[Nummer 5 - 2 februari 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
Om meer dan één reden ziet cineast en schrijver Leon de Winter uit naar de opening van de
Holland Filmweek op vrijdag 1 maart in New York. Daar zullen de films Bastille en De Grens - waarbij De Winter als respectievelijk schrijver en schrijverregisseur is betrokken - voor de eerste keer aan een Amerikaans publiek worden vertoond. Bovendien verschijnt op die dag bij de New Yorkse uitgeverij Vehicle Editions de bundel The Day before Yesterday met zes, door Scott Rollins vertaalde verhalen van Leon de Winter. Vijf van de opgenomen schetsen zijn afkomstig uit Over de leegte van de wereld, waarmee de auteur in 1976 debuteerde. Het zesde verhaal - Bij het relaas van Friedrich Ganzdorff - verscheen eerder in Avenue. ‘Het zijn de enige verhaaltjes van mijn ouder werk waar ik nog iets in zie,’ bekent De Winter, er aan toevoegend dat het ‘heel gek’ is om eigen proza in een vreemde taal te herlezen. Tussen vele besognes door werkt hij vlijtig aan een nieuwe roman, waar Nederlandse lezers naar hij hoopt nog dit najaar kennis van zullen kunnen nemen.
In de zestien boekhandels van het Kluwerconcern werden in 1983 ruim veertigduizend boeken gestolen met een geschatte verkoopwaarde van negenhonderdduizend gulden. De winkels in Amhem, Amsterdam, Breda, Nijmegen, Tilburg en Utrecht werden daarom voorzien van beveiligingsapparatuur. Volgens Taal & Teken, de personeelskrant van het Kluwerconcern, valt het systeem ‘zeker nog niet’ ideaal te noemen. Rob Pronk van de Amsterdamse boekhandel Scheltema Holkema Vermeulen deed de ‘verbijsterende ontdeking’ dat ook ‘goede bekende klanten’ boeken gappen. Pronk verwacht dat dankzij de beveiligingselektronika de inkomstenderving door diefstal met de helft zal afnemen.
Van Gennep wil het boek dat Wlm Kayzer na zijn vertrek bij de Vara en temidden van interviews voor de VPRO-televisie schreef niet uitgeven. Rob van Gennep onthoudt zich van commentaar op de afwijzing van het manuscript. Ook Kayzer wil er weinig over zeggen. ‘Het ligt heel ingewikkeld, het is niet zo maar geweigerd. Het boek moest verder bewerkt worden. Ik had toegezegd dat wat ik de uitgeverij liet lezen zou worden bijgeschaafd en ingekort. Ik ben nu bezig het materiaal te bewerken. Dat zal nog een maand of drie in beslag nemen. Pas dan, als het manuscript tip-top in orde is, stap ik er mee naar een andere uitgever.’
Drie jaar geleden verscheen bij Elsevier de tekst van het toneelstuk Artsen van de Duitse schrijver Rolf Hochhuth. De medische firma Eurotransplant - met vestigingen in ondermeer Brussel en Leiden - ontstak pas enkele weken geleden in woede over de uitgave die tot dusver aan haar aandacht was ontsnapt. In het toneelstuk passeert namelijk een malafide maatschappij die - al dan niet toevallig - óók Eurotransplant heet. Een kort geding dat Eurotransplant tegen Hochhuth, Elsevier en de Duitse uitgever Rowohlt aankondigde kon inmiddels worden bezworen: Elsevier vroeg de exemplaren ijlings terug van de bockhandel. Destijds, bij de Duitse première van het stuk, ondernam Eurotransplant met succes gerechtelijke stappen tegen auteur en uitgever. Rowohlt beloofde toen een herdruk waarin de naam van de firma zou worden vervangen door een fictieve naam. ‘Helaas heeft Rowohlt verzuimd die afspraak aan ons door te geven; wij zijn bij onze vertaling uitgegaan van de oorspronkelijke tekst,’ zegt Elsevier-uitgever Jan Bogaerts. De actie van het medische bedrijf is overigens aan de late kant. Bogaerts: ‘Wij zijn door onze voorraad heen. Ik denk dat iemand van Eurotransplant een laatste exemplaar van het boek ergens in een opruiming is tegengekomen.’
Over een paar maanden, als de wierookdampen boven de polders zijn opgetrokken en de paus veilig en wel in het Vaticaan is teruggekeerd liggen in de Nederlandse boekwinkels minimaal vijf werkjes die de herinnering aan de historische visite van de kerkvorst levend houden. In maart verschijnt van de hand van ene H. Vandekerkhof de paperback Paus Woityla, volgens uitgeverij Lannoo ‘een vlot geschreven inleiding op het denken van Johannes Paulus II’, In april volgt Bruna met een pocket à f 5,75 over Zijne Heiligheid, geschreven door G. Sullivan: ‘Schitterend portret van een van de populairste religieuze leiders met foto's.’ In mei pikt Strengholt een graantje mee door publikatie van de documentaire De paus in Nederland, die een ‘korte levensbeschrijving en het volledige programma van het bezoek van de paus’ behelst. De Horstink bundelt in mei de toespraken waarmee de paus zich tot gelovigen in Nederland richtte. Uitgeverij Tabula grijpt het pausbezoek aan voor Het geïllustreerd anti-papistisch zakboekje: een historisch overzicht in tekst en beeld van het antipapisme tussen 1500 en 1985. Auteur van het werkje is Robert Zijp, in het dagelijks leven als conservator geschiedenis protestantisme verbonden aan het in Utrecht gevestigde Rijksmuseum Christelijke Cultuur in Nederland. ‘Ik denk niet dat katholieke boekwinkels exemplaren van dit boekje in voorraad zullen nemen,’ zegt Jeroen Koolbergen van Tabula. Geheimzinnig wijst hij op een ‘mooie stunt’ die zijn uitgeverij met het oog op de komst van de Romeinse Pool in voorbereiding heeft. ‘Ik kan daar nog niets over vertellen, want het is nog niet zeker of het doorgaat.
Het gaat om een fantastisch idee, ik hoop dat het lukt.’
De ijverige publicist Willem Oltmans bereikt binnenkort de eerbiedwaardige leeftijd van zestig jaar - een moment waarop de groten der aarden zich aan het schrijven van hun memoires zetten. Zo ook Oltmans. In april verschijnt zijn monumentale Memoires deel I (1925-1953) bij uitgeverij In den Toren. Ten behoeve van het nageslacht heeft de schrijver van kindsbeen af een dagboek bijgehouden. ‘Ik heb hier duizend van die dagboeken staan, tweehonderdvijftig pagina's per deel. Integrale publikatie zou te lijvig worden, zelfs Frederik van Eeden had aan negen deeltjes voldoende,’ zegt Oltmans. ‘Voordat ik aan het schrijven van mijn memoires begon, had ik nog nooit in die doos van Pandora gekeken. Je weet niet wat je leest, het is één langgerekte Aha-Erlebnis. Ik ben nu met 1956 bezig, als ik in Rome ben beland, vlak voordat Soekarno daar komt. Hoe die kamerheren van de paus meteen aan je broek willen zitten, dat beschrijf ik nu eindelijk allemaal maar eens een keer. Nee, mijn geheime dagboeken zijn absoluut niet te vergelijken met die van Hans Warren. Dat is natuurlijk een prutser vergeleken met wat ik nu aan het doen ben. Als hij naar Amsterdam ging was dat echt een tripje voor die man. Ik kan me niet voorstellen dat Warren met inside-verhalen komt over Loe-moemba, Castro, Chandi, Soekarno, Bouterse en noem maar op.’