Van spreekuur naar spreekuur
Lisa Althers vrouwen bij de psychiater
Other Women door Lisa Alther Uitgever: Alfred Knopf, 336 p., f 65.- Importeur: Van Ditmar
Rudi Wester
Voor veel Amerikaanse schrijvers heeft de muze de laatste decennia een vruchtbare werkplek: de divan van de psychiater. Philip Roth worstelt er al jaren als de engel met Abraham. Schrijfsters, verwikkeld in het doolhof van feminisme, moederschap, homoseksualiteit en scheidingen, proberen er de draad van Ariadne weer op te pakken. Zo gaf Judith Rossner in haar roman August bijna letterlijk de gesprekken weer tussen een psychiater en een negentienjarig meisje dat door twee lesbiennes opgevoed was. Lisa Alther (1944) moet door die roman onaangenaam getroffen zijn, want haar Other Women volgt vrijwel hetzelfde stramien, al doet zij het beter.
Het is van Alther bekend dat ze lang en grondig aan haar boeken werkt. Al in 1981 zei ze tegen Bibeb: ‘De weerstand tegen homoseksuele relaties is krankzinnig. Het gaat erom dat je een ander bemint, niet van welke sekse die ander is. Er is zo weinig liefde in de wereld.’
Het klinkt wat onaardig maar ik zou zeggen: als een akela is ze in Other Women tegen deze weerstand ten strijde getrokken. Liet ze in Original Sins (1981, vert. bij Bert Bakker: De kasteelboom) nog in een weids panorama de maatschappelijke ontwikkelingen in de jaren zestig en zeventig zien, deze roman beperkt zich weer voornamelijk tot twee individuen. De ene, Caroline Kelley, verpleegster op de eerste-hulpafdeling in een ziekenhuis, is de ouder geworden Ginny Babcock uit Althers eersteling Kinflicks (1976, vert, bij Bert Bakker: Dikker dan water). En dan niet de ruige, wilde Ginny Babcock maar het meisje dat vlak voor de dood van haar moeder door haar afgewezen werd. Ze moest het maar eens alleen doen. Is haar dat gelukt? Nee, want de tweede hoofdpersoon in Other Women is de psychiater Hannah Burke.
De reden die Caroline opgeeft voor haar overstap naar de divan laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Ze had alle door-snee-middelen geprobeerd: huwelijk en moederschap, appeltaart en monogamie, bigamie en polygamie; consumentisme, communisme, feminisme, en God; seks, werk, alcohol, drugs en echte liefde. Alles was leuk voor een tijdje maar hield uiteindelijk de wanhoop niet buiten de deur. Het enige middel dat ze nog niet geprobeerd had, was psychotherapie.’
En zo mogen we, van spreekuur tot spreekuur, de ontwikkeling van de wanhopige Caroline tot een Stevige Zelfbewuste Vrouw meemaken. Ook het leven van de psychiater, Hannah, blijft niet buiten schot, de twee vrouwen zijn aan elkaar gewaagd wat rampen en mislukkingen betreft. Maar Hannah staat zo langzamerhand met haar vijfenvijftig jaar redelijk in het leven (‘De beste therapie, denk ik wel eens, is ouder worden maar dat is een te langdurige sessie’), terwijl Caroline nog hevig zoekende is. Ze is getrouwd geweest met een arts die alleen maar naar de oproep-pieper van het ziekenhuis luisterde en niet naar haar. Met haar twee kinderen zoekt ze daarna haar toevlucht bij de politiek-bewuste, hasjrokende David die echter zijn zelfontplooiing vooral in de orgasmes van andere vrouwen zoekt. Uiteindelijk vindt ze een warm tehuis - en dat niet alleen - bij Diana. Maar ook Diana wil nu een ander vriendinnetje. Op dit punt van haar leven aangeland, roept ze de hulp in van Hannah.