Orthodoxe psychoanalyse
Op verschillende plaatsen waarschuwt u wat jolig en angstig tegelijk tegen eventuele psychoanalytische verklaringen van uw onthullingen. U durft nauwelijks te erkennen dat u akelig precies bent, met sadistische fantasieën rondloopt en nog zeer zuinig bent ook. Waarom bent u zo op uw hoede?
Alsof de duivel er mee speelt, gaat op dat moment de telefoon: een psychoanalyticus vraagt aan de andere kant van de lijn of hij een stuk over hem in Le Monde mag schrijven. Robbe-Grillet roept vrolijk: ‘U doet maar, meneer! Dat moet u niet aan mij vragen maar aan de redactie van Le Monde!’ De man begint kennelijk al aan zijn analyse en Robbe-Grillet moet zijn uiterste best doen hem af te breken. Licht stotterend (merk ik nu pas op): ‘Tegen de orthodoxe psychoanalyse heb ik me altijd verzet, zoals Nabokov dat vóór mij deed. In de jaren zestig werd er misbruik gemaakt van de psychoanalyse, dat wil zeggen dat alles herleid werd tot dingen waaraan Freud een naam gegeven had. Maar je kan een auteur van nu niet meer analyseren zoals je dat deed met een schrijver van de negentiende eeuw want hij had Freud niet gelezen, ik wel!’
Heeft u er een verklaring voor dat zoveel nouveau roman-schrijvers zich opeens tegelijk met hun jeugd bezighouden?
‘Nou ja, de auteur merkt dat in de literaire vorm die hij zo “objectief” gecreëerd heeft, hij toch ook zelf zat. De “afwezigheid van de auteur”, die zo kenmerkend geacht werd voor de nouveau roman, is maar een gedeelte van de waarheid. Ik laat zien in Le miroir qui revient hoezeer mijn levensgeschiedenis voortdurend mijn romans gevoed heeft, hoe deze daarin steeds weerspiegeld wordt.’ Ach, maar ook - denk ik - speelt er nog iets anders. Het zijn ook de overpeinzingen van iemand die eerlijk constateert dat alles wat er van hem over zal blijven, zijn: ‘losse delen, brokstukken van versteende gebaren en unieke voorwerpen, vragen in de ruimte, losse opmerkingen die men zo maar maakt zonder ze echt (logisch) sluitend te kunnen maken. Dat, dat is de dood... Een verhaal schrijven is dan - meer of minder bewust - het gevecht tegen de dood willen aangaan.’
Le miroir qui revient, Editions Minuit, 232 p. f 65,-