Universele en vreemde geesten
Psychiatrie en traditie in de Derde Wereld
Vreemde zielen Een sociaal-psychiatrische verkenning in andere culturen door R. Giel Uitgever: Boom, 251 p., f 38,50
Christien Brinkgreve
Net als het in sommige feministische kringen nauwelijks voor mogelijk wordt gehouden dat mannen zinvol onderzoek zouden kunnen doen op het gebied van vrouwenzaken, zo wordt ook beweerd dat ‘witte’ onderzoekers ook maar beter kunnen afblijven van onderzoek naar etnische minderheden. Ze zouden toch niet in staat zijn iets van die vreemde cultuur te begrijpen, en vanuit hun beperkte etnocentrisme alleen maar oordelen en vooroordelen vellen waarvan die minderheden in het geheel niet gediend zijn.
Het is al een oude vraag in de sociale wetenschappen in hoeverre je deel moet uitmaken van een cultuur om er iets van te kunnen begrijpen, of dat je ook als buitenstaander waardevolle observaties kunt doen en inzicht verkrijgen in het leven van andere mensen. Inzicht in hun zieleleven vereist natuurlijk nog wel wat meer, en juist dat laatste is de laatste jaren met de sterke groei van etnische groepen in ons land van groot belang geworden. De overwegend blanke dokters op psychiatrische diensten zitten geregeld met de handen in het haar als er weer eens een Surinamer wordt binnengebracht aan wiens gedrag ze geen touw kunnen vastknopen, en van wie ze niet weten of hier nu die ‘winti’ aan het werk is of dat hij gewoon gek is. Surinaamse artsen en therapeuten hebben in dit opzicht een belangrijke taak als tolk en als opleider van Nederlandse hulpverleners om deze het abc bij te brengen van psychiatrie bij Surinamers.
Ook uit Vreemde Zielen van R. Giel, hoogleraar in de sociale psychiatrie in Groningen, valt veel te leren over gekte en psychiatrie bij mensen uit de Derde Wereld. Giel beschrijft hierin zijn ervaringen, eerst als gouvemementsarts in het voormalig Nederlands Nieuw Guinea daarna als psychiater in Ethiopië, en thans als adviseur bij verschillende projecten van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het boek is een persoonlijk verslag van zijn bevindingen als arts in verre landen, in aanraking met psychiatrische stoornissen die hem in eerste instantie vreemd zijn. Tal van thema's, voor een deel eerder door Giel beschreven, komen in Vreemde Zielen aan de orde, zoals het uitdrijven van geesten en andere vormen van traditionele geneeskunde, psychiatrische epidemiologie, de psychotische zwerver en de reikwijdte van het psychoanalytisch model. De verbindende lijn tussen de hoofdstukken is hier en daar wat losjes, maar ze behelzen allemaal hetzelfde onderwerp: psychiatrie en psychiatrische problemen in andere culturen.
Het uitdrijven van geesten in Ethiopië. Foto uit Vreemde zielen
In veel van het onderzoek dat op de universiteit als wetenschappelijk geldt zijn de oorspronkelijke vragen nauwelijks meer te achterhalen, en de antwoorden vaak niet meer te vertalen in interessante bevindingen, maar gelukkig heeft Giel daar weinig last van. Hij heeft het niet afgeleerd om zich al die ‘gewone’ vragen te stellen, bijvoorbeeld of psychiatrische problemen in andere samenlevingen nu vaker voorkomen dan bij ons, en of psychisch gestoorden er beter af zijn in minder geïndustrialiseerde en verstedelijkte samenlevingen. Niet dat Giel ooit van die definitieve totaalantwoorden geeft. Zo behandelt hij de vraag naar het nut en het nadeel van inrichtingen en medicamenten (neuroleptica) door een aantal situaties uit zijn praktijk te beschrijven waaruit blijkt dat het er, zoals vaker in het leven, maar van afhangt: van de ernst en de duur van de kwaal, de armoede en de draagkracht van het gezin, de cultuur van de gemeenschap, en de afstand tot en kosten van de medische voorzieningen.
Giel bestrijdt hierbij enkele modieuze meningen als zouden neuroleptica en inrichtingen maar beter kunnen verdwijnen. Hij geeft een aantal overtuigende voorbeelden van de heilzame werking van medicamenten, zonder welke patiënten en hun hele gezin te gronde waren gegaan, maar ook navrante beschrijvingen van de slechte aansluiting tussen westerse medische voorschriften en traditionele levenswijzen. Zo is het verzoek om voor een poliklinische behandeling op gezette tijden zich weer bij de arts te vervoegen voor veel Afrikanen en Aziaten ondoenlijk: de reis is te lang, of ze hebben die tijd gewoon nodig om hun kostje bij elkaar te scharrelen.