Geen beroering
Merkwaardige rechtspleging in IJslandse roman
Het verhaal van Sam door Per Olof Sundman Uitgever: Unieboek, f 29,50
Marc Haagen
Net als de meeste vertellingen, sprookjes en legenden is ook Het verhaal van Sam geen literatuur, zelfs wanneer deze duizend jaar oude sage naar het IJsland van een veel recenter datum wordt getransponeerd; een tijd waarin wél reeds auto's en bussen rijden, maar de rechtspleging op een merkwaardige wijze geschiedt.
Ravnkel Hallfredson is districtscommissaris en eigenaar van een rijke hereboerderij in één van de IJslandse dalen. Bij de overige, kleinere boeren heeft hij zich in de loop van de tijd niet bepaald geliefd gemaakt - integendeel: de meeste dalbewoners vrezen hem en vooral zijn macht en invloed.
Einar, zoon van één van die keuterboeren, verlaat het bedrijf van zijn vader om in dienst te treden van Ravnkel, die hem één ding stevig op het hart drukt: nooit ofte nimmer Frejfaxe te berijden, zijn lievelingspaard. Wanneer Einar dit verbod toch overtreedt, wordt hij door zijn baas in koelen bloede vermoord - ogenschijnlijk om deze reden maar in feite omdat hij met Ravnkels vrouw heeft geslapen.
De vader van het slachtoffer weigert de hoge schadeloosstelling die Ravnkel hem aanbiedt, eist arbitrage - het benoemen van scheidsmannen die recht spreken - maar aangezien dát een gebruik is tussen gelijken, vraagt hij zijn neef Sam de eis over te nemen en Ravnkel voor het ‘thing’ te dagen. Deze rechtbank heeft slechts eenmaal per jaar zitting en wordt traditioneel gekoppeld aan een kermis.
Beide partijen dienen hun eigen getuigen te zoeken, mensen die bereid zijn de aanklager bij te staan in zijn eis en anderen die de beklaagde van de beschuldiging proberen te ontlasten.
Het thing veroordeelt Ravnkel maar zoals de secretaris van de rechtbank zegt: ‘We hebben een uitstekend rechtsapparaat ondanks het feit dat de aangestelde ambtenaren te slecht worden betaald. Maar we hebben geen uitvoerende macht. Als gevolg hiervan zijn veel goede vonnissen een farce geworden; vastgelegd in de protocollen maar niet vastgelegd in de werkelijkheid.’ Dus bepaalt Sam zelf de strafmaat om dan vervolgens, samen met zijn getuigen, ook de uitvoering ervan voor zijn rekening te nemen; actie en reactie culmineren tot een ware tragedie.
De flaptekst belooft een ‘sfeervolle, sterk filmische roman’, maar een paperback van 172 blz. pleeg ik nog steeds, ouderwets misschien, een novelle te noemen. Ook dat ‘sterk filmische’ blijkt een afgemeten staccato-stijl te zijn die kaal en kortaf overkomt, en waarbij bewegingen en uiterlijkheden de overhand krijgen op de psychologische ontwikkelingen en gedachten van de karakters, die aldus nauwelijks diepte krijgen en schemerig blijven. Opvallend en bijzonder storend zijn de talloze woordherhalingen. Twee of drie maal een bepaald woord herhalen kan functioneel zijn of een origineel effect geven, maar de manier waarop de Zweed Sundman te werk gaat, zou je eerder in een opstel van een middelbare scholier verwachten.
Stijl en verhaal zijn niet bepaald van die aard dat ze de lezer opslorpen, hem meesleuren in wat bij fraaie boeken een rivier met sterke stroming kan zijn, en bij magnifieke literatuur zal uitgroeien tot een woeste, kolkende bergstroom. Afgezien van de woordherhalingen is het geheel niet slecht geschreven of oninteressant, maar je raakt niet voldoende geïntrigeerd en geboeid om popelend van nieuwsgierigheid naar die laatste bladzijden het boekje in één keer uit te lezen; daarvoor blijft een en ander te kleurloos, te grijs.
Net als het omslag met wat kleur en een tekening werd opgevrolijkt, bevat Het verhaal van Sam enige intelligente en originele zinnen of beschrijvingen, maar het water wordt er nauwelijks door in beroering gebracht.
■