De vraag, niet het antwoord
Verhalen van Raymond Carver vertaald
Waarover wij praten als wij over liefde praten door Raymond Carver Vertaling: Sjaak Commandeur Uitgever: De Arbeiderspers, 204 p., f 34,50
Ed Schilders
Raymond Carver
Welke intimiteiten mag men zich veroorloven met de woning van een ander? Betekent het verzorgen van andermans huisdier ook dat men toestemming heeft andere kasten dan de ijskast open te trekken? Pleegt een echtgenoot overspel als hij zich tijdens de afwezigheid van zijn buren in hun slaapkamer omkleedt in de kleding van zijn buurvrouw?
Deze vragen ontleen ik niet aan een handboek over de complexiteit van het moderne leven, maar aan het verhaal ‘Buren’ van Raymond Carver uit de bundel Waarover wij praten als wij over de liefde praten. ‘Buren’ is niet alleen een raadselachtig verhaal omdat we ons afvragen waarom de man in kasten snuffelt en kleding past, maar vooral omdat we merken dat hij aan die handelingen een seksuele spanning ontleent die bepalend is voor de relatie tot zijn vrouw en hun beider geluk. Zouden we de antwoorden op de vragen kennen, dan zou het ons ook gegund zijn de anatomie van dit geluk te kennen. Carver geeft ons die antwoorden niet.
Heel beknopt en globaal is dat de techniek die de basis is voor de meeste verhalen in de bundel: veel vragen, weinig antwoorden. Een indicatie van die hoeveelheid kan al gevonden worden in de inhoudsopgave. Ik herinner me niet ooit een titellijst van verhalen gezien te hebben met zulk een hoge vraagtekendichtheid. ‘Ben jij arts?’: over een man die telefoon krijgt van een hem totaal onbekende vrouw en haar gaat bezoeken zonder precies te weten waarom. ‘Waarom, lieverd?’: over een moeder die een brief aan een onbekende schrijft en daarin verhaalt hoe haar zoon, de ‘lieverd’, haar systematisch belogen heeft. ‘Willen jullie niet dansen?’: met een man die al zijn meubels in de voortuin zet en een en ander verkoopt aan toevallig passerende jongelui. ‘Wil je alsjeblieft stil zijn, alsjeblieft?’: over het overspel van een vrouw, met als centrale vraag van haar echtgenoot, ‘Hoe moest een man in de gegeven omstandigheden handelen?’ Zodra er directe antwoorden komen, komen ze meestal in vermomming zoals in het titelverhaal waarvan de titel slechts op een antwoord lijkt. In deze vertelling geven vrienden elkaar hun overmoedig antwoord op de vraag wat echte liefde is. De antwoorden eindigen in een volkomen, langdurige stilte.
Veel vragen, weinig antwoorden. Daarmee bedoel ik niet dat het de lezer onmogelijk gemaakt wordt conclusies uit het vertelde te trekken die het feitelijke verhaal afronden. Zo lijkt het me niet onmogelijk te concluderen dat de onbekende man aan wie de moeder haar brief schrijft, niemand anders dan de ‘lieverd’ zelf is. Ik heb ook wel een idee wat er op de foto's te zien is die Arlene, in ‘Buren’, uit de flat van haar buren steelt. Net als Carver laat ik echter niet zien wat er, volgens mij, op die foto's te zien is omdat Carvers verhalen niet staan of vallen met die afgeleide kennis, omdat Carvers verhalen uiteindelijk niet over zulke antwoorden gaan. De lezer hoeft niet altijd méér te weten dan de fictieve personen. Zeker niet wanneer het zoeken naar die kennis alleen incidentele antwoorden zou opleveren, antwoorden die voor dit ene geval wellicht juist zijn maar die verder geen kracht, spanning of betekenis hebben. Vandaar dat de personen aan het eind van het titelverhaal zwijgen.
Tegenover het incidentele antwoord staat bij Carver de universele vraag en de spanning die daaraan inherent is. In nauwkeurig begrensde situaties, waarvan de inhoud vaak somber is maar slechts in een enkel geval uitzichtloos, schrijft Carver over vraagtekens, onzekerheden, twijfels, gebrek aan zelfvertrouwen en beslissingen waarvan de gevolgen niet te overzien zijn.
Iemand heeft eens gezegd dat als je ergens iets van wilt leren, je niet de juiste antwoorden moet kunnen geven, maar de juiste vragen moet kunnen stellen. Het is niet aan mij te bepalen of de lezer iets van Carver zou moeten leren over die onveiligheid of het streven naar zekerheid. Wie me echter zou vragen of Carver de juiste vragen stelt, zou ik antwoorden: hebt u mijn bespreking al gelezen?
■