Pocket & paperback
The Redhead's Handbook door Pat Doran, Kevin Osborn, Susan Osborn en Marian Mundy (A Plume Book, 144 p., f26,25)
Zijn roodharigen echt intelligenter, gepassioneerder, geestiger en opvliegender van aard dan anderen? Dit handboek voor roodharigen geeft op al deze vragen een gewild komisch antwoord. Verder krijgen de pesterijen waarvan ‘rooien’ het slachtoffer zijn veel aandacht en hoe je kinderen daar het beste tegen kunt wapenen. Met het noemen van veel grootheden, als Cleopatra, Columbus, Lucille Ball en Jimmy Carter, laten de auteurs zien dat roodharigen beslist ‘anders’ kunnen zijn, maar dan wel in positieve zin. De kleding- en make-up-adviezen zijn tamelijk serieus, maar het sproetenprobleem levert weer stof tot lachen: ‘Freckles are good for getting cast in Coca-Cola commercials.’ Het boekje is aardig geïllustreerd, maar de prijs lijkt me rijkelijk hoog voor zo'n berg onzin.
The Slow Train to Milan door Lisa St Aubin de Terán (Penguin Books, 245 p., f 19,20)
De zestienjarige Lisaveta botst in Londen tegen de Venezolaanse banneling César op, hij gaat met haar mee en vraagt haar binnen drie dagen ten huwelijk. Zijn vrienden zijn ook bannelingen uit Venezuela. Lisaveta maakt met deze drie mannen reizen naar Parijs, Rome, Bologna en Milaan. Ze leven van geld dat zij van haar vader krijgt, of ze stelen. Als ze twee jaar op reis zijn geweest besluit César met zijn vrouw terug te gaan naar Zuid-Amerika. De laatste bladzijde van het verhaal vermeldt dat ze daar zeven jaar met hem avocado's verbouwd heeft en toen is teruggekomen naar Engeland. Uit de biografische schets voorin is op te maken dat haar eerste roman Keepers of the house op die periode gebaseerd is. Ondanks de soepele schrijfstijl van dit boek, houdt het de aandacht niet vast. De ik-figuur Lisaveta is gefascineerd door de Venezolaan, ze volgt hem welhaast blindelings door Europa en naar Zuid-Amerika. Maar voor de lezer is die reis niet interessant en haar bewondering voor hem is moeilijk te delen.
Hugging the shore door John Updike Vintage Books, 920 p., f35,85 John Updike heeft in de afgelopen vijfentwintig jaar gemiddeld één boek per jaar geschreven. Daarnaast schreef hij meer dan honderd essays en literatuurkritieken, die vorig jaar gebundeld zijn verschenen onder de titel Hugging the shore, waarvan nu een pocketeditie verkrijgbaar is. Het ruim 900 pagina's tellende boek bevat kritieken op de literatuur van de twintigste eeuw, zowel Amerikaanse als Europese en Derde-Wereldliteratuur. Het bestaat voor een kwart uit citaten omdat Updike vindt dat een goede kritiek ook een bloemlezing moet zijn. Kritieken bieden zo een uitkomst voor de mensen met weinig tijd, je hoeft de boeken zelf niet meer te lezen. ‘They give us literary sensations in concentrated form. They are gossip of a higher sort.’ Updike schrijft, als een kenner van het vak, met een informele autoriteit en een natuurlijkheid die dit boek als een roman doen lezen. Toch kan hij op die vriendelijke en bescheiden toon zeer scherpe kritiek geven. Doeschka Meijsing stelde in haar bespreking van dit boek (VN 17.12.'83) dat Updike warmte en een duidelijke plot wil, en als dat niet te vinden is in een boek verwerpt hij het. Daarmee vinden schrijvers als Calvino, Handke en Böll in zijn ogen weinig genade. Updike geeft ons zijn mening over auteurs, laat ons op elegante en weloverwogen manier zien wie zijn favorieten zijn en wie niet. Ook al deel je zijn mening niet, smakelijk om te lezen is het wel.
Dancing in the dark door Janet Hobhouse Vintage Contemporaries, 230 p., f23,45 Deze uiterste amusante roman van Hobhouse is gelukkig snel in een goedkope editie verschenen. De hoofdfiguur Gabriella frequenteert met Claudio en zijn vrienden de Newyorkse homobars en disco's. Haar huwelijk met Morgan is niet zo spannend meer en de zorgzame, homoseksuele Claudio vult de ruimte op die tussen haar en haar man is ontstaan. Morgan is gesteld op Claudio maar is niet dol op het uitgaan, vooral niet omdat zijn werk en zijn portemonnee eronder lijden. Zijn vrouw gaat hem steeds saaier vinden, hetgeen tot wederzijdse irritatie leidt. Tijdens een vakantie in Mexico komt het tot een crisis. Ze vinden elkaar terug en offeren Claudio, zoals de Azteken bloedoffers brachten aan de vruchtbaarheidsgoden. De wereld van de Newyorkse homo's is met lichte ironie beschreven. Hobhouse geeft prachtige beschrijvingen van het trendy nachtleven, de extravagante etentjes en het rituele kleden. De naïviteit van de hetero's is genadelozer neergezet. Of, zoals Nienke Begemann in haar bespreking zei, hun ‘kinderlijke naïviteit is niet alleen tragisch maar ook onvergeeflijk geworden.’ (VN 25.2.'84) Tegelijk met dit boek zijn drie andere titels verschenen in deze nieuwe Vintage Contemperaries: Bright Lights, Big City, en debuutroman van Jay McInerney, Cathedral, een verhalenbundel van Raymond Carver en Far Tortuga, een roman van Peter Matthiessen.
Ludwig Wittgenstein A Memoir
door Norman Malcolm Oxford University Press, 136 p., f21,95 Dit gedenkschrift van Malcolm is eerder verschenen in 1958, met een biographische schets van G.H. von Wright. Die is voor de huidige uitgave bijgewerkt, bovendien zijn in deze uitgave, en dat is interessanter, de 57 brieven van Wittgenstein aan zijn leerling Malcolm opgenomen. In het gedenkschrift, dat met veel liefde geschreven is, heeft Malcolm de meest saillante opmerkingen uti de brieven al verwerkt. De filosoof blijkt een veeleisend, ongeduldig en makkelijk te irriteren docent te zijn geweest, die hardop dacht voor zijn studenten. Vaak zei hij over zichzelf dat hij dom was en niets zinnigs wist te bedenken. Lang voor hij zijn ontslag nam, twijfelde Wittgenstein over zijn werk aan de universiteit. Ook heeft hij menig student, met name Malcolm, getracht over te halen niet hun vak te maken van filosofie. In hun correspondentie raden de heren elkaar boeken aan en sturen die elkaar ook toe. Wittgenstein blijkt dol te zijn op detectives. Als het niet goed gaat met hem, nodigt Malcolm hem uit naar Amerika te komen. Wittgenstein bedankt dan met het volgende antwoord: ‘You see, my main source of trouble is myself & unfortunately, that would accompany me wherever I go.’ Voor de kenners van Wittgenstein zal dit boekje misschien niet veel nieuws brengen, maar voor de niet-filosofisch-geschoolde lezer is dit een zeer aangename manier om kennis te maken met deze denker.
REINTJE GIANOTTEN