[Nummer 3 - 19 januari 1985]
Ter zake
Rudie Kagie
De Haagse uitgeverij Bzztôh, bekend vanwege een fonds van hoogwaardig literair kaliber, komt dit voorjaar met een reeks opmerkelijke nieuwe titels: De Spaanse keuken, De Turkse keuken, Koken met de magnetron en Het Grote Magnetron Kookboek. Wat nu? Is de conclusie gerechtvaardigd dat Bzztôh het beleid heeft omgebogen en zich voortaan op commercieel aantrekkelijker drukwerk dan literatuur zal richten? ‘Klopt,’ bevestigt Bzztôh-directeur Phil Muysson. ‘We hebben het afgelopen jaar weliswaar een omzetverdubbeling bereikt, maar toch is het voor ons van belang de uitgeverij wat breder te gaan opzetten. We waren te strikt literair bezig. Vooral de secundaire literatuur loopt de laatste tijd ontzettend slecht. De uitgeverij is een onderdeel van de stichting Bzztôh, die voor bepaalde projecten subsidie ontvangt. Die subsidies zijn minder geworden, de gemeente Den Haag bedeelt ons dit jaar bijvoorbeeld met een kwart miljoen minder dan vorig jaar. Toch willen wij niet dat die ontwikkeling ten koste gaat van onze literaire uitgaven. In de loop van dit jaar verschijnt er bij ons bijvoorbeeld een boek van vierhonderd pagina's over één gedicht, Het uur U. We zullen er minder dan duizend exemplaren van zullen verkopen. Dergelijke uitgaven zijn mogelijk als we onze financiële basis verbreden.’
De zanger Herman Brood las de - onlangs herdrukte - verhalenbundel Mijn kleine hersentjes van Johnny van Doorn en was terstond gegrepen door de korte schets Hou contact. Het beschreven thema - aankomende artiest wordt op zolderkamertje door bezorgde moeder bezocht - leende zich volgens de zanger voor een hit. Met ingang van deze week ligt het resultaat in de winkel: het singeltje Hou kontakt door de Breedbekkickers met Herman Brood & Johnny the Selfkicker. Van Doorn, die overigens sedert zo'n vijftien jaar geen selfkicker meer genoemd wenst te worden, toont zich uiterst verguld met de verklanking van zijn ‘beschrijving van een cruciaal moment in het leven van een adolescent’. Hoewel hij als co-auteur van het werkje wordt aangeduid had hij geen aandel in de vrije interpretatie van zijn proza. Waar Van Doorn schrijft: ‘Ik begon al aardig bekend te raken in Amsterdam, speciaal mijn optreden als geluidspoëet op een kunstenaarssociëteit had erin gehakt’ zingt Brood: ‘Ik word maar steeds beroemder in deze grote stad/vooral de laatste show die had er in gehakt.’
Het plaatje verscheen op het Telstar-label van Johnny Hoes. Volgens een woordvoerder van de grammofoonplatenmaatschappij lag het aanvankelijk in de bedoeling het door Van Doorn aangereikte thema te benutten voor het smeden van een carnavalskraker. ‘Brood heeft diverse versies opgenomen van het lied: een hoempaversie, een meezing-versie en een rock-versie. Uiteindelijk waren we over de laatste het meest tevreden.’
Bij de kleine uitgeverij Stabo/All round te Groningen verschijnt omstreeks maart Knett'rend vuurwerk, een verzameling brieven die de arts Mick de Vries tussen 1927 en 1960 aan zijn goede vriend Simon Vestdijk schreef. De bundel ontleent zijn titel aan een gedicht van Vestdijk, waarin de onderhavige epistels als ‘knett'rend vuurwerk’ worden gekwalificeerd. Eveneens omstreeks maart zal bij uitgeverij Luitingh te Utrecht het boek Xaviera op stap van Xaviera Hollander verschijnen. Beide publikaties staan in enige relaties tot elkaar, een verband waarop in de propaganda de nodige nadruk zal worden gelegd. De arts Mick de Vries was namelijk de vader van Vera de Vries, die zich als ‘happy hooker’ onder het pseudoniem Xaviera Hollander rijk en beroemd schreef. De verzameling brieven aan Vestdijk - de antwoorden van de grote schrijver werden per abuis ooit met de vuilnisman meegegeven - worden door Xaviera Hollander van een beknopte inleiding voorzien. In haar boek Met Xaviera op stap wijdt ze twee hoofdstukken aan haar vader: ‘Een originele, extraverte man. Vestdijk was veel rustiger. Mijn vader schilderde, acteerde, speelde piano. Hij heeft ook drie romans geschreven, waarvan er twee zijn uitgegeven. Oorspronkelijk wilde ik uitsluitend met Luitingh in zee op voorwaarde dat ze ook de boeken van mijn vader zouden publiceren, maar die boeken passen niet in hun fonds. Ik ben nu aan het bekijken of er andere mogelijkheden zijn.’ Behalve het voorwoord van Xaviera Hollander en de brieven van haar vader bevat Knett'rend vuurwerk een biografische schets van De Vries senior door Vestdijk-expert Hans Visser en een ‘inleiding over de vorm en de inhoud van de brieven’ door de Vestdijk-specialisten Gerben Wynia en Anne
Wadman.
Toen Ton van Reen in 1966 op 23-jarige leeftijd met een verzenbundel en de roman Geen oorlog debuteerde, gold hij onmiddellijk als een wonderkind. ‘Ik hoefde mijn manuscripten niet aan te bieden, de uitgevers benaderden mij met de vraag of ik nog iets had liggen,’ herinnen de destijds zeer produktieve auteur zich. Na Meulenhoff achtte ook Agathon een aantal jaren geleden de markt voor Van Reen-proza verzadigd. Boeken van zijn hand waren nadien ruimschoots voorradig bij De Slegte. Maar geen nood. Vier nieuwe romans deed Van Reen verschijnen bij de mede door hem opgerichte, naar zijn vrouw genoemde uitgeverij Corrie Zelen, gevestigd in het Limburgse Maasbree. Nadat in 1979 zijn laatste roman Katapult vrijwel onopgemerkt bleef werd het stil rond Van Reen. Hij had de handen vol aan de uitgeverij, die de laatste tijd minder voorspoed oogstte dan wenselijk was. De sympathieke serie waarin de ‘Afrikaanse bibliotheek’ was ondergebracht werd vorig jaar overgeheveld naar de Haarlemse uitgeverij In de Knipscheer. Uitgeverij Corrie Zelen besteedt de komende tijd aan een ‘inhaalmanoeuvre’: eerder aangekondigde, doch almaar uitgestelde titels zullen alsnog verschijnen. ‘Uit de uitgeverij heb ik me nu volledig teruggetrokken, die laat ik aan mijn vrouw over,’ meldt Van Reen. Hij heeft zich wederom volledig op het schrijven gestort. Na zes jaar zwijgzaamheid zullen er in de loop van maan maar liefst drie nieuwe boeken van zijn hand in de winkel liggen: de roman Bevroren dromen (uit te geven door Manteau), de bundel kinderverhalen De toverring (uit te geven door Van Goor) en de novelle De zondvloed (uit te geven door De Geus).
Sinds vijf jaar is er in Gent een Poëziecentrum, dat cursussen en werkgroepen organiseert en de Nederlandstalige dichtkunst registreert en documenteert. Het centrum is ontsproten aan de Poëziekrant, ‘het enige informatieve en kritische Nederlandstalige tijdschrift dat zich uitsluitend met poëzie bezighoudt’. De krant blijft verschijnen, maar het centrum gaat binnenkort dicht. ‘Inkrimping van het ministerieel budget voor kunst en letteren’ is de oorzaak. ‘Het is een drama,’ verzucht Bart Raes, een van de drie vrijwilligers die het centrum nu zonder geld nog zo'n beetje draaiende proberen te houden. ‘Niet alleen wij, maar ook diverse literaire tijdschriften zijn door de bezuinigingen in moeilijkheden gekomen. We denken aan een gezamelijke actie, maar concrete plannen zijn er nog niet.’