Soho
Vervolg op pagina 11
meer over Maclaren-Ross zelf. Het gaat des te meer over pubs, en de ontmoetingen - al dan niet in zulke oorden - met zijn vakbroeders: Dylan Thomas, Graham Greene, alsook met schilders en uitgevers. De spitse, luchtige toon blijkt hier enkele buitengewoon rake portretjes op te leveren, maar het lot van de auteur zelf moet je destilleren uit wat je hier en daar tussen de regels leest, dan wel in de inleiding van Alan Ross of de memoires van andere tijdgenoten (behalve Anthony Powell bijvoorbeeld nog Anthony Cronin). Zijn afschuw van ‘familieleven’ ten spijt is Maclaren-Ross twee keer gehuwd geweest en ook vader geworden. Hij leefde van zijn schulden, veelal in hotelletjes, maar voor een nachtje op een bank in het park schrok hij als het moest ook niet terug.
Zijn ego leefde hij ongebreideld uit in een reeks met grote overtuiging gespeelde rollen. Zijn ‘Mr. Hyde’ - de naam waaronder veel barkeepers hem kenden - was een even zwierige als sinistere figuur. De rol van Soho-boulevardier, door middel van die stok met zilveren knop van een Edwardiaanse toets voorzien, moet hem in de verwarring van zijn periode - de akelige jaren veertig - een vorm van houvast hebben geboden, een eigen onvervreemdbare indentiteit.
Waarschijnlijk is de vlucht in de camaraderie van Soho en Fitzrovia voor de Engelse schrijvers van Maclaren-Ross' generatie een nogal verleidelijke reactie geweest op de verschrikkingen van hun tijd. Dylan Thomas is er ook een voorbeeld van. Hun voorgangers van de jaren dertig konden zwelgen in de luxe van ‘revolutionair’ zijn, liefst op wereldbestormende wijze - zelf zaten zij te wachten op de oproepkaart voor de dienst, werden ze op de meest directe manier in aanraking gebracht met de realiteiten van oorlog en fascisme. Op zijn minst was er de Blitz, de verduistering, het tekort aan brandstof of - voor een schrijver niet minder rampzalig - aan papier.
Over wat ervaringen in het leger kunnen betekenen voor een literator, wordt men in Memoirs of the Forties vooral ingelicht via enkele prachtige korte verhalen. Ook in zijn verhalend proza werkt Maclaren-Ross' ingehouden en laconieke toonzetting hoogst effectief. Het hier opgenomen zestal competent tot gehaaid geschreven, bitter-geestige vertellingen smaakt beslist naar meer.
■