Scepticisme
Hoe ver dit voorbehoudsloze scepticisme gaat blijkt ook in het interview, waarin Annie Leibovitz op verschillende plaatsen blijk geeft van haar speciale bewondering voor twee figuren: de actrice Meryl Streep, die zei dat ze niemand wilde zijn, ‘ze was niemand alleen een actrice’, en de schrijver Robert Penn Warren: ‘Hij vertelde me iets dat maar één ander iemand ooit tegen me zei. Ik vroeg hem waaraan hij dacht, en hij zei dat hij dacht aan niets.’
Dit is de enige vorm van oprechtheid die Annie Leibovitz accepteert als authentiek.
Het blijkt natuurlijk vooral uit haar stijl en werkwijze, de uitgesproken grafische opbouw en eenduidige symboliek van haar foto's. Ten dele is die stijl uit nood geboren, als antwoord op het kleur- en nuances opzuigende krantepapier van Rolling Stone. Maar Annie Leibovitz heeft van de nood een deugd gemaakt door die noodzakelijke overdrijving als stijlmiddel te gebruiken: theatrale amplificatie als drager van een opvatting over de beroemden en rijken. En, zoals ze zelf ook zegt, die benadering is in wezen klassiek. Geheel volgens de wetten van Aristoteles fotografeert zij helden op de meest heroïsche wijze die op dit moment voorstelbaar is, van John Lennon tot Mohammed Ali.
Het mooiste voorbeeld vind ik zelf haar interpretatie van Sylvester Stallone. Er is iets met die veelgefotografeerde Sylvester, hij ziet er altijd zo ongelukkig uit met al die op non-actief gestelde spiermassa's en dat verongelijkte pruilmondje. Typisch iemand die het slachtoffer is van zijn imago, denk je dan.
Maar het laatste wat Annie Leibovitz wil laten zien is dat slachtofferachtige. Dat interesseert haar eenvoudig niet. Dus geeft ze Sylvester iets te doen, zo prachtig pathetisch als het alleen een held is voorbehouden: met twee handen draagt hij zijn zoontje in een prachtig boogje boven zijn hoofd. Spieren en afwerend gezicht zijn op hun plaats gevallen. Dat is toch geen ironie meer? Wat een Held!
Tot slot nog de halve naaktheid die ook deze twee helden karakteriseert. Bij Sylvester Stallone kun je je nog wel voorstellen waar dat toe dient, maar hoe zit het met al die anderen? Ze zijn niet allemaal zo mooi.
Over dit onderwerp valt heel wat te zeggen, maar ik bepaal me tot het verschijnsel in algemene zin. Zoals ook Tom Wolf zich afvraagt: ‘Why are so many celebrities willing, even desperate, to take their shirts off for the photographer?’ De meest naïeve verklaring is dat het gaat om een werkelijke nonchalance, maar dat lijkt me zwak. (Zelden toch komen mensen zo op de foto omdat ze vergeten zijn iets aan te trekken.) Je kunt het verschijnsel ook verklaren als een symptoom, waarbij de naaktheid, net als de tranen (Lily Tomlin), het bloed (Pete Townshend), het zweet (Patti Smith), de modder (Lauren Hutton) en het kippevel (Laurie Anderson) allemaal staan voor het zelfdestructieve heldendom dat veel van deze figuren motiveerde.
Maar deze interpretatie geeft nog niet voldoende verklaring voor het evidente verschil van deze mensen met de werkelijk grauwen en moedelozen. Het is niet moeilijk om dat verschil met foto's te illustreren. Voor Tom Wolfe is het reden genoeg om het allemaal te interpreteren als mode, hogere aanstellerij: nostalgie de la boue als de typerende pose van wat hij noemt ‘the whole gorgeously nutty era of Golden Funk’. Maar ik geloof dat er nu, in de interpretatie van Annie Leibovitz nog iets anders bij is gekomen dat er oorspronkelijk nog niet was, en dat deze foto's losmaakt van de tijd waarin ze zijn gemaakt. Heeft dit type modderigheid niet altijd al het aura van de opperste deftigheid gehad? De onderdirecteur rijdt in een Rover Vanderplas, maar de directeur zelf verplaatst zich al jaren in een roestig vehikel van onbestemd merk. Hij kan zich dat veroorloven. Het is zijn statussymbool. De suggestie komt niet van mij, maar van Annie Leibovitz die haar mud babies fotografeert in suggestieve decors (auto's, bedden, ondergaande zonnen) van Hollywood uit de jaren vijftig.
En het meest merkwaardige is dat de analogie niet alleen in materiële zin opgaat: het is in deze kringen buitengewoon chique om je pretenties openbaar te laten ontmaskeren door iemand als Annie Leibovitz.
■