een sterk autoritaire vader. De klap in het gezicht die zij als klein meisje van haar vader kreeg, aan wie ze niet wilde vertellen waar ze haar rode laarsjes had gelaten, loopt uit op de weigering om te praten tegen de beul. De vader, op een heel ander niveau, incarneert de repressie. De herinneringen aan de ouders in mijn boek zijn onlosmakelijk verbonden met hun einde. Het is een pijnlijk boek. Het fascisme verhindert mensen zich een gelukkige herinnering te herinneren. In hun verleden vinden ze altijd een vorm van macht terug.’
Verwijst de innerlijke wereld van Nilgüne naar de gesloten kamer van de verteller, die in Frankrijk zijn eenzame ervaring van het schrijven meemaakt?
‘Die dingen verwijzen naar elkaar. Dat is bewust geconstrueerd. Het vertrek waarin Selim en Nilgüne elkaar liefhebben verwijst ook direct naar de verhoorkamer waar men hen, naakt tegenover elkaar staand, verhoort.’
De ideeënassociaties van de personen doen denken aan de divan van de psychiater. Het heeft natuurlijk niets met een kuur te maken, maar is er verband met de psychoanalyse?
‘Ik denk het wel. Er is aan de ene kant de realiteit van de autoritaire staat en zijn uiterlijke verschijningsvorm: de marteling. Maar andere vormen van repressie bestaan allang vóór deze autoritaire staat of bestaan gelijktijdig: in het gezin, binnen de oedipale driehoek. Nilgüne heeft die jeugdervaringen verinnerlijkt. Nee, het is voor haar geen kuur, ze komt halfdood uit de martelkamer terug. Alleen ligt er misschien een kuur in het schrijven.’
Je noemt je boek ‘Teksten voor een modern fresco’. Je boek heeft inderdaad een mozaïekstructuur. Waarom die fragmentatie?
‘Het is mij onmogelijk een klassiek lineair boek te schrijven, met een begin en een eind, met een intrige en psychologisch correct geportretteerde personen. Maar ik hou van constructie. Mijn personen ontwikkelen zich niet. Er is beweging in het boek door de steeds wisselende perspectieven, die een steeds wisselende werkelijkheid weergeven. Ze beleven allen een tijd die hen eigen is.’
Misplaatst optimisme
Een lange zomer in Istanboel wordt als een verhalenbundel gepresenteerd. Is het door zijn terugkerende motieven en personen niet eerder een roman in variaties?
‘Ik had zelf eerst de ondertitel “Hoopvolle teksten voor een misplaatst optimisme” bedacht. Mijn Turkse uitgever vond dat onverkoopbaar. Wat het boek het aanschijn van roman ontneemt is de afwezigheid van eenheid in handeling. Een roman zonder die eenheid is moeilijk voorstelbaar. Zelfs de experimenten van de nouveau roman zijn daarop gebaseerd. Er zijn natuurlijk boeken romans genoemd waar die eenheid zeer fragiel is. In het verleden komen we dan bij Diderot terecht, in de twintigste eeuw bij Dos Passos, bij Kundera. In een boek als Jacques le fataliste is de reis van Jacques en zijn meester voorwendsel om anekdoten, verhalen, beschouwingen “in te lijsten”. Dat kader is nodig opdat het boek gevoeld wordt als roman. In mijn boek bestaat dat voorwendsel niet meer en wordt coherentie alleen verkregen door de eenheid van thema's en hun variaties.
Kun je nog iets meer zeggen over je esthetische credo?
‘Ik streef in mijn boeken radicale “verkaling” na. (Gürsel gebruikt de term “dépouillement”.) Niet in stilistische zin. De romans en verhalen die wij sinds de achttiende eeuw kennen, zijn langzamerhand overwoekerd geraakt door de “techniek”, dat wil zeggen door de handgrepen en de conventies die in plaats van de auteur hun invloed uitoefenen: een persoon introduceren, een milieu beschrijven, de handeling in historische situatie plaatsen, de tijd van de personen vullen met talloze nutteloze episoden; iedere decorwisseling vraagt nieuwe exposities, nieuwe beschrijvingen. Wat mij voor ogen staat? De roman ontdoen van het automatisme van de techniek.’
Wat komt er dan in de plaats van de techniek? Je zult toch via procédés, via vorm iets willen uitdrukken of verhelderen?
‘Ik kan het misschien aan de hand van de muziek uitleggen. In iedere compositie zit veel techniek: de introductie van het thema, de ontwikkeling, de overgangen. Een begaafd componist (net als de romanschrijver) kan een sonate (roman) maken zonder een enkel origineel idee, alleen door een aantal regels van de compositie uit te werken. In de allermodernste muziek vind je in plaats van gereglementeerde overgangen brutale juxtapositie van tonen en thema's, en in plaats van variaties vind je herhalingen. Mij staan teksten voor ogen die een simultaan en veeltonig karakter hebben en in staat zijn verhaalstroom, droomnotities en beschouwingen met elkaar te verbinden.’
Kan, naar het woord van Virginia Woolf, het ‘graniet’ van ideeën comfortabel vertoeven naast de ‘regenboog’ van poëtische waarheden? Met andere woorden: is die polyfonie in metaforische zin wel toe te passen op de literatuur?
‘Het is mijn ambitie. Ik herinner me nog hoe trots ik was toen ik Een lange zomer in Istanboel klaar had. Ik geloofde de sleutel ontdekt te hebben van een geheel nieuwe wijze om een verhaal te construeren. Het grote middenstuk van dit boek, dat “Stromend water” heet, is opgebouwd uit de volgende heterogene elementen: de reacties van verschillende personen op foltering en eenzame opsluiting, een autobiografisch verhaal over mijn oma, dagboekfragmenten van een schrijver, filosofische reflectie. Welk verband bestaat er tussen de verlamde, verkindste grootmoeder en de jonge Nilgüne, die elkaar nooit gekend hebben? Het is te vergelijken met de surrealistische ontmoeting van de naaimachine en de paraplu, op de tafel van hetzelfde thema. Je ziet dat de romanpolyfonie veel meer poëzie is dan techniek.’
Als een van de personen zich in de verhoorkamer bevindt, doet de beul een ogenblik de gordijnen open. De gevangene heeft net de gelegenheid om een boom en een zonnestraal te zien. Op het moment dat zijn bestaan aan een zijden draad hangt, lijkt het slachtoffer zich vast te klampen aan de permanentie van de natuur. Is dat niet een te klassiek motief voor een modern schrijver?
‘In feite is de natuur niet beschreven door de verteller, maar via verschillende personages. Er is enerzijds de wereld, anderzijds het bewustzijn. De personen gebruiken de verhouding tussen die twee om symbolen te creëren voor hun visie op de wereld. De natuur is niet beschreven als objectieve waarheid.’
Naast de a-chronologische tijd speelt de weerkundige tijd een belangrijke rol. De titel verwijst naar een lange hete zomer, er is de roerloosheid van de wolkenloze hemel, er zijn de bomen die hun bladeren verliezen en door ongedierte worden weggevreten. Mag ik daar metaforen in zien voor een fascistisch regime? En als de oma emmers koel water tegen de lemen wanden plenst, is dat een beeld van de verandering, zelfs van de revolutie? Mag ik je tekst op deze allegorische wijze lezen?
‘Je raakt hier de kern van wat ik bedoel. Ik ga aldus te werk bij het schrijven: ik isoleer een aantal elementen, beelden, personen, gedachten. Die gaan circuleren en elkaar beïnvloeden. Al na een paar pagina's verlaat de tekst zijn nauwe relatie tot de historische werkelijkheid en begint alleen te functioneren. Op zeker moment heeft elk beeld zijn “betekenis” in dit nieuwe universum en wordt het schrijven een magische activiteit. Als die beelden eenmaal hun vaste plaats hebben gekregen, blijft de tekst, hoewel op grote afstand, naar de werkelijkheid verwijzen en kan zich tegelijk alles veroorloven binnen een systeem van referenties dat door de tekst zelf is verwekt. In dat systeem moet de schoonheid, de overtuigingskracht van een tekst liggen. Zo wordt ook de mogelijkheid geschapen een dramatische realiteit op afstand te houden.’
■