Zo'n tante zou je iedereen toewensen
Fay Weldons wervende brieven over Jane Austen
Letters to Alice On first reading Jane Austen door Fay Weldon Uitgever: Michael Joseph, 127 p., f46,80 Importeur: Nilsson & Lamm
Rudi Wester
Vijftig pond betaalt tante Fay aan haar dwarse nichtje Alice als deze voor haar de roman Sir Charles Grandison van de achttiende-eeuwse schrijver Samuel Richardson wil lezen en dan aan haar wil vertellen wat erin staat. Ze vindt dat het lezen van boeken waar je niet echt trek in hebt vorstelijk betaald moet worden.
Scholen met verplichte leeslijsten kunnen, als ze het met deze opvatting eens zouden zijn, kapitalen uitsparen door eerst maar het nieuwste boek van die tante, Fay Weldon, aan te schaffen. Want in Letters to Alice. On first reading Jane Austen schrijft Weldon zó smakelijk over literatuur in het algemeen en Jane Austen in het bijzonder, dat de lezer graag geld toegeeft als hij maar mag blijven lezen. Ja, in de zestien brieven is de tante zelfs zo overtuigend bezig dat Alice zelf aan een roman begint en deze nog vóór de zestiende brief uitgegeven krijgt ook. Het is dan ook waarschijnlijk dat het boek ‘Letters to myself’ genoemd had kunnen worden, want het nichtje vertoont verdacht veel dezelfde eigenschappen als de tante.
Fay Weldon is een zeer veelzijdig schrijfster, dat blijkt ook nu weer. Buiten haar televisie- en toneelstukken heeft ze romans als Vrouwen onder elkaar en Praxis op haar naam staan, waarin ze de onmogelijke situaties waarin vrouwen vaak zitten en waarin mannen ze meestal gebracht hebben, hekelt. Geestig, bizar, onverwacht, bijtend zijn allemaal kwalificaties die op deze romans van toepassing zijn. En dan nu deze gedegen, bijna bevlogen opstellen over literatuur in Letters to Alice. Natuurlijk kan ze ook hier niet nalaten om, na een prachtige beschrijving van het Engeland in de tijd van Jane Austen (1775-1817), een theorie te ontvouwen over waarom de Engelse keuken zo slecht is, maar juist deze afwisseling is ook wat de aandacht gevangen houdt. Weldon doet dat zeer welbewust - het is één van de lessen aan haar nichtje - en ook de briefvorm waarin deze roman geschreven is, is niet toevallig. Het is een genre dat veel auteurs in de achttiende eeuw beoefenden en dat volgens haar ten onrechte in diskrediet is geraakt. Bovendien is het ‘hetzelfde als scenarioschrijvers voor de televisie doen: elke brief een nieuwe scène om de handeling voortgang te doen vinden en iedere keer uit een verschillende invalshoek.’
Zestien brieven dus, waarin een tante die achtereenvolgens in Australië, Singapore en Engeland woont en van ‘beroep’ schrijfster is, haar punk-nichtje op weg wil helpen dat op de universiteit gedwongen Jane Austen moet lezen en daar absoluut het nut niet van inziet in deze moderne, barre tijd. ‘Je moet lezen voor het te laat is, Alice,’ maant ze al in haar eerste brief. En dan, meteen, bouwt ze steen voor steen de wereld van literatuur op zoals ze die voor ogen heeft, ‘de City of Invention’. Het is een vruchtbaar beeld, dat Weldon op originele wijze uitwerkt. Schrijvers en dichters metselen voorzichtig aan hun huis der verbeelding, hele straten zijn er soms al door ze aangelegd: de Mann Strasse, de Melville Avenue, de Galsworthy Close. Boven de stad torent het onwankelbare kasteel Shakespeare, en Romance Alley is een lieflijk toevluchtsoord voor de naïeven onder ons. Zij zelf heeft, zo schrijft ze, jarenlang in de voorstad Science Fiction vertoefd, maar daar beviel de kille atmosfeer op den duur niet.
Fay Weldon
abc
Waarom schetst ze zo uitvoerig dit beeld, dat sterk doet denken aan iemand met wie ze toch niet zoveel op zal hebben: Anaïs Nin met haar Cities of the Interior? Het hoort bij haar opvoedingsmethoden, die onmiskenbaar een duidelijk moralistische inslag hebben: ‘Alice, voordat je Jane Austen redelijk kunt waarderen, moet je, al is het maar een beetje, bekend zijn met de City of Invention.’ Naar dit beeld zal ze in haar verdere brieven steeds teruggrijpen en het is een aardig handvat om haar theorieën over schrijven uiteen te zetten. Leven en persoonlijkheid van de schrijver zijn niet belangrijk, vindt ze, maar wel de tijd waarin ze leefden.